Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het heiligheidsbegrip in de theologie der Reformatie - pagina 45

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het heiligheidsbegrip in de theologie der Reformatie - pagina 45

1. De eerste Reformatoren...Luther - Zwingli en Bullinger - Calvijn...2. De Reformatoren van de tweede generatie...Ursinus - Olevianus - Junius - Chamierus...3. De Nederlandse Reformatorische Theologie...Synopsis Puroris Theologiae - Franciscus Gomarus - Gijsbertus Voetius - Johannes à Marck...

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

E n d a n begint ook de indeling weer: A. W a a r o m ; B. Voor wien. A wordt onderverdeeld in 1. het algemene en 2. het bijzondere. Het Bijzondere wordt onderverdeeld in a. H e t eigene en b. Het gemeine. Het eigene is eerstelijk het gelove en ten tweede de dankbaarheit. „ H e t gemeine einde op alle door uiterlijke gemeenschap aan Christus verbondene . . . passende, is, opdat a a n henlieden, onder conditie van gelove en bekeringe, de genade door den Doop afgebeelt, bevestigt worde". „ E n voor Zijne Bondgenoten houd en erkent God . . . eerstelijk de volwassenen, die gelove en bekeringe met mond en daad belijden . . . T e n Tweeden den K i n d e r e n uit ouderen gesproten v a n welken tenminsten één gelovig moet zijn . . ." Voor de kinderdoop voert hij de volgende gronden a a n : „ l e . o m d a t tot h a a r behoort de belofte van het Verbond des Heils door d e n geopenbaarden Christus; 2e. o m d a t de Heilige Geest tot h a a r behoort; 3e. o m d a t ze tot Christus en zijn Kerk beh o r e n ; 4e. om d a t d e Doop inplaatze voor de Besnijdenisse der K i n d e r e n ingestelt i s " . Uit de afzonderlijke disp. over de doop nog het volgende: De Geest wordt in de vorm van het water in de ziel uitgegoten en besprengt h a a r en wast h a a r af 2 3 8 ). De weldaad van de dopende God is ten eerste „ d e gemeenschap v a n zijn vergoten bloed, zijn dood en begrafenis, waardoor Christus voor ons in zekeren zin in de wateren uitgegoten is . . . en wij in h e m " 2 8 9 ) ; en ten tweede: „ d e onderdompeling van d e zonde, weer onderscheiden in le. de schuld der zonden wordt afgewassen, 2e door de Geest der wedergeboorte wordt de oude mens ondergedompeld en weggenomen" (thes. X X X I ) . Tenslotte nog uit thes. X X X I V : „ H e t eerste is, d a t gerechtvaardigden door oefeningen van het geloof, in Christus a.h.w. indompelen en nauwer verbonden worden . . .; vervolgens d a t geheiligden door gebruik der liefde door de begeerten en de werken van de oude mens te doden en afwassen en de nieuwe mens en zijn werken op te richten in de nieuwheid van zuiver leven w a n d e l e n " . O n z e conclusie is, d a t bij G o m a r u s het indelingsschema wel heel sterk over de stof heerst. Het primaire schema (uitwendig-inwendig) is als onderscheiding al minder juist, m a a r bepaald onjuist is, d a t Gomarus spreekt van „deze twee verbintenissen en dus in feite de scheiding van uitwendig en inwendig verbond a a n v a a r d t . Deze tweedeling splijt d e uitdrukking van het doopsformulier: „een zegel des verbonds en der gerechtigheid des geloofs", niet eenmaal (bij vergissing), m a a r herhaaldelijk (en dus opzettelijk) in tweeën. Ook teken (voor het zintuig) en zegel (voor het hart) dreigt de eenheid te vernietigen. Het zegel als de vorm stempelt het teken als materie. Zo wil Gomarus twee lijnen uit de Schrift in één systeem wringen. Daarbij doen uitdrukkingen als „inzoverre God hen aanneemt en k e n t " en „ o p conditie v a n geloof en bekering" telkens opgeld. De systematisering doet o p vele punten a a n de schriftuurlijkheid te kort. M a a r deze schematisering draagt de kenmerken van de heidense wijsbegeerte: vorm en materie; stempelen; het leven na de dood heet „ h o g e r " leven; het sacrament als geheel wordt niet als op het geloof betrekking hebbend op het h a r t gericht, m a a r a a n het verstand wordt een taak op zich zelf gegeven; „karakter van de d o o p " en „ i n d r u k k e n " herinnert ons sterk aan de Scholastiek; de

• " ) Disp over d o o p th. V I I . pg. 103.

»») th. X X X . pg. 114.

Dit artikel werd u aangeboden door: Willem de Zwijgerstichting

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1961

Reformatorische stemmen | 56 Pagina's

Het heiligheidsbegrip in de theologie der Reformatie - pagina 45

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1961

Reformatorische stemmen | 56 Pagina's