Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

geloof maet werken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

geloof maet werken

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gij gelooft dat God een eenig God is? Dat gelooven de duivelen ook, en zij sidderen. ^ Jac. 2 : 19

Gij gelooft dat God een eenig God is? Dat gelooven de duivelen ook, en zij sidderen. Jac. 2 : 19

De Joden, anders dan de hen omringende heidenen, geloofden „dat er maar één God is". Deze leer was bij hen opgenomen in een steevast weerkeerende behjdenis, ook in hun dagelijksch gebed. Maar Jacobus vermaant hen: als die „gedachte" niet het gansche leven aangrijpt, en niet in de concrete situaties, waarin we geplaatst worden, ons tot een brandend vuur

in het binnenste wordt, wel, dan „d ó e t" dat „geloof" ons nog minder dan hun „geloof" den duivelen „doet". Ook zij zijn vast overtuigd van de eenheid Gods: er is er maar één, en die Eéne is één, ondeelbaar, onwrikbaar. Hij is uit één stuk. De gedachte reeds aan Hem doet de duivelen „sidderen"; want zij weten, dat zij onder het oordeel van Hem liggen, en dat Hij geen kamp geeft.

kamp geeft. Is dat nu een „algemeen geloo f", dat zélfs bij de duivelen aanwezig is ?

Het Grieksche woord („elpizein"), dat in het Nederlandsch door , , h o p e n" is weergegeven, kan ook wel slaan op kwade en ongewenschte dingen, die men in de toekomst tegemoet ziet, die men „inwacht". Welnu, in zooverre kan men zélfs van de duivelen zeggen, dat hun geloof een vaste grond, een hypostase, is van de dingen, die worden „g e - hoop t", en een bewijs van de zaken, de pragma's, die men niet ziet. Dat is grif toegegeven.

En tóch spreken wij van geen , , algemeen geloof". Want het Grieksche woord voor geloof, het woord „pistis", zooals het in de Schrift voorkomt, duidt niet een natuurlijke functie aan, die in 's menschen of in der engelen „wezen" natuur-I ij k e r w ij z e gegeven is, doch een amen-zeggen op een van God gesproken Woord. Dat Woord heeft bij Hem de kracht van een eed; en wie op zijn eed amen zegt, die heeft Hem betrouwbaar geacht, niet maar „formeel" (men kent immers God slechts door zijn concrete spreken), doch „materieel" in dit en dat zooeven gesproken woord, dat zooal niet „doorgrond" dan toch verstaan werd. Als er „aangeboren ideeën" waren, dan kon men misschien zeggen: er is een „algemeen geloo f", een algemeen amen-zeggen (althans op.... di? ideeën). Maar aangeboren ideeën leert ons de Schrift niet. Zij laat tusschen schepping en voleinding, in de „bedeeling" der goddelijke voorzienigheid derhalve, zijn gesproken (en deels te schrijven) Woord optreden; en op dit niet in de schepping zelf gpgeven, doch daarna tusschen-kcmend Woord, zegt dan de hoorder: amen. Ook de duivelen nu hebben openbaring Gods vernomen; die zijn ze niet „vergeten"; haar feitelijke juistheid is hun tot vasten inhoud hunner onvmkbare overtuiging geworden; zoo „gelooven" zij ook. Maar niet krachtens een aangeboren functie, waarmee zij zichzelf of een afgod betrouwen. Wie zou de afgoden beter „door hebben", en als „ijdelheid", als „nietswaardigheid" onderkennen, dan juist de duivelen? Als de duivelen zichzelf „vertrouwden", dan zouden ze juist niet „siddere n". Neen, zij „gelooven", d.w.z. ze zijn absoluut verzekerd van de betrouwbaarheid der ook hun gegeven openbaring; en juist daarom sidderen ze.

Maar dat is niet „pistisch" in den zin der Schrift. Want „pistis" in meer begripsmatigen zin beteekent: iet maar stellig weten dat de sprekende God in wat Hij „zooeven" zei „objectief" betrouwbaar is, maar ook Hem zelf aannemen als b e 1 o V e r. Hem zelf begeeren. „Appetitus", appetijt, verlangen, begeerte naar Hem hebben. De siddering overwinnen, nalaten (1 Joh. 4 : 18). En de duivelen, al w e t e n ze met vastheid wat ook hun „objectief" gezegd en getoond is, ze vertrouwen den sprekenden God niet „subjectief"; die „appetijt" is bij hen niet: e bUjven haten, weerstreven, den kop tegen den muur werpen. Bij hen geen „pistis", die naar links gericht zou zijn, want dan zouden ze op en in zichzelf betrouwen, en dan kregen we het fantoom van „valsch vertrouwen" bij hen te zien. Neen, zij zeggen „j a" tot de assertorische, maar „n e e n" tot de p r o-missoire eeden Gods; „amen" zeggen ze op zijn beweringen: k zal. Ik zal niet; maar „neen" op zijn beloften: k wil. Ik wil niet. Zijn indicatieven betwijfelen ze niet; zijn jussieven weerstaan ze. Ze zijn „overtuigd" van een „d o g m a" (als b.v. dat God één is), doch ze zijn niet in liefdebrand gezet vanwege den Persoon, die van het dogma Auteur en Inhoud is. Ze zijn wel in zekeren zin pisteutisch, d.w.z. hun overtuiging grijpt-ze aan tot in elke vezei van hun bestaan, maar ze zijn niet pistisch, d.w.z. ze „staan" niet tot God in vertrouwende relatie. Zij zijn wanhopig, juistomdat ze geen „links" gerichte pistis kennen.

Zij zijn wanhopig; hun weten grijpt ze aan. D i t is het dan ook, wat Jacobus in deze wel zeer beschamende herinnering aan de daemonen zijn lezers wil inscherpen. Als we zóó onder den indruk waren van wat we als zéker kennen, wel, wat zouden we dan andere menschen zijn. De daemonen worden door hun overtuiging beheerscht; ze gaan, om zoo te spreken, er heelemaal „naar staan". Hoeveel te meer dan moesten wij, menschen, die het geloof door de liefde werkzaam noemen, onze overtuiging laten merken in ons gedrag? Zie naar de duivelen, en word wijs.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 oktober 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

geloof maet werken

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 oktober 1949

De Reformatie | 8 Pagina's