De Apocriefe boeken - pagina 58
1. Plaats en inhoud der apocriefe boeken...2. Het gezag der apocriefe boeken...Athanasius - Hieronymus - Augustinus - Middeleeuwen - Reformatie - Karlstadt - Nederlandse Geloofsbelijdenis - Synode van Dordrecht - Trente...Joodse canon - de apocriefen in het Nieuwe Testamen - concilies...3. De betekenis der apocriefe boeken. - Leer der vergelding - toekomstverwachting - geschiedbeschrijving - culturele betekenis...
Tegenwoordig zoekt men veelal de moeilijkheid om de kloof te overbruggen tussen de oud-christelijke Schriftopvatting èn het moderne denken en voelen, op een andere wijze. Men wil ook hier de dingen heilshistorisch of openbaringshistorisch zien. Jezus wijst immers er telkens op, hoe in zijn leven en werken, lijden en opstanding, de Schrift wordt vervuld. Zo handelen de evangelisten en de apostelen in hun brieven. Men moet nu, wordt gezegd, de gedachte der vervulling als kern van de oudchristelijke Schriftopvatting zien. De vervulling van de Schriften is het hoofdthema van de onderwijzing der kerk. Alles geschiedde „ o m onzentwiP' (Rom. 4:23). En men concludeert n u : De gedachte van het gezag wordt gedragen en gemodificeerd door die der vervulling. Jezus oefende van hieruit critiek op de Oud-Testamentische Schrift. N u zal niemand kunnen lochenen, dat de idee der vervulling een vruchtbaar en dankbaar gezichtspunt is om het Nieuwe Testament te verstaan. Jezus sprak ervan in de synagoge te Nazareth (Luc. 4:21), bij de aankondiging van zijn nabije lijden (Matth. 26:54) en bij vele andere gelegenheden. Verder geven wij toe, dat het in geloofsvragen allesbehalve onverschillig is, wat autoriteit, welke oorkonde gezag oefent. Hier gaan inderdaad de wegen van Jezus en de Farizeeërs uiteen. Dogmatisch uitgedrukt: de Farizeeërs maakten van het genadeverbond een werkverbond. Ze vergaten, dat de wet in Ex. 20 opent met de herinnering aan de verlossing (Ex. 20:2). Ondanks het sterk-wettisch stempel, dat de Godsopenbaring op de Sinai en daarna draagt, blijft de stuwende grondgedachte van het Oude Verbond die der genade. Dit hebben wij van Paulus geleerd. Vanzelfsprekend moeten wij ons bij het Schriftgebruik en het tot geldigheid brengen van het Schriftgezag, door deze gedachte laten leiden. Cremer heeft indertijd tegenover Deissmann terecht betoogd, dat het gezag der Schrift niet is dat van een notariële acte of van een juridisch contract. En toch bevredigt de gegeven voorstelling van de modificatie van het Schriftgezag niet. Er zit bij velen de duidelijke strekking in om het goddelijk, en dus alomvattend, gezag der Schrift te beperken. Deze neiging is al oud. In de 17de eeuw kwam de onderscheiding op van historisch en normatief gezag, de 18de eeuw sprak voor vele bijbelgedeelten van een bloot-historisch gezag. Sinds het Reveil in de 19de eeuw noemde men het gezag religieusethisch van a a r d ; de Ethische richting kenschetste het als ethisch van aard. De laatste j a r e n werkt men met begrippen als heilshistorisch en existentieel om het Schriftgezag nader te bepalen. Een en ander heeft vaak geleid niet tot versterking, m a a r tot verzwakking van het Schriftgezag, tot een afbuiging van de lijn door de Kerkhervormers getrokken, toen zij opkwamen voor het goddelijk gezag van de H . Schrift. En deze ontwikkeling heeft in de nieuwere tijd ook geleid tot een verzwakking van de positie van het Protestantisme in zijn strijd tegen Rome.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 mei 1962
Reformatorische stemmen | 108 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 mei 1962
Reformatorische stemmen | 108 Pagina's