Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DS B. A. BOS OVEK DB ANTI KEVOLUTIONAIRE PAKTIJ: MEEGESLEURD IN DEN VAL, VAN HEX LBBEKALISME.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DS B. A. BOS OVEK DB ANTI KEVOLUTIONAIRE PAKTIJ: MEEGESLEURD IN DEN VAL, VAN HEX LBBEKALISME.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds Joh. Framcke schrijft in Kb. Zuid-Holland-Zuid:

Wij hebben indertijd in deze Kerkbode geschreven, dat Ds B. A. Bos reeds in 1946 met een program voor een nieuwe politieke partij in z'n actetas liep. Ds Bos ontkende dat. BIn nu is ons gebleken, dat hij daarin gelijk had, doch veraweeg, dat hij in Nov. '46 had bedankt voor het lidmaatschap van de a.r. Idesvereniging in Voorborg en zich ook van de a.r. party had losgemaakt.

Dat blijkt uit een stuk, dat hij in Nov. '46 aan die a.r. kiesvereniging heeft gezonden on dat hij ook in Voorburg heeft verspreid. Wij zijn in het bezit van be doeld stuk en laten het hier in extenso volgen. Het is een zeer ernstig en degelijk stuk, dat de overweging waard is en ook in 1950 nog van actueel belang.

Ook wij vernamen, dat ds Bos de beweringen van ds Francke onjuist genoemd had, en waren dus benieuwd, wat hij op die bewering te zeggen had. Dat is al gebleken. Thans volgt het eerste gedeelte van het schrijven van ds B. A. Bos, zooals ds Francke dat weergeeft in zijn kerkbode:

Voorburg, November 1946. Aan het Bestuur en de Leden van de A. R. Kiesvereeniging „Nederland en Oranje", VOORBURG.

Hooggeachte Heeren,

Het is na lange en ernstige bezinning, dat ik meen mij met het volgende schrijven tot U te moeten wenden, met het verzoek het in Uw ledenvergadering voor te lezen, waar ik meen, dat het alle leden geldt.

De toestand van ons werelddeel zie ik zeer ongunstig en ernstig. Ik meen dat sinds den oorlog er in West-Europa een geestelijk zedelijk vacuum is ontstaan, dat eensdeels mogelijk profetie is van den algeheelen ondergang van ons werelddeel en anderdeels ons tot ernstige bezinning roept, waar de Heere ons misschien nog een : aatste kans tot redding' geeft.

Dat geestelijk zedelijk vacuum, dat ik zooeven noemde, schflnt mij het gevolg te zijn van een ernstige crisis, die het liberale denken heeft aangetast. De S.D.A.P. die zichzelf omgevormd heeft tot een , , populaire" an „liberale" Partij van den Arbeid, moge zich nog voorstellen iets te kunnen redden van de vergane glorie, maar dit zal m.i. niet gelukken, waar deze omvorming zelf reeds zegt dat men aan eigen idealen niet meer onvoorwaardelijk gelooft. Eensdeels kunnen we ons daarover van harte verblijden, als we er aan denken, hoe sinds de Fransche Revolutie het christelijk beginsel van het liberalisme ontzaggelijke tegenstand heeft ondervonden. Maar anderdeels wil ik niet vergeten — en dit profeteert misschien heel ernstige dingen — dat heel West-Europa op liberale grondslagen is gefundeerd en heel de publieke opinie, alsmede de welvaartspolltlek, op deze grondslagen rust. Daarom staan we naar mijn gedachte voor een bankroet der Westersche wereld.

Niet slechts is de maatschappelijke positie van ons en onze kinderen in gevaar, maar veel ernstiger is, dat de geestelijke kracht van West-Europa en ook van ons volk verdwijnt!

Het doet mij hartelijk leed, dat ik na veel beraad tot de overtuiging moest komen, dat de anti-revolutionaire partij tegen deze ontreddering, die catastrofaal is, geen dam opwerpt ol kan opwerpen, want zelf wordt deze partij meegesleurd In den val van het liberalisme. Al voert ze in haar vaan ook den naam van Christus, de oude begfinselkracht Is blijkbaar van Iiaar geweken em steeds meer heeft zij zichzeU met het liberale denken verzoend, met als gevolg dat zij tot waariyke reformatie niet bereid blijkt te zijn en de geestelijke kracht mist om het vacuum te vullen.

