Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De volkomenheid der sacramenten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De volkomenheid der sacramenten

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(II)

De vraag is nu: hoe hebben de Gereformeerden en dan wel speciaal de Gereformeerde Kerken over deze kwestie geoordeeld? Hoe hebben deze dus het sacrament in zijn konren tot en g e g e v e n worden aan allen, die het naar de aanwijzing van den Heere zelf ontvangen, gezien, gekend, geloofd, beleden?

We willen eerst luisteren naar Calvijn.

Zijn antwoord is zeer duidelijk en ondubbelzinnig. In zijn kommentaar op Gen. 25 : 23 schrijft hij: Derhalve heeft God het geheele zaad van Jacob, zonder uitzondering uitverkoren, zooals de Schrift op vele

plaatsen getuigt, omdat Hij allen g e 1 ij k e 1 ij k met de zelfde getuigenissen van zijn genade verwaardigd hjeeft, na­ elijk met het woord en de sacramenten".

Men ziet: naar Calvijns opvattingen werden de Israëlieten „gelijkelijk" met de sacramenten verwaardigd. Ze ontvingen die allen gelijkelijk. Dat wil zeggen: met denzelfden inhoud en kracht.

Was dit reeds zoo t.o.v. de sacramenten van de oude bedeeling, met die van de nieuwe is het precies zoo gesteld.

„We moeten derhalve vasthouden" — aldus Calvijn op Ez. 20 : 20 — dat er een wederzijdsche verhouding is tusschen het geloof en de sacramenten, en dat dus de sacramenten hun uitwerking bekomen uit het geloof".

Dit is een bekende stelling. Men kan uit de sacramenten niet meer halen dan men er met „het vat des geloofs" uit scheppen kan. Maar nu is de groote vraag:

hangt het sacrament nu naar inhoud, karakter en kracht óók van dat geloof af? Kan men dan pas van een sacrament spreken als er geloof aanwezig is?

„Neen", antwoordt Calvijn met alle kracht. „De onwaardigheid des menschen ontneemt niets aan de sacramenten. De sacramenten behouden steeds hun natuur: de doop is het bad der wedergeboorte, ook indien de geheele wereld ongieloo-V i g zou zijn; het Avondmaal is de gemeenschap aan zijn lichaam en bloed, ook indien er geen enkel vonkje van geljoof in de wereld z o u z ij n".

Bizonder duidehjk is ook wat Calvijn in zijn Kommentaar op den brief aan de Galatiërs schrijft: Door de goddeloozen — zoo betoogt hij bij hoofdst. 3 : 27 ^— wordt niets van de sacramenten afgenomen, zoodat ze hun natuur en kracht niet zouden behouden, ofschoon zij geen enkele uitwerking daarvan gevoelen. Want de sacramenten bieden zoowel den goeden als den kwaden Gods g»enad e aan en zij beloven niet op bedriegelijke wijze de genade van den Heiligen Geest: e geloovigen ontvangen wat aangeboden is. De goddeloozen bewerken wel door te versmaden, dat het voor hen van geen voordeel is, wat aangeboden was, maar zij kunnen niet bewerkstelligen dat God niet trouw en dat de beteekening van het sacrament niet waarachtig zou zijn".

Speciaal in zijn Institutie houdt Calvijn zich met deze kwestie bezig. Hij stelt haar zoo scherp mogelijk. „Bewerken dan de Goddelozen, zult gij zeggen, door hun ondankbaarheid dit, dat de ordinantie Gods (d.i. hier: het sacrament) zonder uitwerking is en te niet gaat" ? Zoo vraagt Calvijn in IV, 14, 16. Hij antwoordt op deze vrsiag, dat zijn bewering, dat de sacramenten alleen in zoover nuttig zijn als wij ze met een waar geloof aannemen, niet zoo moet worden verstaan, alsof de kracht en de waarheid van het sacrament afhangt van den staat of het oordeel van hem die ontvangt. Want hetgeen God ingesteld heeft bhjft vast en behoudt zijn natuur ook al veranderen de menschen. Maar — zoo gaat Calvijn voort — daar aanbieden iets anders is dan aan nemen, verhindert niets, dat het teeken, dat door Gods Woord geheiligd is, inderdaad is, wat het ge; noem d wordt en zijn kracht behoudt, maar dat toch geen nut er uit voortkomt voor een boos en goddeloos mensch.

De „waarheid" en de „werkdadigheid" van het sacrament blijven in alle omstandigheden volstrekt „onaangetast", zoo betoogt Calvijn in IV. 17, 33, ook al gaan de goddeloozen van het uiterlijke deelnemen ledig weg. En dan vat hij zijn meening over deze kwestie in den volgenden glashelderen en massieven zin samen: „En dit is de volkomenheid van het sacrament, welke de geheele wereld niet kan schenden, dat het vleesch en bloed van Christus even waarlijk den onwaar digen gegeven wordt als Gods uitverkoren geloovigen; maar tegel ij kertijd is ook waar, dat, evenals regen, wanneer hij op een harde rots neervalt, wegvloeit, omdat er geen gelegenheid is in den steen door tt dringen, zoo ook de goddeloozen door hun hardheid Gods genade verdrijven, zoodat die in hen niet doordrin g t."

Tot zoover over Calvijns opinie.

Het is duidelijk, dat naar Calvijns geloofsovertuiging aan allen, die naar Gods wil gedoopt worden of het Heilig Avondmaal ontvangen, precies hetzelfde, altijd even volle, waarachtige, krachtige, onbedriegehjke, inhoudrijke sacrament wordt geschonken. Aan allen wordt in dat sacrament precies hetzelfde „aangeboden" „gegeven", n.l. de volle verlossing, welke in Jezus Christus is, of, anders gezegd: Jezus Christus en al zijn weldaden.

Nu is het boven geciteerde niet meer dan de persoonlijke overtuiging van Calvijn.

Ongetwijfeld is die uitermate belangrijk. De kennis omtrent, en vooral het verstaan van de sacramenten zijn immers sinds Calvijn niet gegroeid, maar eerder , minever geworden. God gaf aan Calvijn een ontzagwekkend en diep geestelijk inzicht in de heilgeheimen van het Verbond. Maar: Calvijns opvatting is ten slotte toch niet meer dan een persoonlijke.

We willen daarom vooral luisteren naar het oordeel der Kerken. Hoe hebben de Gereformeerde Kerken over deze aangelegenheid geoordeeld? _

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 juni 1950

De Reformatie | 8 Pagina's

De volkomenheid der sacramenten

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 juni 1950

De Reformatie | 8 Pagina's