KERKNIEUWS

Bedankt voo r: Haren en Zuldwolde, C. P. Plooy te Uithuizen.

— NIEUWLiEUSEN. Adres Kerkeraad: J. Breman, Ommerdijk 73, post Den Hulst (O.). Ds H. Seholte woont: J. B. Bruiststraat 1, post 'Den Hulst (O.). De vermelding „Den Hulst (O.)" is gewenscht in verband met de postbestelltng.

— BEDUM. Ds G. A. Hoekstra te Bedum hoopt op 1 Mei a.s. afscheid te nemen van zijn gemeente wegens vertrek naar Utrecht, terwijl Ds G. iSpijker te Urk op 15 Mei zijn Intrede te Bedum zal doen na in den morgendlenst bevestigd te zijn door Prof. C. Veenhof.

— NIBUWDORP. In deze gemeente, eenmaal de standplaats van den bekenden Ds G. Doekes, hield diens zoon, Ds L. Doekes, Geref. Pred. te Hilversum, voor een kleine honderd aanwezigen een voorllchtingsrede, alhier georganiseerd door de Geref. Kerk van Goes.

Ds Doekes releveerde de ontwikkeling van de kerkgeschiedenis, met haar telkens weerkeerende deformatie en reformatie en wees op den elsch van leder, die belijdt lid van de Kerk van Christus te zijn, in gehoorzaamheid aan den oproep tot reformatie zich te houden aan de ware kerk, zooals wij die in onze confessie belijden te zijn en te herkennen aan de duidelijke kenteekenen.

In de bespreking ontstond een levendige discussie met enkele aanwezigen uit Nieuwdorp, waardoor de mogelijkheid ontstond wat nader op de concrete kerkelijke crisis der laatste jaren in te gaan.

Het was een mooie avond, waarbij zelfs een der leden van de synodocratlsche kerk zijn leedwezen uitsprak, dat deze rede niet was gehouden in hun eigen kerkgebouw.

— GELDEN VOOR DE ZENDING. Mr Dr J. Meullnk te Enschede wijst ons erop, dat in ons nieuwe kerkelijke Handboek bij de Zending geen opgave gedaan was van den Quaestor. Gaarne willen we in „De Reformatie" even aanvulUng geven. De gelden moeten gestort worden op postgiro 442338 of op rekening bij de Twentsche Banli t.n.v. den „Quaestor der Gen. Kas v. d. Zending van de Geref. Kerken". Het correspondentieadres Is: postbox 177, Enschede. K. S.

— MILITAIREN KAMP WESTBRBORK. De kerkeraad der Geref. Kerk te Hljken maakt de betrokken militairen, die in het kamp Westerbork gelegerd worden, er op attent, dat dit kamp ligt binnen zijn ressort. De diensten worden te Hooghalen gehouden om 9.30 en 2.30 uur. De kerkeraad had graag bericht van de betrokken kerkeraden over de aanwezigheid hunner leden m dit kamp. Adres: Ds A. R. Bosman, Hooghalen.

— OPLEIDINGSKAMP DER. LUCHTSTRIJDKRACHT (L.S.K.). De Kerkeraad der Geref. Kerk te Winterswijk vestigt er de aandacht op, dat sinds kort bovengenoemd kamp te Winterswijk ia dienst Is gesteld, en verzoekt al den zusterkerken, indien één van hun leden in dit kamp wordt opgeleid, hiervan onmiddellijk mededeellng te willen doen aan den scriba: J. Jansen, Groenloscheweg 76, Wmterswijk. , -

— EDE (Zuld-Veluwe). Nadat de Kerkeraad van Ede m Februari 1948 voor de in Bennekom en Wageningen wonende leden der Gemeente, m Bennekom 1 kerkdienst per Zondag heeft ingesteld, moest hij in December 1948 beginnen 2 diensten per Zondag in Veenendaal te houden, waarbij oViCrlegd werd met den Kerkeraad van Amersfoort, van welken hulp 'wordt ontvangen o.a. voor het catechetisch onderricht. Enkele vrijmakingen hebben plEiats gehad, zoodat her-lnstltueerlng van de Kerk van Veenendaal eertijds kan worden verwacht. Op 27 Maart j.l. is voor het eerst in Lunteren een kerkdienst gehouden, in het Jongensinternaat aan de Dorpsstraat bij br, V. Neutegem, waar 34 kerkgangers den Dienst des Woords bezochten. We zijn dankbaar, dat het werk der vrijmaking op de Zuid-Veluwe voortgaat. Als vacante gemeente moet de Kerk van Ede voor deze zes diensten, per Zondag 2 predikanten (of proponenten) zoeken, die kunnen voorgaan. Vooral bij dezen stand van het Kerkelijk leven is dat noodzakelijk. Het is dan ook geen wonder, dat de Gemeente verlangt naar het tijdstip, dat de Koning der Kerk haar een eigen herder en leeraar zal zenden. Wij vestigen de aandacht van de vacantlegangers te Bennekom (Wageningen), Ede en Lunteren op de Kerkdiensten in die plaatsen.

