Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Deformatie van het Heiligheidsbegrip; in de Roomse Kerk en Theologie - pagina 47

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Deformatie van het Heiligheidsbegrip; in de Roomse Kerk en Theologie - pagina 47

1. De Deformatorische ontwikkeling tot de Scholastiek...Vóór Augustinus - Augustinus - Dionysius pseudo Areopagita - Maximus Confessor en Johannes Scotus Eriugena...2. De Deformatorische Ontwikkeling in de Scholastiek...Anselmus van Canterbury - Albertus Magnus - Alexander van Hales - Bonaventura - Thomas van Aquino - Johannes Duns Scotus - Meester Eckhart - Willem van Ockham...

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Volgens Bonaventura werd bij de eerste heiliging (in de moederschoot) de persoon van Maria geheiligd; bij de tweede (de overschading met de H . G . en de ontvangenis van de Z o o n ) haar natuur. Dat is dus anders dan bij Alexander van Hales, die de sanctificatio van de natuur terughield o m plaats te houden voor de noodzaak van het offer van Christus. Dan trekt Bonaventura de volgende vergelijking: „ M e r k tevens uit het voorafgaande en volgende o p d a t de Heilige Maagd tengevolge van haar eerste heiliging alle gedoopten overtrof; en tengevolge van haar tweede heiliging de zuiverheid van A d a m , die hij vóór de zondeval bezat overtrof; dat zij door haar bevestiging de zuiverheid der engelen overtrof (die kunnen niet meer toe o f afnemen; de „Heilige Maagd kan in verdienste toenemen en niet achteruitgaan"). „ H e t vlees van de Heilige M a a g d is niet geheiligd vóór dat het een ziel kreeg, omdat de heiliging door een toegevoegde gave (donum superadditum) moet geschieden, die niet in het vlees maar in de ziel ontvangen wordt". 1 5 7 ) Zakelijk komt dat overeen met wat we bij anderen vonden; in woorden is het vooral iets minder intellectualistisch. Jezus is de eerstgeborene, „ o m d a t hij als eerste zonder zonde geboren is". „ D u s schijnt het dat de Heilige M a a g d niet zonder zonde geboren is, daar zij vóór Christus geboren is; dus is zij niet geheiligd vóór ze geboren is". Daarom onderscheidt Bonaventura nu geboorte IN de baarmoeder (uit de verbinding van de ziel met het vlees) en geboorte U I T de baarmoeder. De sanctificatio van Maria had plaats na de geboorte I N de baarmoeder (en dus is Christus de eerstgeborene) maar vóór de geboorte U I T de baarmoeder. Een nieuw punt is de rol van de kerk in de sanctificatio 1 5 8 ): De heiliging is drievoudig evenals het huis des Heren (materialis, spiritualis, coelestis). In de eerste (tempel) woont Christus door lichamelijke aanwezigheid en onder het sacrament. Het tweede is „ de trouwe ziel, waarin Christus woont met zijn gen a d e " . V a n de overeenkomstige heiliging zegt Bonaventura: „ T e n eerste moet het besprenkeld worden met het water der vermorzeling, de besprenkeling der nederigheid; ten tweede moet het getekend worden met het kruis der boetvaardigheid en de versterving des vleses; ten derde moet het gezalfd worden met de olie der geestelijke blijdschap; ten vierde moet het verlicht worden met stralen van het licht van een eervalle o m g a n g " . O p pg. 133a wordt drieërlei heiliging genoemd: de reiniging van de zonde; de toewijding aan de dienst van G o d ; de bevestiging in het goede. Over het karakter van de sanctificatio door de kerk lezen we 1 6 9 ): „Als ge de tegenwerping maakt, dat, indien bij gezegend water niet gezegend wordt gedaan, dat laatste ook gezegend wordt, dan is het antwoord, dat dit hetzelfde is, omdat de wijding niets in de olie brengt en de zegening niet in het water, dan iets bijkomstigs en een zekere eigenschap van heiliging, maar deze wijding brengt een verandering tot ware zelfstandigheid teweeg en een bevatten van dezelfde zelfstandigheid, die door de deugd alleen er in geschapen is met medewerking van het W o o r d van H e m z e l f " . W a t is de roeping van de mens in de heiliging?" Wanneer ge echter de wet onderhoudt, wordt ge geheiligd en vervuld met de Heilige

» ' ) dl. IV pg. 59b. 1 5 ') dl. X I V pg. 125a. "•) dl. V pg. 517a.

Dit artikel werd u aangeboden door: Willem de Zwijgerstichting

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1957

Reformatorische stemmen | 66 Pagina's

De Deformatie van het Heiligheidsbegrip; in de Roomse Kerk en Theologie - pagina 47

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1957

Reformatorische stemmen | 66 Pagina's