Euthanasie en Euthanasiasme - pagina 56

Het geval toont aan, hoe moeilijk de gang van zaken te beoordelen kan zijn; alles hangt af van het oordeel over het gebruikte middel en zijn dosering, en vooral van het motief van de dokter, dat tenslotte alleen aan hem bekend was. Heeft het College, de term (actieve) euthanasie zorgvuldig vermijdend, de medische stand in bescherming willen nemen? De zaak kwam in de pers en de Minister van Justitie (Van Agt) schijnt voor de radio een 'wat geschrokken reactie' gegeven te hebben. De klacht had uiteraard door de politie niet naar het Tuchtcollege mogen worden verwezen, maar hoorde thuis bij de Justitie. Strafrecht U i t o n s v a n 1886 d a t e r e n d W e t b o e k v a n S t r a f r e c h t ( W v S ) blijkt d a t de w e t g e v e r toch niet onverschillig staat tegenover d e l e v e n s b e d r e i g i n g d o o r h e t i n d i v i d u zelf. P o g i n g tot z e l f m o o r d is t e n o n z e n t n i e t s t r a f b a a r , z o a l s d a t tot v o o r k o r t in E n g e l a n d wel het geval was. E e n a n d e r d o d e n op diens verzoek en h u l p bij z e l f m o o r d zijn e c h t e r w e l s t r a f b a r e f e i t e n . V o o r e u t h a n a s i e zijn v o o r a l d e a r t i k e l e n 2 9 3 en 294 v a n h e t Wetboek van Strafrecht (WvS) van belang: Art. 293. Hij die een ander op zijn uitdrukkelijk en ernstig verlangen van het leven berooft, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste 12 jaren. Art. 294. Hij die opzettelijk een ander tot zelfmoord aanzet, hem daarbij behulpzaam is of hem middelen daartoe verschaft, wordt, indien de zelfmoord volgt, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren. Artikel 293 rangschikt dus levensbeëindiging op verzoek o n d e r l e v e n s b e r o v i n g , a r t i k e l 294 h a n d e l t o v e r h u l p bij z e l f moord2.

Tuchtcollege gewaagt, gaf het weekblad De Tijd van 3 juni 1977 (p. 23 en 25). 2 Wanneer men verneemt, dat een dokter een levende pasgeborene met een open rug in een plastic zak in het washok laat leggen, moet zeker gedacht worden aan: Art. 255. Hij die opzettelijk iemand tot wiens onderhoud, verpleging of verzorging hij krachtens wet of overeenkomst verplicht is, in een hulpeloozen toestand brengt of laat, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van ten hoogste zeshonderd gulden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen