Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

CHETS EN BEOORDEELING VAN DE EGINSELEN DER „NEDERLANDSCHE OLKSBEWEGING".

1. Geestelijke vernieuwing. Deze „beweging" voert niet allereerst politieke retenties, maar stelt zich ten doel niet minder dan e geestelijke vernieuwing van ons volksleven, dat onder haar hopeloos zijn ondergang tegemoet zou aan. Zij wil brengen een nieuwe cultuur, een nieuw herboren Nederland; zij predenteert zelfs e geestelijke grondslagen van den enkeling te kunen vernieuwen. Noodzakelijk is dit, daar er den aatsten tijd geen scheppende activiteit meer werkte n ons volk, geen daadkracht, geen bezielend beinsel.

Wij zouden dit alles kunnen toejuichen onder het strikte voorbehoud, dat hiermede bedoeld werd: het Christelük geloof heeft zijn vat op ons nationale n veler individueele leven verloren; slechts wederkeer tot den Christus der Schriften kan enkeling en gemeenschap behouden. Dit alles blijkt niet de strekking; , de aangeprezen heroriënteering zoekt niet de Zon der gerechtigheid; de verlangde wedergeboorte is ©en andere dan. die van Joh. 3 en daarmede rïjst aan de geestelijke waardij van deze beweging gerechtvaardigde twijfel.

2. Doorbraak van de antithese. Haar eerst na te streven doel vindt de N.V.B. n.l. in een radicale doorbraak van de „onwaarachtige" en „verstarde" scheidingslijnen in ons volkseven. Zij doelt daarmede op tweeërlei antithese: de Christel ij ke EN de K 1 a s s e n s t r ij d- antithese (we zouden ook kunnen zeggen: de Marxistische). Zoo gerechtvaardigd als dié dubbele antithese was in het verleden, zoo rampzalig is ze voor nu en straks. Immers dit doel, verheffing en emancipatie van bepaalde volksgroepen, is bereikt. Speciaal de Christelijke antithese wekt haar wrevel; met deze wil de N.V.B, voorgoed afrekenen.

Wij stellen daar tegenover, dat er strikt genomen slechts van ééne antithese sprake kan zijn, die welke de N.V.B, als de Christelijke aanduidt, en dat met deze het Christendomnzelf staat of valt. Tegenover de stelling (these) van hen, die op politiek gebied, niet buigend voor God en Zijn Woord, de revolutie voorstaan, kunnen wij onze tegenstelling niet achterwege laten zonder verloochening van den Christus. En daarmede is ons de strijd opgelegd tegen deze antithese-vijanden. Intusschen moet nu reeds worden opgemerkt, dat deze zelfde beweging een nieuwe antithese invoert: die tusschen hen, welke wél, en hen, die niet bereid kunnen zijn haar te volgen.

3. Personalisme.

Hoe poogt de N.V.B, het loslaten der (oude) antithese aanvaardbaar te maken? Door voor het leven van enkeling en volk enkele volstrekte z e d e 1 ij k e normen te stellen, als b.v. waarheid, gerechtigheid, naastenliefde (er zijn varianten op de kleine reeks) welke te aanvaarden zijn voor Kerkelijken en niet Kerkelijken, Christen, Humanisten, Joden. Allen, die erkennen, dat de mensen gehouden is in gehoorzaamheid aan deze normen zijn leven in te richten, in verantwoordelijkheid jegens de gemeenschap, allen, wien de menschelijke persoonlijkheid heilig is, allen, die roeping en waarde der persoonlijkheid niet vergooien in 't ziJ individualisme, 't zij collectivisme, die kunnen, bij alle mogelijk verschil in wereldbeschouwing, elke ander in bun gemeen-

schappelijke menschbeschouwing vinden. Dit personalisme, dat in Frankrijk reeds een „tweede Fransche revolutie" bracht, moge ook in ons land een revolutie van de geesten bewerken.

Het is naar onze overtuiging een schijneenheid, die aldus geconstrueerd wordt. De Christen, verlicht door Gods Geest en voorgelicht door Zijn Woord verstaat onder de genoemde nonnen iets gansoh anders dan Humanist en Jood. Ook z\jn er voor hen niet maar , , enkele zedehjko normen". Want ten eerste weet hij Gods gebod „zeer wtjd". Ben ideologie-op-een-stuivertje als de N.V.B, wil (bhjkbaar na-ijverig op het succes der Nationaalsocialistische) is voor hem waardeloos en, erger. In de tweede plaats: de Christen kan nooit bewilligen in een boedelscheiding tusschen menschenbeschouwing en wereldbeschouwing. Niet de personalistische vraag: „Wat dunkt U van den mensch? " is voor hem centraal, maar deze: „Wat dunkt U van den'Christus? " „en Deze is niet gekomen om den Vrede te brengen, maar het zwaard, om den mensch tweedrachtig te maken".

Wie Hem gehoorzaamt, buigt niet alleen: voor „enkele zedehjke Normen", maar allereerst voor Gods religieuze geboden, de eerste wetstafel. En zijn normen zijn geen zelfstandige grootheden (de kapitale letter, waarmede de N.V.B, gaarne haar zedelijke maatstaven aanduidt, is typeerend!), maar wilsbepalingen van een transcendent God. De laatste toevoeging is, gehjk straks moge blijken, ver van overtollig.

Ons bezwaar tegen het nat. socialisme is ten diepste niet, dat het de persoonlijkheid vermoordt, maar dat het den Satan dient.

Uiterst merkwaardig is, dat de vredelievende en verdraagzame gezindheid, welke de N.V.B, voor de antithese in de plaats wil stellen, zich niet uitstrekt tot hen, die niet bereid zijn het zooeven geschetste personalisme te belijden. Onverzoenlijke strijd tegen het anti-personalisme is haar leus, die geen eerbied toont voor wat tallooze Christenen heilig is.

Wanneer de N.V.B, de vroegere .politieke scheidingslijnen met een enkele veeg wil uitwisschen als onwaarachtig en valsch, wanneer zij de Christelijke politiek van voor den oorlog caricaturiseert als een „schermen met de groote beginselen van het Christendom", bewijst zij, dat haar personalistische verdraagzaamheid slechts de oude antithese heeft vervangen door een nieuwe.

4. Socialisme.

Personalisme grondslag en stuwkracht, socialisme doelstelling. Anders gezegd: een personalistisch socialisme, dat in groote lijnen het sociaal-economisch program der vroegere S.D.A.P. tot het zijne maakt. Geen staatssocialisme, maar een volkssocialisme, „planmatig gericht op de welvaart van allen", dat, wijl gericht op de ontplooiing der menscheUjke persoonlijkheid, het „kapitalisme" wil Uquideeren.

Het is niet gemakkehjk de verhouding van dit personalisme en dit socialisme nauwkeurig aan te geven. Soms schijnt het socialisme niets anders dan doorwerking van het personalisme, gezien onder het aspect van de relatie: enkeling-gemeenschap; gehjk omgekeerd het personalisme wordt gekarakteriseerd als het sociale getuigenis der Chr. religie; dan weer blijkt het mogelijk personalist te zijn en niet socialist of omgekeerd socialist en niet personalist. Nemen wij echter, en het hjkt ons wel geoorloofd, Eian, dat er een intieme samenhang bestaat tusschen dit personalisme en zijn socialistisch ideaal, dan maakt reeds dit onze positiekeuze tegenover dit ideaal niet moeilijk. Daar komt iets bij: boven werd reeds aangeduid, dat alleen deerkenning van een zich boven de wereld verheffend God( voor de juiste verhouding en samenwerking tusschen enkeling en gemeenschap waarborg geven kan: voor ontkomen èn aan' individualisme èn aan collectivisme. Deze erkenning missen we bij de N.V.B, geheel.

