Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een woord van dank aan Prof. Dr G. C. van Niftrik

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een woord van dank aan Prof. Dr G. C. van Niftrik

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onder den suggestieven titel: „Een beroerder Israels" verscheen van de hand van Prof. Dr G. C. van Niftrik een boek over Karl Bartih. Een boek „dat bedoelt ons het werk van Karl Barth beter te leeren kennen".

Zóó'n titel is een douceurtje voor wie hem ontvangt: daar ligt me opeens Elia's harige profetenmantel over het fluweel van de Bazelsche toga. Wat in den mond van Koning Achab een aggressieve aanspraak was, dat werd zoo een defensieve vocatief, een compliment. Met zulk een visitekaartje wordt men keurig bij het Kerkvolk geïntroduceerd. Want wat is er voor de profeten doodend en de graven der profeten bouwend Kerkvolk schooner dan de aanbeveling: „de geest van Elia is op hem"?

Het kan daarom misschien ontnuchterend en dus heilzaam werken als we er bescheiden aan herinneren, dat Elia den aanval van Achab terstond pareerde toen hij zoo mocht komen op te merken, dat hij nu juist Israël niet beroerd had: „maar Gij, Gij, Gij"! De ware beroerder Israels was Elia niet, maar de goddelooze Achab. Als dan Karl Barth de Kerk echt beroerd heeft, dan is niet Elia, maar een ander zijn geestelijke peetvader.

Maar zoo zal van Niftrik het toch wel niet hebben bedoeld. En dus zal ihet te beproeven zijn, of in het getuigenis van Barth waarlijk de géést van Elia doorklinkt.

Het boek is een vertaling.

In dubbelen zin.

De neerslag van Earth's gedachten is door van Niftrik niet alleen uit het Duitsch in het Nederlandsch, maar ook uit de taal der geleerden in die des dagelijkschen levens overgezet.

Zulk vertalen heeft wat voor.

Het heeft ook wat tégen.

Het heeft wat voor: Reeds Betje Wolff schceef in de Inleiding op Sara Burgerhart: „Verre zij het van mij tegen het vertalen te ijveren. Laten wij liever de bekwame lieden bedanken, die onze ontaalkundige Landgenooten in staat stellen, zich over de Grootste Genieën van Europa te kunnen verwonderen".

Er is ook wat tégen.

Ook dat heeft Betje Wolff reeds gezien. Want zij " voegt aan hetgeen ze ter aanbeveling van het vertalen van buitenlandsche romans schreef, toe:

„Besluit hier echter niet uit, beminde Landgenooten, dat ik geloof, dat een Engelsman zoo bevallig kan schrijven voor een Italiaan, als voor zijn eigen volk".

Zoo is van Niftrik's vertaalwerk: er is iets voor, er is iets tegen. Wie Barth wil leeren kennen leze hem in het origineel: in ihet duitsch èn in de taal der wetenschap.

Wat van Niftrik's vertaling betreft, de vertaler is traag aan het origineel blijven hangen. Dat is voor de vertaling uit het Duitsch in het Nederlandsch een nadeel en het aantal Grermanismen „overstijgt" dan ook alle grenzen. Vqor de vertaling uit de taal der geleerden in die der spraakmakende gemeente is het een voordeel: het is zoo getrouw mogelijk Barth gebleven.

Of we voor de vertaling dankbaar zijn?

Ja en neen.

Neen, inzooverre we gelooven, dat de leer van Barth ketterij is. En we dus over populariseering van die ideeën ons niet kunnen verheugen.

Ja, inzooverre ook door deze populaire overlevering van Barth die ketterij duideüjk wordt.

Het laatste heeft van Niftrik niet bedoeld.

Hij had andere intenties.

Hij schrijft: „Misschien dat nu eens een einde komt" — n.l. door deze voorlichting over Karl Barth — „aan veel dwaas gepraat in onze christelijke pers. Als deze scribenten dan geen Duits kunnfen lezen —-, Hollands kunnen ze toch zéker leeren. Wanneer het lijfblad van Prof. Dr K. Schilder „De Reformatie" Barth in relatie brengt met de Antichrist — dan wordt het hoog tijd, dat er in Nederland ook eens een boek verschijnt —, dat een ander geluid doet hooren".

Wie dat leest, leest van Niftrik's boek inet dubbele aandacht: nu zullen hem dan de schellen van de oogen vallen en het deksel, dat K. S. op zijn aangezicht legde, zal worden weggenomen.

Maar wat een teleurstelling.

Want hoe verder hij komt, hoe duidelijker het hem wordt: dat is Karl Barth zooals K. S. hem al meer dan twintig jaar, óók in „De Reformatie" geteekend heeft. Dat is de profeet, die dynamiet legt, niet onder Kuyper en Bavinck, maar onder al de artikelen van ons algemeen, ongetwijfeld Christelijk geloof die stuk voor stuk worden „omgeduid". En die vreest toch wel, dat er tusschen dezen „woelarbeid" — een Germanisme ontleend aan Goebbels — onder de fundamenten der Kerk en het Antichristendom verband is. Want als God het niet verhoedt, wordt door dit ondergraven van de Leer der Kerk de Gemeente Gods weerloos gemaakt.

En wie aan het einde van het boek is, komt tot de conclusie: wat heeft K. S. ons tijdig en goed gewaarschuwd. Hij en anderen.

We zijn er dankbaar voor.

Wie dit boek leest, leest het in spanning.

En toch overvalt hem langzamerhand een beklemmende vermoeidheid.

Het is „immer dasselbe".

Ook dat is geen nieuws.

Iemand heeft Barth's theologie eens getj^peerd als de „theologie van de tautologie", de theologie, die in al haar loei steeds maar hetzelfde zegt.

Het was K. S.

En nu leggen we „Een beroerder Israels" ter zijde.' Dankbaar.

Voor het werk van „De Reformatie".

En dat Prof. van Niftrik zoo vriendelijk was tegen wil en dank aan te toonen, dat we in „De Reformatie" een wélgeUjkend portret van zijn grooten Meester reeds sinds jaren gezien hebben.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 oktober 1948

De Reformatie | 8 Pagina's

Een woord van dank aan Prof. Dr G. C. van Niftrik

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 oktober 1948

De Reformatie | 8 Pagina's