Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De actualiteit van Martin Bucers ambtsopvatting - pagina 45

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De actualiteit van Martin Bucers ambtsopvatting - pagina 45

1. Inleiding...2. Het dogmatische kader. - Het christologisch motief - Het pneumatologisch motief - Het ekklesiologisch motief...3. De historische achtergrond...4. Bucers ambtsbeschouwing. - Ambt en gezag - Ambt en charisma - Ambt en gemeente - Ambt en ordinatie - Ambt en ambten - Het ambt en zijn geheim - Ambt en voorvragen...5. De actualiteit van Bucers ambtsopvatting. - Ambtelijke Christus-representatie - Het ambt en zijn functies...

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ambten specificeren. Het ambt van de zielzorg, en daarbij het ambt van de lichamelijke verzorging, beide in de breedste zin van het woord: 'De ambten der kerk zijn van tweeërlei soort, naar de instelling van de Heilige Geest. Het ene omvat de verzorging van Woord, Sacramenten en tucht van Christus, hetwelk eigenlijk toekomt aan de opzieners en ouderlingen. Het andere de verzorging der armen, die toevertrouwd is aan hen, die men diakenen noemt'. Als blijvende ambten zijn dus te beschouwen dat van de opzieners, de ouderlingen en de diakenen. 'Soms voegt de Heilige Geest het doctorenambt en dat van de evangelisten toe aan deze drie'. Maar het doctorenambt dient dan dat van de predikers, die zij hebben bij te staan. 'Zij zijn door hun dienst de herders tot hulp'. Opmerkelijk is dat Bucer het episcopaat en het diakonaat als een ordo van het presbyteriaat karakteriseert. In verband met de ordinatie van ambtsdragers spreekt hij over drie ordes van presbyters, n.1. die der opzieners (episcopen), die der ouderlingen (presbyters) en die der diakenen. De grondstructuur van het kerkelijke ambt zoekt Bucer aldus in het presbyteraat. Dat is het fundamentele kerkelijke ambt. Daaromheen groeperen zich de andere kerkelijke diensten. Eén van deze presbyters bekleedt onder hen de eerste plaats. Hij heet opziener (episcopos). Anderen zijn de presbyters als helpers toegevoegd. Dat zijn de diakenen. Bij een principiële gelijkheid van de ambten ziet Bucer toch een zekere rangorde onder hen,die herinnert aan de oudkerkelijke gewoonte omtrent de novieten. In overeenstemming daarmee is het wanneer Bucer de episcopos de eerste presbyter noemt. 'Wie zijn de presbyters der kerk? Zij aan wie de kerk het hoogste ambt om de heilige dingen te bedienen en de zielzorg te bedrijven heeft toevertrouwd. Hoeveel soorten presbyters zijn er? Twee; ten eerste zij, die het evangelie en de sacramenten bedienen, samen met de kerkelijke t u c h t . . . die ook bisschoppen genoemd worden door de apostel. Ten tweede zij, die slechts gebruikt worden voor de tucht der kerk'. Twee soorten van ouderlingen dus, zoals Calvijn onderscheidde tussen de leeren regeerouderlingen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Willem de Zwijgerstichting

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 september 1971

Reformatorische stemmen | 64 Pagina's

De actualiteit van Martin Bucers ambtsopvatting - pagina 45

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 september 1971

Reformatorische stemmen | 64 Pagina's