Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Deformatie van het Heiligheidsbegrip; in de Roomse Kerk en Theologie - pagina 43

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Deformatie van het Heiligheidsbegrip; in de Roomse Kerk en Theologie - pagina 43

1. De Deformatorische ontwikkeling tot de Scholastiek...Vóór Augustinus - Augustinus - Dionysius pseudo Areopagita - Maximus Confessor en Johannes Scotus Eriugena...2. De Deformatorische Ontwikkeling in de Scholastiek...Anselmus van Canterbury - Albertus Magnus - Alexander van Hales - Bonaventura - Thomas van Aquino - Johannes Duns Scotus - Meester Eckhart - Willem van Ockham...

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het genadebegrip van Alexander ontdekken we reeds de genade vóór de val. Hij onderscheidt ) ongeschapen genade, de Heilige Geest, de forma transformans en de forma transformata, die in de anima na (EX) de transformatie overblijft: de geschapen genade. ) Hij poogt het genade-karakter te redden door op te merken, dat er niets in de ontvangende is, dat hem het ontvangen waardig maakt. ) De ordening tot genade en heerlijkheid ontvangt het vlees door de ingieting van de a n i m a . ) Als regel woont God door de genade van het sacrament in de mens; alleen de sanctificatio in de moederschoot maakt daarop een sporadische uitzondering: in hen woont God door de Heilige Geest. Er is dadelijke schuld (door eigen lib. arb.) en oorspronkelijke schuld (buiten eigen lib. arb.: uit Adam). „Zo is het nu precies met de rechtvaardigmaking, daar zij niet anders is dan een terugkeer van de ongerechtigheid tot de gerechtigheid: de dadelijke schuld wordt weggenomen door een rechtvaardigmaking, waar de mens zelf wat aan doet, de oorspronkelijke schuld wordt weggenomen door rechtvaardigmaking, waar de mens niets aan doet, die hem aangedaan w o r d t " ) M a a r dan komt er nog iets bij: de laatste is beperkt tot de kinderen, de eerste tot de volwassenen, want wat de volwassene betreft, is het behoorlijk, „dat hij iets dat in hem is, doet voor de rechtvaardigmaking, gelijk hij iets deed dat in hem was, met betrekking tot de ongerechtigheid". ) Hij spreekt over ) de gratia gratis data (genade uit genade gegeven). In de natuur liggen allerlei disposities om bepaalde vormen te ontvangen. „Zo zeg ik, dat in de rationele natuur de mogelijkheid ligt, dat het tempel zij; de gratia echter gratis data of de dona gratis data zijn als de dipositiones, die de ziel er toe geschikt maken, zoals profetie, wetenschap en dergelijke, maar toch nog toe is de anima nog geen tempel Gods, maar eindelijk volgt de dipositie, welke de noodzakelijkheid is, waarop noodzakelijkerwijs volgt, dat de ziel een tempel is, waarin God woont: in deze dispositie is een gratia gratum faciens, (die begenadigd maakt) die de tempel volmaakt; zij is dus als het ware de noodzaak de ziel te verenigen met de hoogste waarheid en goedheid. O m d a t deze gratia echter verenigt en verbindt met God en de andere niet, daarom wordt gezegd, dat God volgens de gratia gratum faciens en niet volgens de gratia gratis data inwoont". Het effect van de gratia w o r d t ) genoemd: zuiveren (forma naturalis, neemt de ongelijke disposities van de materie weg); verlichten (wil gelijke disposities in de materie voeren); volmaken (voert zichzelf in de materie in en volmaakt deze). Zo gaat het nu ook met de anima; wat haar betreft heet het effect ): levend maken, gelijk maken, begenadigd worden. Het lib. arb. kan er toe gebracht worden te willen, wat hij te voren niet wilde. De gratia gratis data heet tenslotte ) „een de rationele natuur ingegoten gave zonder verdiensten, die wat haar zelf betreft, geschikt maakt voor het eigen heil en de opbouw van de ander". 137

138

139

140

141

142

143

144

145

146

") ") ") ") ") ") ") ") ") ")

Tom. IV pg. 957. Tom. IV pg. 959. Tom. IV pg. 990. Tom. I pg. 80. Tom. I pg. 82-83. Tom. IV pg. 980-982. Tom. I pg. 83. Tom. IV pg. 907-908. Tom. IV pg. 1000. Tom. IV pg. 1025.

Dit artikel werd u aangeboden door: Willem de Zwijgerstichting

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1957

Reformatorische stemmen | 66 Pagina's

De Deformatie van het Heiligheidsbegrip; in de Roomse Kerk en Theologie - pagina 43

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1957

Reformatorische stemmen | 66 Pagina's