De kern van onze nationale gedachte - pagina 13
‘Het was in 1942 […] dat het bestuur van de Willem de Zwijger-Stichting, tot den historicus Dr. J.C.H. de Pater het verzoek richtte een geschrift samen te stellen over de kern van onze nationale gedachte. Het bestuur was ook destijds toen de Duitschers nog oppermachtig in ons werelddeel heerschten overtuigd, dat uiteindelijk het recht over de macht zou zegevieren en ook ons land zou herrijzen. […] De oorlog bracht ook in ons land een nadere bezinning op den inhoud van onze nationale gedachte.’
bereidwillig de hand aan de Inquisitie, om andersdenkenden, die door de kettermeesters werden aangewezen als rijp voor excommunicatie uit de kerkelijke gemeenschap, van Staatswege te doen vervolgen en terechtstellen. Kerk en Staat vormden een nauwe eenheid en de Staat had er belang bij de eenheid van de Kerk, die op allerlei wijze, in het huwelijksrecht, het erfrecht enz., met den Staat was samengeweven, ongerept te handhaven. Reeds Karei V begon dan ook, zoodra zich in zijn landen aanhangers van wat men noemde de Nieuwe Leer vertoonden, met de geloofsvervolgingen. Hij deed hen in de gevangenis werpen en op den brandstapel brengen of op andere wijze uit den weg ruimen. Maar van meet af stuitte hij daarbij op verzet, dat vooral uitging van de stedelijke besturen. De stad vormde in de Middeleeuwen een gesloten eenheid, veilig beschut achter haar wallen en poorten als een eiland in het Staatsgeheel. Zij werd bestuurd door Burgemeesters en Vroedschap, terwijl Schout en Schepenen de rechtspraak in handen hadden. Zoo'n middeleeuwsch stadsbestuur voelde zich verantwoordelijk voor alle inwoners en het beschouwde de inmenging van inquisiteurs en kettermeesters in zijn aangelegenheden in veel gevallen als een ondraaglijke tyrannie. In den loop der tijden hadden de meeste steden het Jus de non evocando verworven, het recht dat de inwoners alleen voor de stedelijke rechtbank konden terechtstaan en niet willekeurig voor een hoogere rechtbank mochten worden gesleept. Het stadsbestuur ging prat op dit privilege en het zag met verdriet, hoe de kettermeesters zich daaraan niet stoorden, en de inw-oners, die onder de bekoring waren gekomen van de nieuwe denkbeelden, herhaaldelijk voor andere juridische instanties dan de stedelijke werden geroepen en door deze veroordeeld, zonder dat op zijn protesten werd gelet. De stedelijke rechtbank moest haar folterapparaten leenen aan de Inquisitie en te gelegener tijd zelf door deze aangewezen poorters doen terechtstellen, maar het ging in de meeste gevallen niet van harte. De inzinking, die de Roomsch-Katholieke Kerk in dezen tijd doormaakte, had zich in veel gevallen ook meegedeeld aan de stedelijke regeeringsfamihes. Zij waren of geheel onder de bekoring van de nieuwe denkbeelden gekomen, of stonden in elk geval onverschilliger tegenover het oude dan vroegere geslachten. Erasmus was voor velen een man naar hun hart, juist omdat hij in plaats van vervolgzucht verdraagzaamheid predikte, aandrong op het scheiden van den persoon van de zaak, die hij voorstond, de
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1945
Reformatorische stemmen | 52 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1945
Reformatorische stemmen | 52 Pagina's