Zoo kan het ook niet anders, of haar socialisme -openbaart zich — allen betuigingen van het tegendeel ten spijt — als collectivistisch. Het spreekt vanzelf voor wie iets gezien heeft van de door het Marxisme ontsloten sociaal-economische perspectieven. Het helaas weinige, dat de N.V.B, ons over haar plan socialisme onthult, versterkt ons in de overtuiging, dat zij, voor staatsdwang wellicht huiverig, voor gemeenschapsdwang stellig niet terugschrikt. Zij miskent den zondeval (zooals reeds bUjkt uit haar wraken van de „Christelijke antithese") en de daardoor bewerkte, nimmer op te heffen ontwrichting van het maatschappelijk leven. Zij miskent ook de roeping der bezitters ten opzichte van het hun door God toebetrouwde pand.

5. Kansen van de N.V.B.

Constateeren we, dat de N.V.B, als tijdstrooming, wind en getij méé heeft. De diepste oorzaak daarvan Ugt in de feitelijke toenadering (wat zij zeker verontwaardigd van zich zou werpen) tot de beide m wezen eng verwante, totalitaire stelsels, communisme en nationaal-socialisme. Dit wordt duidelijk, als men let op de revolutie, die zij welbevmst teweeg wil brengen; op haar socialisme, dat den weg baant voor beide vormen van radicalisme; op haar dynamische tendenties, blijkend o.a. uit den naam N.V. Beweging; uit 'het accentueeren van „vemieuwingswil", „scheppende activiteit", „daadiüracht", „fantasie", uit haar zoeken van een ideologie in-a-nutshell. Dat een groep van sociaal-democraten die, vervreemd van het orthodoxe Marxisme, van Christelijke klanken niet afkeerig is, zich aangetrokken gevoelt tot deze, haar breeden steun belovende Beweging, ligt voor de hand en wordt bewezen door een deel van de illegale pers.

Wat de Roomsch-Katholieken betreft: twee van de oorzaken, die de N.V.B, bij velen hunner ingang doen vinden, zijn: Ie de Thomistische leer van de verhouding tusschen natuur en genade, welke het gemakkehjk maakt een humanistisch-wijsgeerig georiënteerd sociaal-economisch stelsel te aanvaarden; 2e. de hiërarchische dominant in het Thomistisch denken, welke • zich gaarne in ordeningsprojecten uitleeft. 2iOo wordt licht verklaarbaar de steun van het blad „Christofoor".

Verder zal velen onzer Barthiaansch denkenden landgenooten de scheiding tusschen geloof en politiek niet al te moeiUjk vallen. In dit geval te minder, doordat er reeds van huis uit een zekere affiniteit bestaat tusschen dialectische theologie en politiek-sociaal radicalisme. Men denke in dit verband ook aan de bestrijding van de anti-revokitionaire grondbeginselen door Barth en Brunner.

Tenslotte staat te vreezen, dat na den oorlog een algemeene matheid en depressie niet zonder schadelijken invloed zal blijven op de confessioneele kracht van vele orhodoxe Christenen.

6. Wordt , de vraag gesteld, of er dan niets te waardeeren valt in de N.V.B., dan luidt ons antwoord: zeker, in zooverre ieder pleidooi voor handhaving van bepaalde EvangeUsche normen, hoe weinig uitgewerkt ook, aanspraak kan doen gelden op onze sympathie. Ook in zooverre als opkomen voor nationale eendracht altijd, maar zeker nu, toejuiching verdient en steun, We zijn echter van meening, (zie wat boven onder 1 en 4 besproken werd), dat, wat er goeds is'in deze idealen, zuiverder en effectiever - wordt bevorderd door een geloovig naleven van de anti-revolutionaire beginselen, die met dit personalistisch socialisme in onverzoenlijke tegenspraak staan.

Dr R. J. DAM f.

Naschrift. Wij achten ons gelukkig, dit artikel van onzen enkele dagen vóór de bevrijding veroorden dr Dam hier te kunnen publiceeren. Het s geschreven in de dagen van z^jn onderduiken, n heeft toen gecirculeerd, maar het heeft nog iets van zijn beteekenis verloren. Eén van dr [ am's opvolgers aan onze Theologische Hooge- | chool, lector drs Buwalda, v/as zoo vriendeMjk, op ; ijn verzoek dit stuk af te staan aan ons blad. i

K. S. j

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 juli 1946

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 juli 1946

De Reformatie | 8 Pagina's