Hierbij denk ik aan het program van actie der A.R.-Partij van 1946, waarin in art. 3 (zie Trouw van 19

Febr. 1946) gehandeld wordt over de geestelijke vrijheid en deze aldus wordt omschreven: „De niet-neutrale, de Christelijke Staat heeft de geestelijke vrijheid te handhaven en te bevorderen, de geestelijke verscheidenheid te eerbiedigen" (vetdruk van mij. B.). Het gaat hier om de vraag of we de geestelijke en de prlncipieele verscheidenheid mogen eerbiedigen. En of deze eerbiediging grondslag kan zijn van den christelijken Staat, En dat meen ik met ernst en beslistheid te moeten ontkennen. Als gevolg van de zonde, die zich doorgezet heeft tot alle menschen en alle levensverbanden en levensverhoudingen is er een geestelijke verscheidenheid. En waar wij werkelijkheidsmenschen zijn, zullen we dit in ernst hebben te aanvaarden en er mee hebben te rekenen. Maar dat Is heel iets anders dan EERBIEDIGEN. Dat eerbiedigen is zuiver humanistisch en moet blijkbaar mogelijk maken onder de samenwerking met anderen in de regeering een basis te leggen, maar een basis, die niets te maken heeft met Christus, ja, die Zijn heerlijkheid schuil doet gaan en in wezen Zijn absolute Koningschap verloochent.

Dat dit zuiver liberaal, of wilt U „humanistisch" is, moge U blijken, als ik het A.R.-standpunt even vergelijk met dat van de liberale Partij van de Vrijheid. Het uitgangspunt van het program van de P.v.d.V., aangehaald in tal van verkiezingspamfletten en in „Voorlooplge interne Leidraad van de P.v.d.V." is, dat men in de op christelijken grondslag berustende samenleving de Vrijheid, gepaard met de Verdraagzaamheid en Verantwoordelijkheid in den rechtsstaat vooropstelt. De Partij van de Vrijheid beweert hiermee, naast de Christelijke partijen te staan.

En bij nuchter overwegen moeten we zeggen, dat er veel overeenkomst is met het A.R.-program van actie, dat ik aanhaalde. Die eerbiediging van de geestelijke verscheidenheid m den niet neutralen staat, stemt aardig overeen met de vrijheid en verdraagzaamheid in den op christelijken grondslag gefondeerden rechtsstaat. Ik herinner mij hoe ik vroeger vrij geregeld in de Rijkswerkinrichting , , Veenhuizen" kwam, en hoe daar bijna elk koloniehuis een opschrift droeg, als: Vrijheid, Verdraagzaamheid, Menschlievendheid, Humaniteit enz. En hoe die vrijheid en die eerbiediging van de geesteiyke verscheidenheid wordt toegepast, blijkt duidelijk uit de regeeringspolitiek van de A.B.-i*artü in de laatste 10 jaren. Samenwerking op breede basis; nationaal kabinet en meerdere slagzinnen zeggen ons dat men tenslotte niet leeft uit de Souvereiniteit Gods, maar uit de volkssouvcreiniteitsgedachte, ondanks prlncipieele „leuzen". De eerbiediging — wat iets anders is dan aanvaarding — van de geestelijke vrijheid, kan m.i. nooit de grondslag zijn van een waarlijk christelijken staat. Aan elk staatsgezag ligt nu eenmaal een beginsel ten grondslag en zonder dat is er geen enkel staatsgezag denkbaar. De grondslag van een waarlijk christelijken staat is Gods souvereiniteit. En nu kan men wel zeggen dat er nog allerlei wetten gelden of worden uitgevaardigd, die aan het clu^istendom herinneren, maar dit is nog geen garantie dat de Staat waarlijk christelijk is, of op een christelijken grondslag rust. Br is een onverzoenlijke antithese tusschen Gods souvereiniteit en de volkssouverelniteit en van onzen z.g. „christelijken staat" is de laatste de grondslag. Heel onze constitutie rust op de „beginselen" van de Fransche revolutie met haar humanistische leuze van „vrijheid, gelijkheid en broederschap". En het ideaal der Fransche revolutie was een einde te maken aan de traditloneele regeerlngsvorm en ze eischte dat het volk zelf — oordeelend naar zijn „gezond verstand" — zou uitmaken hoe het zou worden geregeerd. De volkssouverelniteit was het eenige beginsel. En elk hooger beginsel dat men als basis voor de samenleving zou willen stellen is als vooroordeel gebrandmerkt en als conservatief ter zijde gesteld.

En zoo is het bij ons nog. De regeering wordt samengesteld in overeenstemming met den wensch van het volk, dat souverein is. En de A.B.-Partij heeft Meraan meegedaan en doet hieraan vandaag mee. Haar begeerte naar een nationaal kabinet of een kabinet op breede basis is daarvan het bewijs. En In die constellatie tracht nu de A.R.-Partij zooveel mogelijk stemmen te krijgen, om zooveel mogelijk „christelijke" resultaten te kunnen boeken. Het gaat — ondanks mooie leuzen — niet meer om beginselen in de eerste plaats, maar om een te verkrijgen resultaat! Ze heeft zich naar het beginsel der volkssouverelniteit geschikt en is dus met dit beginsel meegegaan, om — na eerst die basis practlsch aanvaard te hebben — nog te redden, wat te redden viel en de resultaten te boeken. In dezen is de regeering van Colijn een duidelijk bewijs. Nimmer is misschien het resultaat zoo groot geweest; nimmer was ook de kracht van het christelijk beginsel zoo gering. Met inspanning van alle krachten heeft men zich op

de kiezers geworpen. Duizenden humanisten stemden op de A.R.-Partij. iets wat ze stellig niet gedaan zouden hebben, als de elsch van het beginsel duidelijk als een klaroenstoot het volksgeweten had aangegrepen. Dan zou het Woord van Christus in vervulling zijn gegaan: Ben discipel is niet meer dan zijn meester, indien ze U haten, zoo weet, dat ze Mij eer gehaat hebben dan U. En: In de wereld zult gij verdrukking hebben.

Enkele onderstreepingen (vet druk) zijn van mij. Niet alle.

Daarna spreekt ds Bos over de verkiezingscanapagne van de A.R.P., welk thema ons minder interesseert. Vervolgens.

Het is bekend dat Dr A. Kuyper eens in zijn Stone-Lezingen de Amerikaansche onafhankelijkheidsoorlog heeft verdedigd. Zijns inziens mocht deze niet vergeleken worden met de Fransche revolutie, waar hij van deze zooveel verschilde als een puriteinsche huismoeder verschilt van een overspelige vrouw. Ook ik wil ze stellig niet gelijk stellen, maar zie ook de Amerikaansche vrijheidsoorlog gegrond op leuzen, die geput zijn uit de humanistische bron, de bron van de volkssouvereiniteit. Het bewijs daarvan vind ik in de Amerikaansche onafhankelijkheidsverklaring. Daarin lezen we: „Wij beschouwen het als vanzelfsprekende waarheden dat alle menschen gelijk geschapen zijn, dat zij van hun Schepper zekere onvervreemdbare rechten hebben ontvangen, dat onder die rechten zijn het leven, de vrijheid en het nastreven van geluk, dat het is om deze rechten te verzekeren dat de overheden over de menschen gesteld zijn en dat zij hun rechtmatige macht slechts ontleenen aan de toestemming van hen, die geregeerd worden: dat in alle gevallen waarbij een vorm van overheid verderfelijk wordt voor deze doeleinden, het volk het recht bezit deze te wijzigen of af te schaffen en een nieuwe overheid in te stellen, waarbij haar grondslagen op zulke beginselen worden gevestigd, en haar ma«ht in zulke vormen wordt gegoten, dat deze het volk het meest geschikt toeschijnen, om zijn veiligheid en zijn geluk te verwezenlijken".

Ik onderstreepte enkele woorden, uit welke bijzonder de volkssouvereiniteitsgedachte blijkt en vergeet het niet dat, naast de waardeering van Kuyper, ook gerekend moet worden met het feit, dat dit stuk een zeer gewaardeerd document heet voor de Westersche staatkunde. Ik zou, als ik let op de antirevolutionnaire practijk, het haast ongewijzigd in het program der A.R.-Partij kunnen invoegen.

Het stuk is hiermee nog niet geëindigd. De rest hopen we later door te geven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 augustus 1950

De Reformatie | 8 Pagina's

DS B. A. BOS OVEK DB ANTI KEVOLUTIONAIRE PAKTIJ: MEEGESLEURD IN DEN VAL, VAN HEX LBBEKALISME.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 augustus 1950

De Reformatie | 8 Pagina's