Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zuinig op het woord ,,Senade''

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zuinig op het woord ,,Senade''

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de debatten „rondom" de „gemeene-gratie-kwestie" komt onherroepelijk de vraag naar voren: of het kreatuurlijk existeeren (na den val) in zichzelf een zaak is van „genade".

Men voelt de beteekenis van de vraag: indien het antwoord , , ja" zou moeten luiden, dan ware het leer-begrip

van een „na den val gebleven en geconserveerd bestaan" als „algemeene genade", of „gemeene gratie", althans voor een niet onbelangrijk deel weer uit zijn wankele positie bevrijd en ondersteund.

Het was, en dat is leerzaam, de bij de kerk niet in hoog aanzien staande Pelagius, die eens de stelling opwierp, dat „alles" genade was, ook de kreatuurlijke gave, .de kreatuurlijke existentie.

Augustinus vertelt ons daarvan. In zijn brieven. En elders.

Het ging hierom: Pelagius loochende den diepen ernst der zonde; hij sleep van de zonde de fijne puntjes af. Toen zeiden de orthodoxen in de kerk tot hem: dan slijpt ge óók van de genade de fijne puntjes af: wie de zonde minder serieus opneemt, dan ze is, die maakt ook de genade kleiner dan ze is.

Daarop antwoordde Pelagius: dacht ge, dat ik aan Gods genade te kort doe? Mis, menschen: ik noem eigenlijk alles genade, óók de natuurlijke, de soheppingsgaveu. Ik reken alles tot genade; ik gebruik het mooie woord niet alleen als het gaat over de natuur, gelijk ze verlost moet worden, doch ook over de natuur, gelijk ze geïnstitueerd moet worden. Al wat tot de natuur behoort, dat rekent Pelagius tot genade, in den zin van gunst.

Daar staan we dan: existeeren is gunst, genade, gratie. Algemeene genade. Commune gratie. Bij de Pelagianen.

Augustinus is er bepaald van geschrokken; hij vertelt, bij wijze van biecht, dat hij pas, tóen hij dat aantrof jn de lectuur, góéd Pelagius is gaan verdenken. En later, men kan het uit den treure lezen, hebben theologen van allerlei slag, al was het alleen maar refereereuderwijs, eraan herinnerd, dat Pelagius het woord „genade" op

deze manier niet eerlijk, niet ondubbelzinnig, niet klaar gebruikte; eu dat hij het voorzeker anders deed dan de „katholieke" (orthodoxe) schrijvers. Vandaar dat men zich wel gedwongen voelde, op het woord „genade" wat „zuiniger" te worden.

Het mag wel verwonderen, dat dit bekende voorval niet sterker de geesten heeft toegesproken, toen men dr A. Kuyper over zijn begrip van „gemeene gratie" hoorde en las.

Toch zal het feit niet mogen vergeten worden, Want de wortelen der gemeene-gratie-leer liggen in de scheppingsleer. Als in de schepping het existeeren (én cóexisteeren) geen „gunst" (gratie) kan zijn, in zichzelf, dan is het continueeren van het (co)existeeren, óók na den val, in zich zelf nog geen genade.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juli 1950

De Reformatie | 8 Pagina's

Zuinig op het woord ,,Senade''

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juli 1950

De Reformatie | 8 Pagina's