Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tweeërlei zaad, - tweeërlei mystiek lichaam,  tweeërlei „community"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tweeërlei zaad, - tweeërlei mystiek lichaam, tweeërlei „community"

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

UW zaad en haar zaad — Gen. 3 15.

De vijandschap tusschen vrouw en slang, het thema van de eerste evangelieverkondiging, die vijandschap is niet bij de schepping „gezet"' (dan ware ze zooiets als natuurlijke afkeer), maar ze is door een singuliere zorg Gods, na den zondevial, waar Hij de weggeloopen bondspartners weer in het gelid wilde brengen, en dus van over de démarcatielijn terug kwam „trekken", nadrukkelijk als iets nieuws „i n - g e z e t".

Ze beteekende dan ook geen biologisch natuurgegeven, doch een christologisch geschenk. Ze beteekende: officieelen oorlog tusschen verleider en verleide.

Een met gezag opgelegde („gezette")"'oorlog nu brengt r é c h t s gevolgen, en verbiedt opnieuw alle „lipotaxie" ^); de dienstplichtigen hebben geen vrije keus; ze zijn geen losse individuen, die eerst nog eens rustig zouden mogen nadenken over al-of-niet-meedoen, als waren ze nog „blanco figuren". Neen, ze zijn opgenomen in hun „k o i n o n", hun „r ij k s"-of „staat s"-gemeenschap en vormen in en met haar een publiekrechtelijke grootheid. Zoo is een „g e z e t t e" vijandschap een aangelegenheid van een zaad-dat-v olk-is. Van een zaad-dat-koinon is (koinon wil zeggen: gemeenebest, rijks-, staats-, of stadslichaam). Ze is een zaak van g e q u a l i f i c e e r d „zaad", dat juist tót het vormen van een „koinon", een „corpus", een „lichaam" in 't aanzijn geroepen is. „2Iet" Jahwe nu oorlog tusschen slang en zn.ad, beide als gequalificeerd, dan is er: a) een m y s t i e k lichaam van J a h w e, en, b) een mystiek lichaam van de slang. „Mystiek lichaam", dat wil hier zeggen: een lichaam, dat zijn zichtbóire eenheid niet verankerd vindt in natuurUjke en zichtbare, doch in geestelijke en onzichtbare verbindingen^) ; dat zijn „joints", zijn verbindingsschakels krijgt aangevoerd"), toegebracht, langs verborgen wegen.

Hiermee is, juist vanwege die „gezette" vijandschap, welke rechtsgevolgen meebrengt, omdat ze tevoren reeds rechtsbepalingen vanwege Gods souverein bestel tot ondergrond heeft, meteen bepaald wat zaad b e t e e k e n t in Gen. 3:15. „Zaad" kan nu niet meer beteekenen: e optelsom van de exemplaren eener biologisch afgegrensde „soort", hetzij van slangendier, hetzij van „mensch-zoogdier" (animal rationale: ensch). Maar „zaad" móet hier beteekenen: g e e s t e 1 ij k z a a d", z a a d - a 1 s-V ó 1 k. „Volk", niet zooals het gegroeid is door natuurlijke samenwoning op één geografisch, of kosmografisch bepaald plekje, en zooals 't saamgebundeld is uit kracht van een bestaande en met de natu; ir gegeven belangengemeenschap van natuurlijke symbiose, doch gelijk het saamgevat en geregeerd is in een r ij k s V e r b a n d, dat zijn laatste gronden vindt in de verordening van den (rechtmatigen, dan wel onrechtmatigen) Koning of „koning", het GoddeUjke Hoofd, dan wel den ongoddelijken overste, den „over-' ste dezer wereld"; de slang, den „ouden duivel" (^ie boven).

De bijbel zelf trouwens gebruikt herhaaldelijk het woord „zaad" in dezen zin, en 't begrip „volk" eveneens.

Hij kent „zaad" in dezen „politieke n'', dezen staats-, of r ij k's rechtelijken zin. En juist in dit verband worden we wel gedwongen, daar aan te denken. Men heeft n.L, om de messiaansche strekking van Xïen. 3 : 15 te kunnen loo-, chenen, vaak zoo heel naief gevraagd: oe kan eerlijke exegese nu bij „zaad der slang" aan iets anders denken dan aan de reptielen? Aan ander gebroed dan 1' é 11 e r 1 ij k op te vatten adderengebroed? Wij voor ons keeren evenwel de zaak precies andersom; wij op onze beurt vragen: oe kan men nu juist waar de masjaal, de raadselspreuk van Gen. 3 : 15 (naar den aard eener — nog wel in dichtvorm 7— gesproken gehjkenis) van een „dier" spreekt, aan de jongen van dat dier denken? Aan een n a t u u r 1 ij k adderengebroed, in bewuste onderscheiding van g e e s t e 1 ij k „adderengebroed? " Een bekend woordenboek wijst er op, dat er maar zelden van „zaad" gesproken wordt, wanneer het gaat om de nakomelingschap van dieren. De eenige plaatsen, die als vindplaats voor zulk gebruik van het woord worden aangehaald zijn: en. 3 : 15 en Genesis 7:3. Over den eersten tekst zijn we bezig: n daar is de „slang" geen bloot dier. En dan in Gen. 7 : 3 wordt het hebreeuwsche woord wel vertaald door „g e s 1 a c h t", en dit bij meer dan een""). In feite wordt dus de opvatting dat „zaad der slang" zou doelen op het kroost van die ééne slang door het bijbelsche taaieigen eerder weersproken dan gesteund.

En dan vervolgens: ie kent niet het oudtestamentische begrip „zaad" in den zin van zedelijk-bepaalde rechtsgemeenschap? Jes. 65 : 23 spreekt van „een zaad van door den Heere gezegenden"; het is een „zaad" van de , , vrouw" Jeruzalem, die dan ook „m o e d e r" van kinderen met een bepaalden rechtsstaat is (Gal. 4 : 26), en staande onder de „moederfa e 1 ó f t e"; ze zullen geen kinderen daar voortbrengen voor het onheil, want de slang zal niet meer grissen naar menschenliielen, doch zich met stof tevreden stellen: e victorie van het vrouwenzaad over de slangenmacht zal definitief zijn: r komt immers een nieuw parad ij s? (Jes. 65 : 23—25); ook hier is het hebr. woord „zaad" door meer dan een weergegeven met „g e s 1 a c h t": en geslacht van door Jahwe gezegenden. En dat geslacht is in zijn vaste rijksverband van vrede daarom gefixeerd, omdat tevoren de verbondswraak „het goddelooze volksdeel" (Ridderbos) uit de bestaande rechtsgemeenschap heeft uitgestooten; die daartoe behooren, die zijn geëxcommuniceerd, gelijk de slang 'twas. Ridderbos zegt op Jes. 65 : 25, dat daar „blij k-b a a r" een zinspeling op G e n. 3 : 14 aanwezig is; wij vermoeden, dat het zelfs meer dan een zinspeling is; dat hier de eene Schriftplaats de andere uitlegt; en dat niet pas Irenaeus, maar reeds Jesaja in Gen. 3 : 15 het messiaansche heil heeft gezien, en het protevangülie gehoord. Want dat van Jahwe gezegende zaad gaat niet tot de rust in, eer de „slang", de Leviathan, de wemelende slang (Job 40 : 20; Ps. 104 : 26; 74 : 14; Jes. 27 : 1) zal zijn vernietigd. Dan zal blijken, dat het gezegende, en in de pax theocratica beveiligde èn geregeerde zaad niet in vleeschelijke voortteling, doch door Geestelijke, kerkrijkspolitieke trouw zijn begrenzing vond (vgl. Rom. 9:6, 7, 8; „zaad" is in een door goddelijke bondssluiting beheerscht gebied, niet een grootheid van natuurüjke teelt, doch van goddelijke, vrije, souvereine teeltkeus; in de door God aangewezenen wordt een „z a a d" niet biologisch verwekt, doch theo-cratisch „geroep e n", óf afgescheiden door een af-

scheiden, dat op weg-sc helden rust. Op een schelden Gods). Ook elders ziet Jesaja zulk een „zaad" in zulk een paradisale omgeving:61 : 9; 65 : 9; hier is „zaad" rondweg geteekend niet als een successio camis, een „offspring", een nakomelingschap uit paring, doch als een instituuts - „community", die bewust den naam voert van: erkoren rest: rijgemaakte rest, d i e v a n d e z i c h door zonde afscheidenden is afgescheiden.

Dat laatste is een element, dat niemandvoor zijngeestverdoezele. God ZETTE vijandschap tusschen het ééne en het andere mystieke lichaam, de ééne en de andere collectiviteit. Hij isoleerde hen.

Niet van Hem was dat isoleereti uitgegaan: Hij had alles in vrede en harmonie geschapen. Maar toen dè groote isolationist, de afgevallen engel, later duivel-Satan geheeten, zich had bediend van de slang. om Gods menschelijke bondspartners van Hem als Eersten Bondgenoot te isoleeren, toen had de God vsm alle genade en vertroosting die afgevallen bondspartners weer over de frontlijn teruggetrokken tot binnen het nu met Hem tegen de isolationisten-luciferisten in stand te houden front. Ik zet vijandschap. Ik isoleer u van de isolationisten.

** En kijk, dat is nu het geheim van alle goede isolement. Is het eigenwillig gezocht, wel, zeg het maar ronduit, dan is het afval, ongehoorzaamhei dj trouwbreuk aan Jahwe, toevallen aan den dui­

vel, den isolationist in originaliteit. Maar, hebben de zondaren, de isolationisten, ons afgescheiden van zichzelf, omdat z ij de regelen der bondsgemeenschap schonden op het quaestieuze punt, e n w ij niet, of omdat wij door Gods genade weer als met de haren erbij gesleept zijn, om de bondsgemeenschapsregelen weer te zien en te eerbiedigen, wel, dan is ons isolement een vasthouden van de gemeenschap, een geïsoleerd zijn van de isolationisten,

Het is toch zoo ontzaggelijk dom, dom, dom, als men een isolementskwestie tot een geta, llenzaakje maakt. Als wij in 1944 de goede keus gedaan hebben, dat wil zeggen: de bestaande „commu­ nity" naar haar rechtsregelen hebben gehandhaafd, dan kunnen duizend dierbaarheden ons niet ervan afhouden, dat de anderen de isoleerderszijn.

Kunnen ze geeii vergeving ontvangen? Houd op met dien onzin. Maar WIJ, WIJ, WIJ, kunnen wij, die nu de vraag-naar-vergeving eenmaal hebben gesteld, kunnen WIJ vergeving ontvangen, als wij de isoleerders anders noemen dan bij hun naam en o n s isolement, als het opgelegd is, niet meer zien als acte van trouw, toen wij het aanvaardden om Christus' wil. Krijgen wij vergeving, als wij vra, lgen van het genadebrood? Een individu kan i n een bepaalde collectiviteit anders kiezen dan de collectiviteit zelf; er zijn heterogene elementen bij de isoleerders-community, en ook in de gemeenschaps-commimity, die' wegens haar trouw door de ontrouwen is afgescheiden. Maar als de trouwen de trouw ontrouw noemen, kunnen zij dan vergeving krijgen?

Ik hoor nog al eens vragen: kunnen ze dan niet zalig worden in de valsche kerk? Ik antwoord: strijd - g ij maar om in te gaan, en maak van Duitschland, ' Rusland, of van een kerk, geen zaak van een individu. Een oorlog is een zaak van volk en zaad.

De Schrift, als zij van „z a a d" spreekt, grenst daarbij groepsvorming uit n a t u u r 1 ij k e afstamming duidelijk af van groepsvorming uit principieele positiekeus. Zij wil een „zaad", dat een door Christus als , , hoofd'' en „hoogte-of volheidszaad" in rechten tot zedelijke verbondenheid verkoren gemeenschap uitmaakt in alle eeuwigheid.

En gehjk „zaad" in de Schrift voorkomt in dien zeer bepaalden zin van foederatief afgegrensde gemeenschap (vóór, dan wel tégen de bondswet kiezende), zoo ook „V o 1 k". Daarvan zijn ettelijke voorbeelden aanwijsbaar.

En daarom bhjft tweeërlei zaad tweeërlei volk; tweeërlei gemeenschap; de ééne in den oorlog conform aan, doch de andere in 'den oorlog tégen de Beschikking die den oorlog „zette" o|p het quaestieuze punt. En dat mag niet verdoezeld worden. Volgens Hem, die op het onderhavige punt de genade bewees der ZET­ TING van vijandschap.


1 ) L(e)ipotaxla, een term, die gebruikt wordt tn. de grieksche vertaling der Dordtsche kerkenordenlng (Sylburgius-Revlus) in art. 80: kwaadwillige verlating van den dienst: eigenlijk: uit zijn bataljon, uit het front wegloopen — deserteeren.

2) Over „lichaam", en „koinon" zie F. de Visscher, Les Edits d' Auguste découverts a Cyrène, Louvain, 1940, p. 89—103, „De Reformatie", 3 Juni 1949, met voorgaande artikelen over „Lichaam", en Thomas Aquinas, Summa, III, q. 8, art. 1—8 over twee mystieke lichamen, van Christus en van Satan (naar de gubernatie, dit laatste).

3) Bf. 4 : 16: plchoregia.

*) Voorbeelden: Leidsche Vertaling; Zuid-Afr. Bijbel 1933 (die geslag); Menochius: ut cimctarum specierum seminarium supersit; Böhl: de soort; Jacob: behufs Portpflanzung auf der ganzen weiten Erde (fortpflanzungsfShige Wesen).

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 9 juli 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

Tweeërlei zaad, - tweeërlei mystiek lichaam,  tweeërlei „community

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 9 juli 1949

De Reformatie | 8 Pagina's