— VAN KERKELIJKE GOEDEREN EN KERKELIJ-KEN STIJL. Reeds sedert de .vrijmaking tracht de Geref. Kerkeraad te Zwolle met den syn. aldaar te komen tot een regeling Inzake de kerkelijke goederen. Dat de zaak langer loopt, dan gewenscht is, zult U begrijpen wanneer U wjet, dat de syn. kerkeraad eerst op 10 Januari 1949 antwoordde op een brief, die hem op 10 April 1947 gezonden was. Na in dit antwoord zijn pretentie te hebben gehandhaafd eigenaar te zijn van alle kerkelijke goederen en uitgesproken te hebben met verplicht te zijn tot verdeeling ervan, verklaart de syn. raad zich in principe bereid „in een poging om zyu zusterkerk te Enschede te helpen", om de Plantagekerk geheel gratis of door symbolischen verkoop ter beschikking te stellen, echter o.m. op deze conditie, dat dit aanbod eerst van kracht wordt en de besprekingen eerst geopend worden, indien de Geref. Kerk te Enschede aan de synodocratlsche aldaar een soortgelijk aanbod doeti waarop overeenstemming wordt bereikt. Uit het antwoord, dat de Geref. Kerkeraad op 'dit eenerzijds verblijdende, maar anderzijds zeer wonderlijke voorstel gaf, clteeren we het volgende:

„Dat Uw Raad de realisering van Uw aanbod afhankelijk stelt van het tot stand komen van een minnelijke schikking te Enschede, verwondert de Kerkeraad zeer. Immers, het kan Uw Raad bekend zijn, dat de (Vrijgemaakte) Gereformeerde Kerk van Enschede aan de (Gebonden) Gereformeerde Kerk aldaar bij herhaling een zeer serieus voorstel heeft gedaan, teneinde tot een minnelijke schlkkmg te geraken.

Dit voorstel hield tn: alle kerkelijke goederen pondspondsgewljze te verdelen tussen beide kerken, waarbij als basis zou worden aangenomen het zielental van de tot deze kerken op het moment der vrijmakmg behorende leden, welke verhouding tussen Vrijgemaakt en Gebonden ongeveer 4200 tegen 1500 was. Uw zusterkerk te Enschede echter heeft dit haar gedane aanbod steeds afgewezen.

Hiertegenover moet de Kerkeraad nadrukkelijk opmerken, dat hem Uwerzijds nimmer zelfs het aanbod is gedaan om te spreken over, of te komen tot een minnelijke schikking tussen Uw Kerk en de zijne.

Ten overvloede accentueert U een en ander nog in de Ie en 2e alinea van Uw schrijven, waarin U opmerkt, dat Uw Raad alle kerkelijke goederen bezit en „dit eigendomsrecht hem bij de thans bestaande jurisprudentie niet met kans op goed gevolg kan worden betwist".

Voorts schrijft U, dat „U zich niet op het standpunt stelt enige verplichting te hebben, tot verdeling der kerkelijke goederen over te gaan, daar zulks het goed recht der Kerkscheuring Impllclte zou erkennen, hetgeen allermtast de bedoeling is".

Dit alles overwegende, kan de Raad onzer Kerk Uw aanbod niet anders zien dan als een blote handelstransactie".

Het slot van den brief is te mooi om U er niet een gedeelte van door te geven. Hier vindt men kerkdijken stijl: „Onze Kerkeraad verwondert zich over het feit, dat Uw laatstontvangen schrijven (in tegenstelling met een voorafgaand schrijven. Red.) in het geheel niet spreekt van Jezus Christus, de Koning der Kerk, doch dat deze: brief alleen kille zakelijkheid ademt, met verzwijging van de „Enige, van God gegeven Zaligmaker, Jezus Christus, . Die de Koning is der Kerk en derhalve ook de Koning, , Wien de zeggenschap toekomt over de kerkeUjke goederen.

Het moet ons van het hart, dat U in Uw brief geheel en al hebt nagelaten, deze zaak te brengen op een ander en hoger mveau, d.w.z. ta het gezichtsveld van de Here Jezus Christus, de Koning der Kerk.

Weliswaar verwijst U naar de thans bestaande jurisprudentie, welke volgens Uw mening U in het onbetwist bezit der kerkelijke goederen laat, doch onze Kerkeraad.

is van oordeel, dat deze zaak eerder thuishoort onder de „jurisprudentie van Jezus Ciulstus", waarom de Kerkeraad dan ook de vrijheid neemt, U te verzoeken, te overwegen, of naar Uw mening de „jurisprudentie van Jezus Ohristus" U eveneens in het ongestoord bezit der kerkelijke goederen zou laten.

Het zal Uw Raad bekend zijn, dat èn in 1834, èn in 1886 de jurisprudentie ten aanzien van de toenmalige kerkelijke goederen, zoals die toentertijd bestond In het Koninkrijk der Nederlanden niet In overeenstemming was met de jurisprudentie van het Koninkrijk der Hemelen, waar andere wetten gelden en andere maatstaven worden aangelegd dan aardse rechters somtijds plegen te hanteren".

Na ernstige overweging meent de kerkera, ad in het voorstel zooals het daar ligt in betrekking tot _Ensehede, niet te kunnen en te mogen treden. De zaak die er thans ligt, , is er een tussehen belde Zwolsehe kerken, die dus plaatselijk moet worden geregejd, zonder op welke wijze ook rekening te houden met al of niet bestaande jurisprudenties van wereldlijk recht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen