Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Contact met de Christelijke Gereformeerde Kerken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Contact met de Christelijke Gereformeerde Kerken

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een Interessant punt is: het contact met de Chr. Geref. Kerken. Zij hebben recht op onze aandacht; wij op de hare. Want als een kerk ZELF DE OORZAAK ZOU ZIJN, dat degenen, die met haar één belijdenis hebben, niet in één huis wonen, dan Is DAT haar eigen zonde. Misschien mogen we iets ophalen van de historie. Onze Synode van Groningen 1946 besloot „om practische redenen voorshands zich daartoe beperkende, contact te zoeken met de Chr. Gereformeerde Kerk, die met ons staat op dezelfde basis van Gods Woord en de Drie Pormuüeren van Eenigheid, teneinde in den weg van samenspreklng of correspondentie na te gaan, wat ons vereenigt en wat ons nog verdeelt, en gezamenlijk middelen te beramen, die onder den zegen des Heeren kunnen leiden tot kerkelijk samenleven".

Ter uitvoering van dit besluit wendde de Synode zich tot de (in Augustus 1947 samen te komen) Synode der Chr. Gereformeerde Kerk „met het verzoek om 's Heerpn wil met ons in contact te treden in dier voege, dat door beide Synodes deputaten worden benoemd met opdracht, gezamenlijk, hetzij mondeling, hetzij schriftelijk, te dezer zake yoorloopig overleg te plegen, en aan hun respectieve Synodes van hun bevindingen rapport uit te brengen en eventueel voorstellen te doen".

De Synode van Groningen benoemde, in afwachting van het antwoord der Synode van de Christelijke Gereformeerde Kerk, harerzijds een 8-tal deputaten met zoodanige opdracht, te weten: Prof. Deddens, Prof. Greijdanus. Prof. Schilder, Ds J. van Bruggen, Ds C. H. Lindeboom, Ds F. de Vries, oudl. P. Waalewijn, Amersfoort; oudl. C. Lentlnk, Apeldoorn.

Reeds voordat de Generale Synode van de Clui.stelijke Gereformeerde Kerk in September 1947 bijeenkwam, hebben onze deputaten zich gewend tot , , Deputaten van de Generale Synode van de Christelijke Gereformeerde Kerk voor de correspondentie met de Kerken bulten het verband van de Christelijke Gereformeerde Kerk" ten einde kennis te geven van hun benoeming, en, indien hun opdracht van Synodewege het toeliet, reeds nu met ons in contact te treden tot het houden van eenige voorlooplge en voorbereidende bespreking, onzerzijds de hartelijke bereidheid daartoe uit te spreken.

Deze deputaten antwoordden, dat zij een ontmoeting, zoo kort vóór hun Synode bijeenkwam, vrijwel overbodig achtten, en dat het leggen van een dergelijk contact niet rechtstreeks tot de hun door hun Synode opgedragen taak behoorde.

Deputaten konden dus aanvankelijk niet anders doen dan het antwoord afwachten op het verzoek, door de Synode van Groningen gericht tot de Synode van de Christelijke Gereformeerde Kerk (n.l. ook harerzijds deputaten te benoemen), welk verzoek door den tweeden scriba onzer Synode aan die der Christelijke Gereformeerde Kerk was overgebracht.

Met dankbaarheid kan worden geconstateerd, dat de Synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken, vergaderd te Utrecht, 9 Sept. 1947 en volgende dagen i), aan het verzoek van onze Synode heeft voldaan, in dier voege, dat zij een achttal deputaten voor contact met de Gereformeerde belijders benoemde, aan wie zij o.a. opdroeg met deputaten onzer Kerken, krachtens de in het rapport aangegeven gronden en met het aangewezen doel, contact te zoeken, na schriftelijke voorbereiding.

Deze deputaten van de Synode der Christelijke Gereformeerde Kerken — Prof, v. d. Meiden, Prof. v. d. Schuit, Ds L. S. den Boer te 's-Gravenhage, Ds J. Jongeleen te Bussum, Ds W. Kremer te Apeldoorn, Ds W. Laman te Rotterdam, Ds J. H. Velema te Bunschoten en oudl. C. Manni te Amsterdajn — openden het contact door zich met een schrijven, gedateerd (29) December 1947, tot ons te wenden.

Zij stelden voor „deze correspondentie voorlooplg niet te publiceeren. J'ubllcatle geeft pers-reaetles, die de sfeer zoo gemakkelijk vertroebelen kunnen".

Onze deputaten antwoordden hierop: „Hoewel wij in het algemeen directe publicatie wenschelijk achten — vooral op dezen grond, dat het slechts dan voor de Kerken en de gemeenteleden goed mogelijk is onzen arbeid met hun medeleven en met hun gebeden te vergezellen — hebben wij er geen overwegend bezwaar tegen Uw voorstel te aanvaarden en het oogenbllk van de publicatie der correspondentie tot een nader In onderling overleg vast te stellen tijdstip, uit te stellen".

Tegen vermelding van de hoofdzaken van de gevoerde correspondentie m het In de publieke Acta op te nemen rapport hebben de Christelijke Gereformeerde deputaten geen bezwaar.

[Het is goed, hier even vast' te leggen, dat onze 'deputaten dus geen andere gedragslijn volgen dan met betrekking tot de .synodociaten wordt aangenomen. Want Ie, de Chr. Geref. deputaten zijn wél mannelijk genoeg om s c h r 1 f t e 1 ij k antwoord aan te durven; zij willen voorshands ook niets anders; en 2e. de correspondentie wordt eenmaal toch publiek. Stel, dat de deputaten Rldderbos hadden gezegd: v/ij willen wel schriftelijk handedelen, maar stellen voor, de publicatie nog wat uitte stellen, dan zou (naar ik vermoed) onzerzijds er niet over gedacht zijn daaraan een reden te ontleenen om de zaak te doen afsprmgen. Onze deputaten (Inzake de Chr. Geref. Kerken) hadden liever dadelijk alles gepubliceerd, maar mochten niet, toen die der Chr. Geref. Kerken liever wilden wachten, daarom zeggen: gaat henen, en wordt warm.]

Het voornaamste punt in het schrijven van de Christelijke Gereformeerde deputaten inmiddels was, dat zij gaarne een duidelijk antwoord zouden ontvangen t.a.v. onze verhouding tot de verklaring van 1905. De formuleering van het besluit onzer Synode te Groningen „dat deze verklaring door onze Kerken niet meer voor haar rekening genomen wordt" bevredigde hen niet; zij hadden gaarne gezien, dat onze Kerken de verklaring van 1905 hadden teruggenomen, „daarmee uitsprekend, dat zij... de in de verklaring van 1905 opgesloten dogmatische visie totaal verwerpen". Zij achtten dit punt van beslissende beteekenis voor de overige punten.

Onze deputaten antwoordden bij schrijven van 25 Februari 1948, dat ze op de vraag naar de verhouding onzer Kerken tot de verklaring van 1905 geen ander of nader antwoord meenden te kunnen geven dan gegeven is door de Synode van Groningen. Deputaten missen daartoe de bevoegdheid, en welke waarde zou een eventueele nadere uitspraak van deputaten hebben?

Wel achtten deputaten het niet ondienstig de Christelijke Gereformeerde deputaten eraan te herinneren, dat onze Synode meer uitsprak dan zij to hun schrijven aan-.haalden. Met name vroegen onze deputaten aandacht voor het feit, dat de verklaring vaü 1905 door de Sjmode van Groningen to haar uitspraak ook „veelsisins onjuist" is genoemd, en verwezen zij naar een passage to het te Groningen uitgebracht rapport, van welke hier thans alleen vermeld worde, dat de rapporteerende commissie van oordeel is, dat de particuliere synode van Overijssel en Gelderland terecht de taal van de Utrechtsche verklaring heeft gewraakt „als niet Schriftuurlijk noch confessioneel".

Onze deputaten hebben ook hunnerzijds den Christelljken Gereformeerden deputaten enkele vragen gesteld. Voor deze vragen en voor 't antwoord hierop moeten we onzen lezers (zie boven) verzoeken geduld te oef enen tot later tijd. Emd Juli 1948 ontvingen onze deputaten het antwoord van de Christelijke Gereformeerde deputaten op hun schrijven van 25 Febr. 1948.

Zij schrijven daarta, dat zij zich wel ten volle kunnen Indenken, dat wij als deputaten geen andere uitspraak konden doen dan onze Synode reeds ha.d gedaan, en dat wij formeel volkomen gelijk hebben met hiermede te volstaan, maar dat zij materieel met deze opmerking niet verder zijn gekomen. Het feit blijft bestaan, dat onze Synode een uitspraak deed t.a.v. de verklaring van 1905, die voor de Chr. Geref. Kerken onbevredigend is, omdat we niet radicaal afscheid zouden hebben genomen van 1905; formeel zouden we ons wel van 1905 hebben verwijderd, maar materieel niet.

Dit blijft voor hen een moeilijkheid, ook na de verwijzing onzerzijds naar de Acta; een moeilijkheid, die' voor hen volledig uit den weg geruimd moet worden.

Op dit oogenbllk beraden onze deputaten zich nog op het nu weer hunnerzijds aan de Christelijke Gereformeerde deputaten te zenden antwoord. Daarvan is nog toets bekend. Persoonlijk zou ik wel willen opmerken, dat een kerk, die niet meer heeft dan de drie formulieren van eenigheid, niet allerlei andere, een vierde, vijfde, zesde enz. kan tavoeren, zoolang zij meent, alle eventueel opkomende dwaling te kunnen toetsen aan de bestaande confessie. Stel, dat bij ons eens iemand zou leeren wat in het door ons officieel als confessie veroordeeld geschrift (zie boven) van 1905 geleerd werd, dan konden we hem meten aan Schrlft-en-confessie. Het is niemand onbekend, dat a: ile kerken alle dagen ketterijen küimen ontmoeten. Wij hebben daar dagelijks mee te rekenen. Anderen ook. Stel nu eens, dat iemand bij ons meende, dat b.v. inzake' het normatieve gezag en de normeeringskracht der openbaring die predikanten der Chr. Geref. Kerken, die tegen bepaalde meetongen van den Chr. Geref. predikant Du Marchie van Voorthuizen publiek bezwaar inbrachten, gelijk hadden (ondergeteekende is zoo Iemand) zou zöo iemand dan aan de Chr. Geref. Kerken moeten vragen; hebt U al daartegen een aparte formule vastgesteld? Om dan, als 't met zoo was, te besluiten, dat we dan wel moeten oppassen voor de Chr. Geref. Kerken? Ik geloof het niet. Want de vraag is, of zij, als er een geschil mocht komen, de confessie zal doen spreken (Ned. Geloofsbel., Dordtsche Leerregels).

Misschien kan men hier eens over nadenken.

Bij den huldigen stand der zaken kiumen onze deputaten niet anders voorstellen dan dat de Generale Synode van Amersfoort opnieuw deputaten benoeme met gelijke opdracht als de Synode van Groningen verstrekte. Hoe de Synode op een en ander reageeren zal weet ik nog niet. Déze opmerkingen •«rillen onzen lezers al vast efenlge oriëntatie mogelijk maken.

P.S. Zooals men ziet worden thans nog geen persreacties gewenscht en Is dit stuk alleen maar een mededeeltog van wat toch met wederztjdsch goeïtvinden publiek gaat wor­ den.

K. S.


1) In verband met het besluit dezer Synode het geheel der Kerken voortaan niet meer aan te dulden met den naam „Christelijke Gereformeerde Kerk", doch te spreken over „Christelijke Gereformeerde Kerken", . gebruiken we in het vervolg ook dezen naam.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 oktober 1948

De Reformatie | 12 Pagina's

Contact met de Christelijke Gereformeerde Kerken

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 oktober 1948

De Reformatie | 12 Pagina's