Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nieuw Oosterbeeksch  palliatief

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nieuw Oosterbeeksch palliatief

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(VI)

Als in 1571 de kerken te Emden samenkomen en ze een „orde" opstellen tot regeling van het kerkverband, dan zijn de grondlijnen voor zulk een kerkenordening reeds gegeven en ook aanvaard. Voorafgegaan was immers de eenstemmigheid inzake de belijdenis. Emden heeft die overeenstemming niet slechts geconstateerd, maar bouwt ook daarop voort. Men gaat uit van hetgeen tevoren in de Nederlandsche Geloofsbelijdenis nopens de kerkregeering uit het Woord des Heeren was afgeleid.

We vinden de beginselen, waarnaar de kerk moet gei'egeerd worden, in de Geloofsbelijdenis artikel 30, 31 en 32. Ze zijn:

a. de kerk moet geregeerd worden op de wijze, zooals onze Heere ons heeft geleerd in ffljn Woord;

b. daartoe moeten er zijn wettig verkoren dienaars of herders, ouderlingen en diakenen, vormende den Raad der kerk, opdat de ware religie onderhouden, de overtreders op-geestelijke wijze gestraft en de armen en bedrukten geholpen en getroost worden;

c. Jezus Christus is de eenige algemeene Bisschop en het eenige Hoofd der Kerk; zijn dienaars hebben overal eenzelfde macht en autoriteit;

d. geen kerkelijke ordinantie mag afwijken van hetgeen ons Christus, onze eenige Meester, geordineerd heeft — verworpen dient alle wet, die daarmee niet overeenkomt. Aangenomen moet alleen wat eendracht en eenigheid voedt en bewaart, en alles onderhoudt in de gehoorzaamheid Gods.

Merkwaardig is, waarvan hier wel en waarvan niet sprake is.

De kerkeUjke regeering, zoo wil de Belijdenis, is gebonden aan het Woord van God. Onder Christus als het eenige Hoofd wordt alle kerkehjke macht uitgeoefend door den plaatselijken kerkeraad. Alle dienaren des Woords staan in gezag en bevoegdheid op één lijn; datzelfde geldt vanzelfsprekend van de ouderlingen en diakenen, en dus ook van de kerken, waaraan ze verbonden zijn. Alle kerkelijke ordinantie moet volkomen overeenstemmen met de ordinantie van onzen eenigen Meester. •

Wat kent de Belijdenis niet, waarvan is hier geen sprake? Van Synoden. En dus evenmin van synodalte regeermacht. En dus ook niet van een zich „vooralsnog onderwerpen" aan synodale besluiten, gelijk de stellingen-auteurs willen.

Men bestrijdt dit.

Men heeft gezegd: de BeUjdenis spreekt wel degelijk van synoden, let maar eens op de uitdrukking: „het is nuttig en goed, dat die Regeerders der Kerk zijn, onder zich zekere ordinantie instellen en bevestigen tot onderhouding van het lichaam der Kerk". Dat lichaam der Kerk is natuurlijk de som, het geheel der plaatseUjke kerken. Dat geheel van kerken moet onder-

houden worden. Wie zorgen daarvoor? De Regeerders der kerk, in synode bijeen. Wat stellen zij op? Zekere ordinantie, door alle kerken na te komen.

Is dit juist? Stellig niet.

Indien de BeUjdenis de synoden, of de meerdere vergaderingen in 't algemeen op 't oog had, waarom dan die niet m et n a m e v e r m e l d ? Waarom alleen en uitsluitend de kerkeraden genoemd? Waarom den naam „synoden" ook niet bij de revisie door de eerstvolgende nationale synoden ingevoegd?

Verder: at met „het lichaam der Kerk" zeker niet bedoeld is het geheel der kerken, bhjkt uit de Fransche Geloofsbelijdenis, die de Nederlandsche tot model gediend heeft. Daar lezen we: hetgeen in 't geheel niet verhindert, dat er niet zouden mogen zijn enkele particuüere ordinanties in elke plaats." ^) Let op die laatste drie woorden. Er is bij ons langzamerhand de gedachte ontstaan, dat „het lichaam der kerk" nooit anders beteekenen kan dan: et geheel der kerken. Volkomen in strijd met 1 Cor. 12 : 27. (Gij zijt (e e n) lichaam van Christus, en leden in 't bijzonder). Volgens dien tekst heeft Christus zooveel lichamen als er plaatseüjke kerken zijn.

Vervolgens: met de uitdrukking „regeerders der Kerk" wordt niet bedoeld afgevaardigden ter synode. Hier zal gelezen moeten worden: „regeerders der kerken". Zóó de teksten van 1562 en 1583. Alle Fransche teksten (en ook die van 1619 is authentiek), van 1561, van 1611 en van 1619, hebben „des Eglises". Hier wordt dus gedoeld op de bevoegdheid van de regeerders der plaatseUjke kerken, voor de eigen gemeente zekere „ordeningen" op te stellen.

Eindelijk: zelfs op hetgeen kerkeraden (faat staan: synoden) ordineeren, moet nauwkeurig toegezien. Wat staat er? Wij verwerpen, wij nemen aan, zelfs: wij nemen alleen aan. Wie spreken hier? De oorspron-kelijke tekst heeft, boven den ontroerenden brief aan Filips n, die aan de Belijdenis onmiddellijk voorafgaat: „de geloovigen, die in de Nederlanden zijn, welke naar de waarachtige reformatie des evangehe's van onzen Heere Jezus Christus begeeren te leven". Ook voor dit art. 32 geldt de aanvang van art. 1: „wij gelooven allen met het hart en belijden met den mond."

Hier verklaren dus de geloovige kerkleden, dat ze verwerpen alle menschelijke vonden of inventiën, uitvindingen, gedachten, theorieën en alle wetten, die men zou willen invoeren onder den schijn van God te dienen, maar inderdaad de conscientiën bindend en dwingend, in wat manier het zou moge n z ij n. Onder wat pretext, door hoeveel „argumenten" ook begeleid, met welke honigzoete woorden of ónder welke bedreiging afgekondigd. Wij verwerpen, zeggen de geloovigen. En tevens: wij nemen aan. Een opzettelijke, eigen daad, die niet geschiedt dan na onderzoek of hetgeen aangeboden wordt, wel dient om eendrachtigheid en eenheid te voeden en te bewaren en alles te onderhouden in de gehoorzaamheid Gods. Daarbij worden de kerkeraden vermaand, natuurlijk onder controle der geloovigen „zich te wachten af te wijken van hetgeen ons Christus, onze eenige Meester, geordineerd heeft".

Een-kerkeraadsbesluit aanstonds recihtsgeldig? Zoodra het bekend gemaakt is? O neen. De geloovigen v e r w e r p e n of'nemen aan. Zij leggen de keur aan van Gods Woord en zien toe, of eenheid en eendrachtigheid gevoed en bewaard wordt. Of het de stem Gods uit Zijn Woord is, waaraan men zich gaat onderwerpen.

Artikel 32 is één scherpe veroordeeüng van de noodlottige synodebesluiten, waarvan de Heere ons vrijmaakte, door onze oogen te openen voor Zijn recht in, Zijn kerk, gelijk dat ook in art. 32 omschreven is.

En als zelfs een kerkeraadsbesluit bij afkondiging geen rechtsgeldigheid bezit, maar de Heere eerst toetsing eischt aan Zijn Woord, hoe kimnen dan de stellingen-auteurs gewagen van een synode, wier besluiten vóór elke ratificeering rechtskrachtig zijn en aan­ stonds gehoorzaamheid vorderen?


1) Ce qui n'empesche point qu'U n'y alt quelques ordonnances partlculleres en chascun lleu.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 februari 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

Nieuw Oosterbeeksch  palliatief

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 februari 1949

De Reformatie | 8 Pagina's