Op weg naar een nieuwe vrijzinnigheid; tendensen in de huidige Roomskatholieke theologie - pagina 24
Van de Pol: 'Het einde van het conventionele Christendom' - Wat is vrijzinnig? - Fiolet: Wie is God? - Van der Marck: Menselijkheid als het gelaat van God - J. C. Groot: Gods verkiezing van twee heilswegen - Schillebeeckx.
ving die de aardse werkelijkheid misbruikt als de startbaan voor zijn vlucht naar God. Hij heeft moeten afrekenen met de religieuze voorstellingswereld, waarin God en mens als twee personen in een concurrentie-positie tegenover elkaar worden geplaatst, waarin het menselijk handelen een aantasting van Gods soevereiniteit is en de Goddelijke genade wordt gezien als een bedreiging van de menselijke vrijheid.' 2 8 ) God en mens tegenover of zelfs naast elkaar te stellen is uitdrukking van een dualisme, zegt Fiolet. Natuurlijk kan men deze verhouding tot een dualistische maken. Men kan haar zo ombouwen en uitwerken dat God en mens eikaars concurrent worden. Maar tegen zulk een vertekende, gedeformeerde verhouding van God en mens gaat Fiolets verzet niet alleen. Elke verhouding tussen God en mens, waarbij naast de immanentie van God nog plaats is voor een werkelijke transcendentie van God valt onder het vonnis van dualisme en een concurrentieverhouding. Fiolet is slechts bereid dan niet van dualisme te spreken, wanneer het gewone leven als Godsontmoeting beleefd wordt. Met andere woorden vanuit zijn heel eigen visie op de verhouding van God en mens veroordeelt hij elke andere visie als een dualistische. Op deze verschuiving in het gebruik van de term dualisme dient wel gelet te worden. Bavinck bijvoorbeeld zou zich door de beschuldiging van dualisme zwaar getroffen gevoeld hebben. Hij zou zijn voorstelling van de verhouding God en mens nimmer zo hebben willen laten kwalificeren. 2 9 ) Toch blijft er in Fiolets beschouwing geen andere mogelijkheid dan ook Bavinck van dualisme te beschuldigen. De vernieuwde geloofsvisie tracht 'God te ontmoeten in de wezenlijke gerichtheid van ons bestaan op het samen-zijn met medemensen en in opdracht tot 30 bewoonbaarmaking van de wereld voor alle mensen.' ) Het verdient vermelding, dat Fiolet in zijn beschouwing aan de menswording van Jezus Christus een centrale plaats geeft. Maar ook daarin doet zich gelden de bovenbeschreven visie op de openbaring.
28) t.a.p., 18. 3 9 ) Men zie voor Bavinck de dissertatie van R . H. Bremmer, Bavinck als dogmaticus, Kampen 1961, met name 182-231. 3 0 ) Fiolet t.a.p., 18/9.
Herman
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969
Reformatorische stemmen | 46 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969
Reformatorische stemmen | 46 Pagina's