Naar een Petrusdienst - pagina 20

P E T R U S E N D E P E T R A - T E K S T (Matth. 16 : 18)

Het Schriftwoord, dat in de discussie over het Petrus-ambt van fundamentele betekenis wordt geacht, is Matth. 16 : 18: E n Ik zeg u, dat gij Petrus zijt, en op deze petra zal I k mijn gemeente bouwen. Deze uitspraak van Jezus is op verschillende wijze uitgelegd 16 . O p grond van deze tekst is van RoomsKatholieke zijde gesteld, dat Jezus zijn kerk in het ambt van de apostel Petrus heeft gefundeerd; dat deze discipel bisschop van R o m e is geweest; dat hij in deze hoedanigheid door een ononderbroken reeks van pausen is opgevolgd en dat Petrus in hen nog voortleeft. Dit gaf aan Paulus V I de vrijmoedigheid om zich in Genève bij de Wereldraad op een voor velen bevreemdende wijze voor te stellen onder de naam: Petrus. V a n Protestantse zijde is hiertegenover o.a. deze uitleg gegeven: Jezus zou met de petra niet Petrus zelf hebben bedoeld, omdat de apostel als persoon maar een wankele grondslag vormde, maar zou op de goede belijdenis, die Petrus kort te voren had uitgesproken, zijn gemeente hebben gefundeerd. Het merkwaardige is nu, dat deze petra-tekst in de vroege kerk met de waardigheid van de bisschop van R o m e niet in verband werd gebracht. De pseudo-Clementijnse geschriften maken er melding van, maar uit het werk van andere schrijvers valt op te maken, dat het petra-woord aanvankelijk lang niet algemeen als fundament van het kerk-zijn werd beschouwd. Origenes bijv., die een sterk onderscheid maakte tussen letter en geest, was van oordeel, dat de letter van de tekst het rots-woord (petra) op Petrus betrok, maar dat de geest het van toepassing achtte op iedere discipel van Christus. Irenaeus schonk aan de tekst geen bijzondere aandacht, maar toen Calixtus I van R o m e (217-222) over de Petrusmacht meende te kunnen beschikken, bestreed Tertullianus met nadruk, dat de sleutelmacht van Petrus op de bisschop van R o m e en op de kerk zou zijn overgegaan. H i j meende, dat op die wijze de bedoeling van Jezus werd verdraaid, omdat Hij de genoemde bevoegdheid slechts aan Petrus persoonlijk had toevertrouwd en niet aan enige bisschop in R o m e of ook

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen