Het ontstaan van het Pausdom - pagina 30
Uit de inleiding: ‘Daarom mogen wij de R.K. Kerk in haar redeneering om tot een onfeilbare kerk, een onfeilbaar leergezag al de eeuwen door te komen, niet volgen.’
meente te Rome, maar op Petrus, die haar gesticht heeft. De zin uit ep. 59, 14 wil dus zeggen : „zij gaan naar den bisschopszetel, die door Petrus gesticht is en naar de kerk, die door hem, den princeps, den eersten bisschop naar tijdsorde gegrond is, door dien Petrus, van wien de eenheid der priesters (bisschoppen) is uitgegaan". 32) De gedachte aan Petrus, die symbool is van de eenheid, had hen moeten weerhouden tweedracht te trachten te zaaien. Zij probeeren door hun bedrog en vermetelheid de eensgezindheid der bisschoppen te verstoren. Cyprianus rekent er echter op, dat zij niet zullen slagen, gezien de standvastigheid der broeders te Rome, reeds vroeger door den apostel Paulus geprezen. Met een gezag, dat de gemeente te Rome zou hebben over andere, heeft dit niets te maken. Dat dit laatste niet het geval is, toont het verdere van ep. 59, 14, waarin Cyprianus duidelijk laat uitkomen, dat hij geen hoogere instantie erkent, welke het recht zou hebben een zaak, die reeds in Afrika afgehandeld was, nog eens nader te onderzoeken. Behalve bovengenoemde plaatsen zijn er tal van andere in de schriftelijke nalatenschap van Cyprianus, die duidelijk aantoonen, dat er v a n een oppergezag van Rome in het midden der derde eeuw geen sprake was. W e willen in de eerste plaats wijzen op een brief, welken het presbyterium van Rome in dien tijd schreef aan Cyprianus. Ook in Rome woedde de vervolging. In 250 stierf haar bisschop Fabianus aan de gevolgen v a n zijn gevangenschap. Gedurende eenigen tijd, in 251, was de bisschopszetel vacant. Vandaar, dat bovengenoemd schrijven aan Cyprianus van het presbyterium uitging. Dit begint nu met de volgende w o o r d e n : „Hoewel degene, die een goed geweten heeft en op de kracht der evangelische onderwijzing steunt en tot een waar getuige voor zichzelf is gemaakt in de hemelsche inzettingen, gewoon is tevreden te zijn met God als zijn eenigen Rechter, zonder ooit de loftuitingen te zoeken of de beschuldigingen van wien ook te vreezen, — toch zijn zij dubbelen lof waardig, die, zich bewust, dat hun geweten alleen tegenover God als hun Rechter verantwoordelijk is, toch wenschen, dat hun handelingen ook door hun broederen zelf mogen goedgekeurd worden", (ep. 30, 1) Deze brief, die door Novatianus was opgesteld, was geschreven uit naam van de presbyters en diakenen te Rome. „Hier proclameert Rome zelf nog als een algemeenen regel de gebondenheid des gewetens alleen aan God, erkent ze geen enkel bindend gezag tusschen Hem en de plaatselijke gemeente, en ontkent ze expressis verbis, dat zij zelf eenige bindende macht zou bezitten over andere gemeenten, in casu Carthago". 3 3 ) Zij gaat niet uit van het standpunt, door R.K. later ingenomen, dat de gemeente te Rome oppergezag heeft over al de andere, en haar bisschop de juris-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1949
Reformatorische stemmen | 60 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1949
Reformatorische stemmen | 60 Pagina's