De mondigheid van de christen - pagina 13

terwijl de ambtsdrager hoogstens m a g bijspringen, w a a r nodig, zoals een kellner onopvallend zijn dienst verricht. 9 ) Ook Harvey Cox schrijft in dit patroon. De kerk is Gods avantgarde in de wereld, die h a a r dienst aan de wereld verricht door de stad van de mens zichtbaar te maken en het leven leefbaar te m a k e n . 1 0 ) H e t zijn steeds weer dezelfde gedachten die we tegenkomen. De mondige christen is degene die er is voor d e ander. De gemeente moet als het zout der aarde in de structuren van de samenleving, in pure wereldlijkheid, haast onzichtbaar h a a r weik doen in verkondiging, gemeenschap en dienst. De kerk als imponerend instituut heeft afgedaan. D e kerk bestaat hoogstens nog in kleine groepen, die niet tegenover de samenleving staan, m a a r er midden in. 1 1 ) Bijbelse bezinning noodzakelijk Wie aandacht schenkt aan deze nieuwere opvatting over het christen-zijn en het kerk-zijn in de wereld, ontdekt terstond hoe nodig het is vanuit de Schrift n a te denken over de mondigheid van het gemeentelid in de wereld. Vanuit de Schrift! D a t is meer dan een bepaalde methode. Immers ons grote bezwaar tegen de vernieuwingstheologie is dat de Schrift zelf zo weinig tot spreken komt. Wij twijfelen er niet aan of de beschouwingen over het kerk-zijn in de wereld zijn ingegeven door oprechte bewogenheid met de moderne mens, voor wie het evangelie een vreemde zaak geworden is. En ook kunnen wij de verontrusting verstaan over de verstarring en de gezapigheid, de introvertie die we helaas zo dikwijls op kerkelijk erf aantreffen. M a a r telkens stuit men in de huidige theologische opvattingen over de kerk op het feit, dat niet de Schrift het uitgangspunt vormt, m a a r dat allerlei sociologische en cultuur-historische analyses de allesbepalende factoren zijn. Hoeveel we ook te danken hebben aan allerlei sociologisch onderzoek, wij zullen de vraag naar de plaats en de taak van de christen in de wereld, de vraag 9

) Hoekendijk, o.c. blz. 50 vv. Zie ook het hoofdstuk over de leek (blz. 79 w ) en de diaken (blz. 141 v v ) . ) H a r v e y Cox, De stad van de mens, Ambo-boeken, U t r e c h t , 1966, blz. 121-172. 11 ) S p e r n a W e i l a n d , Orientatie, blz. 213 v.

10

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen