Was de Reformatie een vergissing? - pagina 29
1. Was de Reformatie een vergissing?..2. Sola Fide in de leer der Rechtvaardiging...3. De degradatie van het Woord Gods in de Roomsche kerkleer...4. De miskenning van het ambt en het werk des H. Geestes in de Roomsche kerkleer...5. Noch rechts, noch links, maar den koninklijken weg.
en wetenschap, in staat en maatschappij, overal wenschten zij zich te buigen voor Gods Woord en voor de wet des Heeren, ons in dat Woord geopenbaard. Dit is de koninklijke weg, die zij ons hebben voorgesteld; als we op dien weg ons stellen, wordt het duidelijk, dat het beginsel van de autoritaire kerk, zooals die in de Roomsche kerk belichaamd is, evenzeer een afwijking is, m a a r dan n a a r rechts, als het beginsel, dat de mensch autonoom verklaart, een afwijking naar links. Bij beide onttrekt men zich a a n het eenige richtsnoer in leer en leven, dat God ons gaf in zijn geschreven Woord. Het maakt ten slotte geen verschil uit, dat zij, die de autonomie van den mensch uitroepen, meestal in een hopeloos en uitzichtloos individualisme verstrikt raken, terwijl de autoritaire kerk er zich op beroemen kan een hechte g e m e e n s c h a p te vormen. Want de autonomie van den individueelen mensch verschilt in wezen niet van de autonomie eener menschelijke gemeenschap, ook al draagt ze den naam van staat of kerk. Als de kerk zich en h a a r ordinantiƫn meer macht en autoriteit toeschrijft dan den Woorde Gods, (Ned. Geloofsbel. art. 29.) verschilt ze in niets van den individueelen mensch, die zulk een wet aanvaardt die het meest overeenkomt met zijn inzicht, met zijn gevoelens en genegenheden. In Openb. 22 : 18 en 19 wordt evenzeer gewaarschuwd tegen het toevoegen aan de woorden Gods als tegen het afdoen daarvan. Als eenige menschelijke instantie, al is het een kerk, o n v o o r w a a r d e 1 ij k e onderwerping en gehoorzaamheid vraagt aan zich, hebben we te doen met een autonomie, die in strijd is met de o n v o o r w a a r d e l i j k e onderwerping aan Gods Woord en wet. De Reformatie heeft nooit ontkend de groote beteekenis der kerk noch haar verheven roeping in deze wereld; zij weet van de regeering der kerk door kerkelijke ambten en heeft immer eerbied geeischt voor deze inzettingen des Heeren maar zij heeft geweigerd de kerk te aanvaarden als een middelares tusschen den Heere zelf en zijn geloovigen in dien zin, dat de geloovigen ten volle hebben te vertrouwen, dat de kerk niet dwalen kan en dus al haar ordeningen moeten aanvaarden zonder toetsing aan het geschreven Woord. De H. Geest is niet alleen aan de kerk in haar geheel beloofd, aan haar ambtsdragers en voorgangers, maar aan alle geloovigen, een ieder in het bizonder. Zegt Petrus niet op den Pinksterdag met een beroep op de Schrift, dat de H. Geest zelfs op de dienstknechten en dienstmaagden is
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1940
Reformatorische stemmen | 36 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1940
Reformatorische stemmen | 36 Pagina's