De Deformatie van het Heiligheidsbegrip; in de Roomse Kerk en Theologie - pagina 40

niet voortbrengen". Bij de overschaduwing niet de H . G . „bleef slechts datgene in de M a a g d over, wat tot de straf behoorde, m a a r al datgene verdween, wat tot de schuld behoorde. W a t men gelooft, dat bij de verwijdering van de zonde in h a a r heeft plaats gehad, daarvan hoopt men, dat het in alle gelovigen zal plaats h e b b e n ; d a t het in hen plaats zal vinden, zeg ik, doch niet in hun lichaam zolang het nog sterfelijk is, m a a r wanneer het reeds onsterfelijk is geworden". Bijna opzienbarend wat het gebruik van de Schrift betreft is: „4. Over de heiliging van de H . M a a g d : Ps. 41 : 15: de Allerhoogste heeft gijn tabernakel geheiligd, en Ps. 45 : 6: God zal midden in haar, d a t is in de schoot van de Maagd, niet veranderen, nl. van godheid tot mensheid". W e letten nog afzonderlijk op het bijvoeglijk en zelfstandig naamwoord. Soortgelijke ethymologische notities als hierboven vermeld, vinden we 110 ). Hij noemt als betekenis van „heilig": rein, versterkt, met bloed bevochtigd (,,de eerste en oorspronkelijke betekenis") en besluit: „ D a a r o m heeft iedere wijze van heiliging in de eerste plaats zijn oorsprong bij de uitstorting van bloed en daarom wordt sanctus afgeleid van sanguinare (bloedig m a k e n ) " . Hetzelfde is het geval 111 ) in verband met de Vader in de Drieëenheid: de Vader is de Heilige. „Die onaards is, zonder onderwerping . . . zonder verduistering (Zoon) . . . zonder de koudheid van de ongerechtigheid en de hardheid der kwaadaardigheid (Heilige Geest)". De belijdenis, dat er in Christus niets gemeenschappelijks is met de duivel noemt Albertus „een getuigenis van volmaakte heiligheid". 112 ) Christus „is immers heilig in zijn natuur, in zijn werken, in zijn opoffering of offer". In zekere zin is Christus alleen heilig 113 ), „ o m d a t hij alleen door zijn bloed het verbond der verlossing bevestigd h e e f t " en omdat hij alleen altijd volkomen rein was, de enig dappere en sterke was, die nooit in deugd wankelde of in de verzoeking week. Heilig wordt van de H . G . gezegd, „ o m d a t hij ons krachtens zijn heiligheid heilig maakt". 1 1 4 ) De heiligen worden in de Schrift uitverkorenen, volk Gods, erfdeel genoemd. 1 1 5 ) De heiligen van het O . T . zijn: de Wetgever, de Patriarchen en de Profeten; die van het N . T . : de Apostelen, de martelaren, de kerkleraren, de maagden, de weduwen en de goede gehuwden. 1 1 6 ) De rechtvaardigen roepen tot God vanwege hun grote nood, om de afstand tussen God en hen en om de verhindering van de zonde. 1 1 7 ) Ook worden de heiligen zuilen genoemd (lang is lankmoedigheid; slank is nederigheid; vlak is armoede; rond is eeuwigheid. 118 ) Elders heten ze sterren wegens het licht van hun rechtvaardigheid en de verhevenheid van het licht, waarmee ze aan de hemel staan. 118 ) Ze worden ook lichamelijk door het genot van de deugd verkwikt. 120 ) Zij kennen een viervoudige droefheid: om hun eigen zonden; om de zonden van de naasten; om hun huidig verblijf en om het uitstel van de zaligheid. 121 ) In de vervolging verwerven »•) '") lla ) "') *") '") >") »') "•) "•) '") '")

Band Band Band Band Band Band Band Band Band Band Band Band

38. L i b de Sacrif. Missae 1.3.21. 38. coom O p e n b . v. J o h . IV.8. 21. comm. M a r e . 1 : 24. 38. Lib. d e Sacrif. Missae 3.25. 34. C o m p . T h e o l . lib. 1.9. 17. c o m m . ps. 105.5. 18. D e muliere forte c . I X §.1. 15. c o m m . ps. 33 : 18. 16. c o m m . ps. 7 4 : 4. 18. c o m m . Ezech. 8 : 10. 18. c o m m . Daniël 1: 13. 24. c o m m . Ev. v. J o h . 16: 20.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen