Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Deformatie van het Heiligheidsbegrip; in de Roomse Kerk en Theologie - pagina 50

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Deformatie van het Heiligheidsbegrip; in de Roomse Kerk en Theologie - pagina 50

1. De Deformatorische ontwikkeling tot de Scholastiek...Vóór Augustinus - Augustinus - Dionysius pseudo Areopagita - Maximus Confessor en Johannes Scotus Eriugena...2. De Deformatorische Ontwikkeling in de Scholastiek...Anselmus van Canterbury - Albertus Magnus - Alexander van Hales - Bonaventura - Thomas van Aquino - Johannes Duns Scotus - Meester Eckhart - Willem van Ockham...

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

engelen, zijn naaste Christus". ) De wegen van Sion zijn de heiligen, die het voorbeeld geven, hoe men moet leven. ) „Hieruit blijkt, dat er voor de mensen geen heil is in het aanspreken der heiligen, maar in het hen navolgen. ) Er is één plaats over het heiligdom i.v.m. de heiligen: in de voorhof zijn zij die leven (ps. 135); in het heilige zij die het eerste kleed hebben (ps. 66 : 13); in het heilige der heiligen zij, die beide hebben zoals Christus. ) Maken we nu onze conclusie over Bonaventura op, dan valt het op, dat hij weinig Dionysius en veel Augustinus citeert, Maar hij leest Augustinus door een aristotelische bril. Het vorm-materie-schema en het intellectualisme zijn duidelijk te herkennen. Maar de supprematie van Aristoteles gaat bij Bonaventura minder ver dan bij de anderen. Hij was van Albertus' werken op de hoogte, maar volgde diens constructie van het neutrum uit Luc. 1 niet; hij wees die als 't ware af. In het hoger-lager-schema overschat hij de (goddelijke) ziel en onderschat het (aardse) lichaam. De heiliging zetelt in het hogere, laat het lagere in zekere zin onberoerd voegt aan het lagere iets toe, dat het kwijt was: donum superadditum. Zo wordt het lagere tot zelfstandigheid, ook tegenover God: de mens heet deiformis. Heiliging heet de onzichtbare inwoning van de Geest, maar is gebonden aan het kerkelijk ritueel in doop, kruis, olie en licht: de heiliging is een kerkelijk vergoddelijkingsproces. Eenmaal heet de heiliging de volbrenging van de liefdewet, meest echter is het moralistische deugdvolbrenging. De scholastisch-Griekse schematisering is diep in het heiligheidsbegrip doorgedrongen; tegelijk vertoont het de neiging om de sanctificatio in de sanctificatio van Maria te doen opgaan. Een bijzonderheid van Bonaventura is, dat hij de sanctificatio van Maria stelt tussen de geboorte IN en de geboorte U I T de baarmoeder. Mogelijk uit reactie tegen de verphilosophering van het heiligheidsbegrip geeft Bonaventura wel veel (dikwijls niet schriftuurlijk gebruikte) Schriftcitaten, maar bleef veelszins in de aristotelische schemata steken. 194

195

196

197

V. T h o m a s van Aquino

Thans nemen we kennis van het standpunt van Thomas van Aquino. ) Het moralistisch karakter van Thomas' heiligheidsbegrip blijkt reeds dadelijk hieruit: „Iemand wordt heilig genoemd om de een of andere deugd, wegens een meer uitstekend aan de dag leggen van de daad van een bepaalde deugd. ) Toch blijft er ook het verband met God doorklinken: „Heiligheid wordt aan die dingen toegekend, die aan God gewijd zijn. Door de benaming „heilig" wordt de zuiverheid van de goddelijke goedheid aangeduid" ). Merkwaardig is de opmerking over de mens: „omdat de ziel het eerste beginsel van het leven is, is zij dus niet een lichamelijke werkelijkheid maar de akt van een lichaam, zoals de warmte, die het beginsel is, waardoor iets verwarmd wordt, geen lichamelijke werkelijkheid is, maar de akt van een lichaam". ) Alle mensen hebben een vrije 198

199

200

201

>••) "•) "•) "') '") "•) " ) * ) 0

01

dl. X I I pg. 255a. dl. X pg. 147b. dl. X pg. 491a. dl. IX pg. 235a. Thomas Aquinas opera omnia iussu imponsaque Leonis X I I I P.M. edita Romae 1882. Summa prim, sec.; qu 66; art. 2. Summa prima pg. 376. Summa prima pg. 195.

Dit artikel werd u aangeboden door: Willem de Zwijgerstichting

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1957

Reformatorische stemmen | 66 Pagina's

De Deformatie van het Heiligheidsbegrip; in de Roomse Kerk en Theologie - pagina 50

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1957

Reformatorische stemmen | 66 Pagina's