Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het heiligheidsbegrip in de theologie der Reformatie - pagina 36

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het heiligheidsbegrip in de theologie der Reformatie - pagina 36

1. De eerste Reformatoren...Luther - Zwingli en Bullinger - Calvijn...2. De Reformatoren van de tweede generatie...Ursinus - Olevianus - Junius - Chamierus...3. De Nederlandse Reformatorische Theologie...Synopsis Puroris Theologiae - Franciscus Gomarus - Gijsbertus Voetius - Johannes à Marck...

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

„De heiligmaking is de genade Gods, die bij veronderstelde rechtvaardigmaking werkelijk ons verstand verandert en onze wil ten goede zo zeer, d a t wij zelf, die vol zijn van gebreken, plaats geven a a n deugden. Dat dit gegeven wordt tegelijk en eens voor altijd in alle delen volmaakt, opdat het het ware f u n d a m e n t van de goddelijke liefde zij. Dat dit bij graden gegeven wordt, zodat het langzamerhand tot voortgaan tot het allerhoogste wordt gebracht; wat echter nooit zal komen, d a n wanneer wij in de hemel gerukt, deelgenoten zullen zijn van de eeuwige zaligheid 2 0 0 ). Hoe ziet Chamierus het verband van doop en wedergeboorte? „ D e maior wordt bewezen. O m d a t elk kind van God wedergeboren is; en de gelovige zijn gehele leven kind van God is; derhalve is elk kind van God zijn gehele leven door wedergeboren" 2 0 1 . Er is werkzaamheid van de doop en dus sanctificatio in de toekomst. „Derhalve is de maior duidelijk: o m d a t de betekening is de werkzaamheid van de d o o p : is derhalve de sanctificatio deels betekening, deels werkzaamheid. E n de minor is bij Paulus in R o m . 6:12. De geest is duidelijk. Niemand, die voor de zonde dood is in de doop, leeft na de doop in de zonde. En alle gedoopten zijn der zonde dood in de doop. Derhalve leeft niemand, die gedoopt is, na de doop in de zonde. M a a r deze maior is duidelijk onjuist; als tenminste de effecten van de doop niet op één ogenblik zijn" 2 0 2 ). Er is verschil in sanctificatio, hoewel er één n a a m voor gebruikt wordt. Hij schrijft n a a r aanleiding van de bekende plaats uit 1 Kor. 7: „ W a n t niet zoals de m a n geheiligd heet in de vrouw, heten de kinderen heilig in de ouders, m a a r absoluut heilig zijn ze" 2 0 3 ). Consecratie is „ v a n de ene substantie in de andere doen overgaan". „Sanctificare is wat door contact of bijmenging v a n iets heiligs, geëerbiedigd moet worden en heilig gemaakt is, zoals blijkt uit gezegend water, w a a r ander bijgemengd wordt" 2 0 4 ). De sanctificatio der kinderen is „niet een hen inklevende of ingeplante eigenschap . . . m a a r een van buiten af verleend privilegie, waardoor het zo is, d a t ze juist daardoor, d a t ze geboren zijn uit gelovigen, behoren tot het verbond, d a t God met Zijn kerk aangegaan heeft" 2 0 5 ). De heiligheid sluit de zonde niet uit noch de dadelijke noch de erfzonde. De vergeving der zonden is niet het enige effect van de doop, m a a r al het andere zou er niet zijn wanneer die vergeving er niet was 2 0 8 ). De verworpenen wordt de zonde niet vergeven. „ I k zie, d a t de tekenen der vergeving a a n hen worden meegedeeld door de uiterlijke dienst. M a a r ik ontken, d a t met deze tekenen ook metterdaad de vergeving gegeven is. E n ook wordt niet speelsgewzije of als toneel gedaan, m a a r in het onderscheiden met de onmetelijke wijsheid Gods van schapen en bokken, wat de dienaren niet kunnen 2 0 7 ). De doop „is de particuliere toepassing van de vergeving der zonden, die in het algemeen beloofd is in het W o o r d " 2 0 8 ) . „ Z o n d e r twijfel, is het zó en heel de Schrift prent deze oeconomie in, de rechtvaardigmaking door het geloof is de oorzaak, w a a r o m wij erfgenamen zijn; het middel tot erving is onze sanctificatio" 2 0 9 ). De kwestie van habitus en actus

"00) "») ">•) •8) "*)

IV. IV. IV. IV. IV.

pg. pg. pg. pg. pg.

244. 248. 250. 267. 489.

•«') III. pg. »•) III. pg. III. pg. »») III. pg. ""•) III. pg.

110. 146. 258. 407. 861.

Dit artikel werd u aangeboden door: Willem de Zwijgerstichting

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1961

Reformatorische stemmen | 56 Pagina's

Het heiligheidsbegrip in de theologie der Reformatie - pagina 36

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1961

Reformatorische stemmen | 56 Pagina's