Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbesspreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbesspreking

Tusschen Kuyper en Barth

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(III, slot)

Met 't voorgaande zijn we aan 't eind van onze bespreiing gekomen. We hopen op Befkouwers relatie tot Barth nog nader in te gaan bij de bespreking van de volgende dealen van deze reeks.

We laten ook rusten allerlei andere kwesties, welke we graag in dit boek besproken hadden gezien. Ik denk daarbij b.v. aan het door Woelderink in zijn boek over de Rechtvaardiging aan de orde gestelde probleem van de Rechtvaardiging die aan het geloof voorafgaat en die op het geloof volgt en de daarmede samenhangende exegese van de eerste verzen van Romeinen 4. Het is het oude probleem, 'dat Gomarus reeds onderkende, toen hij sprak van de actus directus en de actus reflexus in de rechtvaardigmaking en dat ook in de kwestie van de rechtvaardiging van eeuwigheid weer ten volle - actueel is.

Maar we meenen, dat hetgeen we boven schreven, "voldoende is om den titel boven deze recensie te rechtvaardigen. Tusschen Kuyper en Barth beweegt zich iet dogmatische oeuvre van dr Berkouwer. Hii staat op het keerpunt van de oude traditioneele gereformeerde theologie en de moderne dialectische „interpretatie" van de orthodoxie. In die traditioneele gereformeerde dogmatiek is véél dat vernieuwing behoeft. Inderdaad dwingen de dialectioi door hun nieuwere probleemstellingen ons rekenschap te geven van wat er in de traditioneele dogmatiek vernieuwing behoeft en wat behouden kan blijven. Ook in het stuk der rechtvaardiging heeft Kuyper veel scheefgetrokken. Maar met alle kritiek, die wij ook hier op Kuyper hebben, kunnen wij met vreugde vaststellen, dat de vóóronderstellingen, waarvan hij uitging, ons duizendmaal liever zijn, dan de destructieve supposities van de moderne actualiteitstheologen. En daarom is een sjmthese tusschen Kuyper en zijn epigonen eenerzijds en Barth en de zijnen anderzijds ook ten eenenmale onmogelijk. In zulk een synthese zal Barth het altijd winnen en de gereformeerde dogmatiek steeds verder gereduceerd worden. Een bewijs daarvan ligt voor ons in het besproken boek.

Hier ligt voor ons tenslotte ook open de tragiek van de gebeurtenissen in de Kerk van Christus van het laatste decennium. Dr Berkouwer heeft zich, ook als theoloog, laten binden aan bovenschriftuurhjke leerinhouden. Hij heeft mede de reformatorische beweging helpen uitbannen uit de Gereformeerde Kerken. Dat heeft hem ook als dogmaticus teruggedrongen binnen bepaalde, niet door de Schrift geelschte grenzen en hem, ook in' zijn kritiek op de moderne theologie, vleugellam gemaakt. Ook de dogmaticus kan zich niet Ipsmaken van de Kerk, waarbinnen hij, behalve dogmaticus, ook confessor is. En dat is te meer te betreureii, daar de reformatorische theologie zich meer dan ooit geroepen ziet de rechtvaardiging door het geloof alléén te blijven belijden tegenover de opdringende macht van Rome.

De Roomsche theologen schuiven vandaag met groote kracht weer naar voren de beteekenis van de genade en het geloof in het stuk van de rechtvaardiging. Wie kennis heeft genomen van de publicaties van convertieten als Van de Pol en Cornelia do Vogel, ziet hoe hier getracht wordt met een vernieuwd accent op reformatorische termen de protestantsche wereld, verzwakt door de theologie van Schleiermacher, Ritschl en Barth, en geïnfiltreerd door het sacramentalisme vanuit de Anglicaansche theologie en een figuur als Newman, te penetreeren. Nog onlangs verkondigde een Roomsch theoloog, dat de Roomsche theologie achter Trente om, weer terug moet grijpen op middeleeuwsche theologen als Thomas met zijn nog niet door de reactie op de Reformatie scheefgetrokken accenten op geloof en genade. ^) Inderdaad, het oecumenisch „gesprek" ook met Rome en de boven gesignaleerde standen van zaken, zijn een doodelijke bedreiging voor het Paulinisch reformatorisch erfgoed van de rechtvaardiging door het geloof alléén.

Maar zoolang Rome nog handhaaft den befaamden twaalfden canon van het concilie van Trente met zijn beruchte anathema:

Soo wie seijdt dattet rechtveerdighmakende gheloove anders niet en is dan het betrouwen van de bermhertigheijdt Godts, die de sonden vergheeft om Christus' wille, oft dat het selve betrouwen alleen

1) Dr H. J. H. M. Fortmann in Geloof en Sacrament (inaugureele oratie, Utrecht).

't gene is daer door dat wij rechtveerdigh ghemaect werden, d.ie zij in denban, ende afgesneden.^)

Ik zeg, zoolang dit anathema er nog ligt, zullen wij met de gansche Reformatie, Luther en C a 1 V ij n blijven belijden:

Wij besluiten dan dat de mensch door het geloof gerechtvaardigd wordt, zonder de werken der wet. Rom 3 : 28.

Luther vertaalde:

So halten wir nun dafUr, dasz der Mensch gerecht werde ohne des Gesetzes Werk e, a 11 e i n durch den Glauben. ^)

Dat „allein" was niet uit Paulus' pen gevloeid.' Maar Luther voegde het op den Wartburg aan Paulus toe als de volkomen legitieme reactie op het hernieuwde Judaïsme van de gedeformeerde Kerk van zijn dagen. Het zij ook ons adagium in de zware worsteling om» het reformatorisch erfgoed in deze dagen te bewaren, ook tegenover hen, die nog zoo kort geleden het „in den ban" en „afgesneden" van Trente toepas-

2) In Ordoimantiën ende Decreten van den H. Concilie Generael Ghehouden tot Trenten, Antwerpen, MDCL, pag. 57.

3) „In Röm. 3 : 28 hat Luther dieses , , allein" eingeschoben; aber er hat es dem Texte nicht oktroyirt, sondern es liegt nach dem Zusammenhang wirklich darln und ein gebomer Grieche würde es gewisz eingeschoben haben". E. Böhl, a.h.w., pag. 485.

ten op hun eigen broeders in Christus, mede onder leiding van dr G. C. Berkouwer.

R. H. BREMMER.

Juliana Begina, Oranje-jaarboek. Jaarlljksche uitgave. — Drukkerij Hollandia, Baam.

We ontvingen ter bespreking het eerste deel van een jaarlijksche uitgave, onder den titel: „Juliana Regina" 1948—1949. Dit eerste deel is samengesteld door den Heer D. Wijnbeek, en is geïllustreerd met vele „exclusieve" foto's; totaal ruim honderd. Wat „exclusief" beteekent weet ik niet precies, maar er zijn er bij, die niet gemeengoed zijn geweest tot nu toe.

Deze Oranjekroniek geeft een jaarlijksch overzicht, in woord en beeld, van de gebeurtenissen die direct verband houden met ons Koninklijk Gezin. Als begindatum werd 1 September 1948 genomen. Elk deel zal worden afgesloten op Prinsjesdag, na de opening van de gewone zitting der Staten-Generaal.

Hierdoor ontstaat een werk van groote historische waarde, dat het hart zal verkwikken van allen, die zich met liefde en aanhankelijkheid rondom ons Vorstenhuis scharen.

De lage prijs maakt het eSn ieder mogelijk, zich in het bezit van deze jaarlijksche uitgave te stellen. Dat deze kroniek in den loop der jaren moge uitgroeien tot een indrukwekkende rij deelen, laat zich verwachten. Wij hebben voor de uitvoering niets dan lof; de tekst is sober gehouden, de afdruk der cliché's bizonder goed.

K. S.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 19 november 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

Boekbesspreking

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 19 november 1949

De Reformatie | 8 Pagina's