Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De actualiteit van Martin Bucers ambtsopvatting - pagina 39

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De actualiteit van Martin Bucers ambtsopvatting - pagina 39

1. Inleiding...2. Het dogmatische kader. - Het christologisch motief - Het pneumatologisch motief - Het ekklesiologisch motief...3. De historische achtergrond...4. Bucers ambtsbeschouwing. - Ambt en gezag - Ambt en charisma - Ambt en gemeente - Ambt en ordinatie - Ambt en ambten - Het ambt en zijn geheim - Ambt en voorvragen...5. De actualiteit van Bucers ambtsopvatting. - Ambtelijke Christus-representatie - Het ambt en zijn functies...

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ruimere zin, waarin dan vooral drie momenten te onderscheiden zijn: de roeping, de verkiezing en de ordinatie tot het ambt. Telkens benadrukt Bucer datgene wat God doet en wat alszodanig door de gemeente wordt herkend. Zo roept God tot het ambt. Maar de gemeente doet het ook, d.w.z. zij herkent degenen, die door God geroepen worden. 'Het is alleen het werk van de hemelse Vader om bekwame arbeiders in zijn oogst uit te stoten. Het is alleen aan de Zoon, om te zenden in de kerken, gelijk de Vader Hem gezonden heeft, en van de hemel dienaren te geven, opdat zij vrucht dragen. Het is alleen aan de Heilige Geest om verzorgers van de kerken aan te stellen, die hen weiden en regeren tot heil. Niettemin kan en moet deze goddelijke uitzending, zending, begiftiging en aanstelling, welke de wettige roeping is, slechts daaraan herkend worden, wanneer zij, die tot de diensten der kerk worden aangeboden, beschikken over een vaste wil en bekwaamheid om de kerken in de Here op te bouwen, welke twee zaken voor deze diensten geschikt maken, en wettig door de kerken zelf tot deze diensten begeerd worden, of worden aangeboden door hen aan wie de Here een zodanig bestuur over de kerken heeft opgedragen'. Altijd komt het er op aan, dat slechts zij begeerd worden en bevestigd, 'die de Here zelf tot deze ambten heeft aangewezen en aangeboden, dat is, die Hij daartoe bekwaam heeft gemaakt, door hen namelijk te inspireren en te begiftigen zowel met een standvastige begeerte, als met de bekwaamheid om de gemeente te bouwen'. Door de gaven die de Here verleent wordt aangegeven, wie Hij aanwijst en aanbiedt. Iemand, die de gaven mist, mist ook de roeping. Hier zien we, hoe in Bucers opvatting over de roeping en verkiezing tot het ambt zijn zienswijze op ambt en charisma doorwerkt. Met een verwijzing naar de verkiezing der diakenen (Hand. 6) merkt Bucer op: 'In feite heeft de Heilige Geest door deze woorden gevorderd, dat de kerk in het verkiezen der dienaren ijverig zou onderzoeken en beschouwen wie de Here zelf tot dit ambt heeft aangewezen en als bekwame dienaren heeft

Dit artikel werd u aangeboden door: Willem de Zwijgerstichting

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 september 1971

Reformatorische stemmen | 64 Pagina's

De actualiteit van Martin Bucers ambtsopvatting - pagina 39

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 september 1971

Reformatorische stemmen | 64 Pagina's