Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Heere, mages’  zachtmoedigheid corrigeerend

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Heere, mages’ zachtmoedigheid corrigeerend

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

En de HEERE hoorde het. Doch de man Mozes was zeer zachtmoedig, meer dan alle mensohen die op den aardbodem waren. Numeri 12 : 2c en 3.

Is het de bedoeling der Schrift, Mozes, den man Gods, zeer te prijzen, vanwege die schoone deugd der zachtmoedigheid, waarmee hij gesierd is boven andere menschen, wie ge ook maar naar voren zoudt doen treden?

Ik geloof daar niets van. Want de zin, welke dezen karaktertrek van Mozes Vermeldt, wordt ingeleid met het een tegenstelling makende „d o c h". Dat wil zeggen: de Schrift zet hier twee dingen tegenover elkaar; eenerzijds: „de HEERE hoorde het "; anderzijds: „doch de man Mozes was zeer zachtmoedig ".

Wat zit daar achter die tegenstelling?

Wat hoorde de HEERE?

Waarom volgt daar dan: „doch Mozes was zoo zachtmoedig" ?

Let nu op het verband.

De HEERE, voor Wiens ooren niets verborgen is op den ganschen aardbodem, Die met heiligen ijver bovendien toeziet op wat er in Zijn Kerk hier beneden 'gebeurt, heeft iets moeten hooren, wat diep droevig is, en goddeloos.

Mirjam en Aaron zijn bezig, secte en muiterij aan te richten in de Kerk. De hoofdaanstichtster daarbij is Mirjam, die thans reeds om ende bij de 95 jaar is. Ze houdt een toornige zusterlijke philippica tegen haar jongsten broer. En die is niet malsch!

Wat is er gebeurd? Ge leest in het hoofdstuk van onzen tekst, dat Mirjam tegen Mozes uitvaart: „ter oorzake van de vrouw, de Kuschietische, die hij genomen had".

Méér dan deze mededeeling hebben we niet over dit feit. Of.Zippora op dit moment gestorven was (zij kan in elk geval niet met de , , Kuschietische", een zwarte vrouw, afstammelinge van Cham dus, bedoeld zijn, want zij was een Midianietische, een nazate van Abraham en Ketura) en Mozes opnieuw gehuwd is — dan wel of Israels leidsman zich op dit tijdstip zijns levens een „tweede hulpe tegenover zich" genomen heeft, en dus de zonde van bigamie begaan we weten het niet, en de Schrift laat ons in onzekerheid.

In elk geval: Mirjam toomt hierover vermanend tegen hem.

Ja, dóét ze dat? Ge leest er geen woord van in de Schrift! Als deze den inhoud van het vermaan meedeelt, dan bUjkt het over een heel ander punt te handelen. Dan gaat het over de leiding der Kerk.

„Heeft dan de HEERE alleen maar door Mozes gesproken? Heeft Hij ook niet door-ons gesproken? " Ziedaar het, thema der zusterhjke philippica.

Ge hoort het: de Kuschietische is uit haar gezichtsveld verdwenen, 't Gaat alleen over de vraag: door wie spreekt de HEERE? Dat wil zeggen: wie leidt nu eigenlijk Zijn volk? Mozes alleen? Of ook Aaron en ik? Ik, die toch bij de Schelfzee de reien der God-lovende vrouwen presideerde! Ik, die u, Mozes, toch uit „de klauw van het beest" gered heb!

Wat is dat nu? Zusterlijke jaloezie? Oneenigheid in den leidenden kring der Kerk? Mozes, ge hebt gelijk, dat ge 't maar over uw kant laat gaan! Ge trekt nu het voordeel van de deugd, die u siert! .Lijdt dit onrecht maar, zachtmoedige! Ge zult er wèl "bij varen.

Maar wacht even, gij, die zóó exegetiseeren mocht. Let op die tegenstelling. Op dat woordje doch. De HEERE hoort het. Doch Mozes, die superzachtmoedige, ' is niet van plan, te protesteeren: laat Mirjam maar uitrazen!

En let op het vervolg der geschiedenis.

Hier is meer aan de hand dan familie-ruzie. Hier is een poging tot „Kerkscheuring".

De HEERE hoorde het. En Hij daagt die drie — de zuster met haar, twee broers •— voor Zijn aangezicht. Tot de tent der samenkomst. Op heiligen grond. Want dit is niet maar een broedertwist — dit is een rechtsgeding, waarin de eer des HEEREN bel rokken is. Het gaat hier om den Christus. Dat zeg ik niet,

maar de Schrift. Want het woord, dat de HEERK van Mozes spreekt: Alzoo is Mijn knecht Mozes niet, die in Mijn gansche Huis getrouw is", haalt de HeiUge Geest in den brief aan de Hebreen (3 : 2) aan met het oog op den Zoon.

En nu zien we, waar het om gaat in deze z.g. familieveete.

Met haar (misschien wél gerechtvaardigde) verstoordheid om dat vreemdsoortige huwelijk camoufleert Mirjam datgene, wat haar in feite drijft: opstand tegen het van God gestelde gezag. Zij laat daarmee den satan in haar hart werken. Die gebruikt haar als instrument, om den Christus naar de hielen te bijten. Het gaat maar niet om een hetze tegen den persoon Mozes, maar om rebellie tegen den ambtsdrager des HEEREN, den profeet, zooals er nooit onder Israël één is opgestaan (zoo staat het ergens in Deuteronomium). En dat mag de zachtmoedige Mozes niet over zijn kant laten gaan, want dat raakt de eer van den Christus.

Daarom corrigeert de HEERE Mozes' zachtmoedigheid.

Want zachtmoedigheid i s een schoone deugd — wie zou het ontkennen mogen? Heeft Christus zelf niet gezegd: „Leert van Mij, dat Ik zachtmoedig ben "? Maar zachtmoedigheid kan een „ondeugd" zijn, wanneer men zich zoo door haar laat leiden, dat men het recht des HEEREN laat vertrappen. Dan staat ze den HEERE in den weg.

Zeker, we lezen er hier niets van, dat Mozes een berisping krijgt.

Maar reeds hef feit, dat de HEERE „haasteUjk""Bèt drietal voor Zijn aangezicht, tot de Tent der Samenkomst, citeert, spreekt boekdeelen (vs 4). Mozes was, vanwege zijn zachtmoedigheid, niet van plan, deze zaak den HEERE voor te leggen. Maar zijn Zender grijpt „haastelijk" in, stelt het rechtsgeding, openbaart Zijn toom, en straft de schismatieke Mirjam gevoelig. Dat is Gods liefde-volle, herderlijke correctie van Mozes' zachtmoedigheid.

Zullen wij het verstaan, in de kwesties van vandaag, dat er tweeërlei zachtmoedigheid is? Och, als het gaat om het onrecht, ons persoonlijk aangedaan, in den kerkstrijd der laatste jaren — we kunnen niet zachtmoedig genoeg zijn. Dan wordt het een weelde, zoo'n getuigenis als over Mozes op Gods attestatie te mogen hebben. Maar, nooit mogen we, vanwege onze zachtmoedigheid, over het rechtsgeding heenhuppelen. Nooit de kwesties van Christus' geschonden Koningsrechten camoufleeren met vrome uitingen van zachtmoedigheid, van vergevingsgezindheid, vag hereeniging. Het gaat maar niet om wat „burenruzie in de Kerkstraat". Het gaat er om: was de Reformatie van 1944 v.v. onderdeel van Christus' vergaderingswerk, of — revolutionair bedrijf, geUjk met eeden en in gebeden bezworen is.

Zachtmoedigheid is best — ze behoort tot den stgl der Kerk.

Maar dat ze onder Gods critiek valt, is evenzeer onderdeel van dien stijl der Kerk.

En daarom moet dit ons gebed wezen: laat mijn „zachtmoedigheid" Uw Rechten en vergaderingsactie niet tegenstaan, Heiland

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 13 november 1948

De Reformatie | 12 Pagina's

De Heere, mages’  zachtmoedigheid corrigeerend

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 13 november 1948

De Reformatie | 12 Pagina's