Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Incarnatie en genade - pagina 30

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Incarnatie en genade - pagina 30

1. Een gemeenschappelijke belijdenis - 2. Natuur en genade - 3. De genade in Christus zelf - 4. De genade in de gelovigen - 5. De bemiddeling der genade - 6. Is boven-natuurlijke genade schriftuurlijk? - De erfzonde - 8. Christus waarachtig mens - 9. De genade en de sacramenten - 10. Het geloof - 11. De Heilige Geest.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

deze genadegave deelachtig. De werking der sacramenten gebeurt nooit physisch geheel buiten het gelovig bewustzijn o m , wanneer de ontvangers volwassen zijn." 9 0 ) Z o is er volgens R o m e geen sprake van magie, wel is er echter een hechte band „tussen het trouw voltrokken ritueel en de levendmakende kracht des Geestes, die van zijn kant „ a l t i j d " een bepaalde genadegave wil schenken door het middel van een bepaald sacrament". 9 1 ) In het „ e x opere operato", dat de reformatorische Christen een aanstoot is, ziet de Rooms-Katholiek de vastheid uitgedrukt van de band tussen de H . Geest en het sacrament. „Vast en automatisch is deze band, verankerd als zij is in de goddelijke trouw aan een goddelijke instelling, die tekens in het leven wilde roepen, welke een actuele deelgeving aan het Heil van Christus betekenen." 9 2 ) Met de sacramenten in deze zin opgevat, meent R o m e meer te ontvangen dan in de kerken der Reformatie mogelijk is. In deze toch neemt het W o o r d de voornaamste plaats in. Dat W o o r d spreekt van vergeving, komt met de belofte van heil in Christus Jezus. De sacramenten, die er bediend worden, zijn tekenen en zegelen van G o d ingezet, opdat Hij ons door het gebruik daarvan, de belofte van het Evangelie des te beter te verstaan geve en verzegele, nl. dat Hij ons, vanwege het enig slachtoffer van Christus, aan het kruis volbracht, vergeving der zonden en het eeuwige leven uit genade schenkt (Heidelb. Cat. antw. 66). Het sacrament is een zegel o p het W o o r d , o p de belofte, het geeft niet iets extra's, niet iets meer daar boven uit. Het is een zichtbaar W o o r d . De prediking van het W o o r d en de bediening van het sacrament hebben ten doel het geloof te werken en te versterken met al de rijkdom, die hierin besloten ligt. Bij R o m e is het evenwel anders. Het W o o r d en de prediking van het W o o r d moeten wel tot het geloof voeren, maar dit heeft toch meer een toeleidend en verwijzend karakter. Volgens de Rooms-Katholieke leer „schenkt het sacrament genade op een wijze, die niet in de geloofsrelatie opgaat, hoewel deze genade niet kan ontvangen worden zonder het geloof. De essentiële functie van het geloof is wel deze, dat de mens door het geloof zich tot G o d wendt als tot de Schenker van het Heil in Jezus Christus, maar de schenking er van geschiedt vooral door het sacrament. Z o is het geloof o p het sacrament geordend en wat het sacrament schenkt, kan niet in de categorie „geloofsgenade" gevangen worden . . . De sacramentele genade is datgene, waartoe de H . Geest de gelovige heenleidt . . . De prediking werkt niet ex opere operato, omdat het in haar aard ligt de mens voor een beslissing te stellen; is deze beslissing gevallen, dan komt het sacrament als goddelijke gave. G o d schenkt deze gave niet bij gelegenheid van het sacrament, maar in en door het waarneembare physieke teken; het is niet slechts een zichtbaar woord, maar een levensmededeling langs physieke weg . . . De gaven, waardoor God ons tot Christenen maakt, komen niet tot ons door het geloof alleen". 9 3 ) „ D e sacramenten zijn vereist, wil men ten volle Christus deelachtig zijn." 9 4 ) Alleen door de sacramenten wordt een ontologische kracht ingestort, heeft een ontologische vernieuwing plaats. Hierdoor heeft men deel aan het nieuwe, goddelijke leven. En dat mist R o m e bij de Reformatie. ") •') ") ") •4)

Idem, a.w. blz. 330. Idem, a.w. blz. 307. Idem, a.w. blz. 318. A. Hulsbosch, a.w. blz. 218v. Idem, a.w. blz. 220.

Dit artikel werd u aangeboden door: Willem de Zwijgerstichting

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1958

Reformatorische stemmen | 76 Pagina's

Incarnatie en genade - pagina 30

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1958

Reformatorische stemmen | 76 Pagina's