De mondigheid van de christen - pagina 41

W e kunnen dit alles ook nog van een andere zijde toelichten. In allerlei publicaties wordt steeds weer gezegd dat de mondige christen de religieloosheid en de saecularisatie uitgesproken positief moet waarderen. 5 0 ) Saecularisatie betekent immers, zo zeggen velen in het voetspoor van Gogarten, dat de natuur onder invloed van de evangelieprediking ontgoddelijkt wordt, dat de staat zijn goddelijk aureool verliest, dat de mens de geschapen werkelijkheid als schepping leert zien en als een mondig, verantwoordelijk mens zijn hem van G o d opgedragen taak aanvaardt. Men beschouwt deze zelfstandigwording van de mens dan als de rechtstreekse consequentie van het Evangelie van Gods genade in Christus, Die zondaren in de ware vrijheid stelt. 'Es geht in der Säkularisierung um die Folgerung des Freiseins des Menschen der Welt gegenüber und des Herrseins über sie, die eine Folge der im Glauben ergriffenen Freiheit des Sohnes für den Vater ist und durch die die mythische Welt abgelöst wird durch die geschichtliche', zegt Gogarten. 5 1 ) Het gaat dus volgens hen in de saecularisatie o m de bevrijding van de mens tot een eigen leven in verantwoordelijkheid. Wat ik moet doen en laten wordt me niet voorgeschreven door een autoriteit van buitenaf, nee, zelf moet ik beslissen. 'De wereld is de taak van de mens en de verantwoordelijkheid van de mens geworden,' aldus Harvey Cox. 5 2 ) Tegen deze achtergrond acht men het onjuist wanneer de kerken zich negatief uitlaten over de saecularisatie. Wij hebben het feit van een mondig geworden wereld niet te zien als afval, maar te aanvaarden als uit Gods hand. Mondig christen-zijn in deze wereld betekent dat je disponibel bent voor de ander, in verantwoordelijkheid weet te beslissen en dat je gewoon-menselijk leeft in solidariteit met de wereld. In een seculair tijdperk dient de 50)

Z i e over dit o n d e r w e r p : F. Gogarten, Verhängnis und Hoffnung der Neuzeit, (thans o p n i e u w versehenen in de Siebenstern-Taschenbücher, nr. 72, V e r l a g , M ü n c h e n und H a m b u r g ) ; H. Berkhof, Christus, de Zin der geschiedenis, Nijkerk 1958, blz. 75 w ; Harvey G o x , De stad van de mens, A m b o - b o e k e n , U t r e c h t ; A. T h . van Leeuwen, Het christendom in de wereldgeschiedenis, Hilversum-Antwerpen, Amsterdam 1966, blz. 355 w . ; J. Sperna Weiland, Orientatie, passim. 51) 52)

Gogarten, Verhängnis, S. 103. C o x , De stad van de mens, passim.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen