De invloed van het Calvinisme op de Noord-Nederlandse landschapschilderkunst 1570-1630 - pagina 11
1. De ontdekking van het landschap...2. Het Calvinisme in de Nederlanden...3. Ontwikkelingen in de landschap schilderkunst...
bloei der schilderkunst. 2 Huizinga heeft in zijn b o e k Nederland's beschaving in de zeventiende eeuw opgemerkt, dat m e n de vraag in hoeverre het Calvinisme de groeikracht geschonken heeft aan d e bloei van Nederland's beschaving niet kan beantwoorden, o m d a t m e n werkt met volstrekt o n m e e t b a r e grootheden. Niettemin h o u d t hij staande dat De schilderkunst der eeuw dankt aan het protestantse geloof niet al te veel, en aan het Calvinisme in het b i j z o n d e r n o g minder. 3 Rogier heeft duidelijk willen maken dat de Kerk en d e clerus als grote opdrachtgevers en beschermers van beeldende kunstenaars in d e Republiek bij na waren uitgeschakeld, o m d a t het Calvinisme geen beelden, geen muurschilderingen of d o e k e n d u l d d e in de onttakelde witgekalkte kerken. Hij laat de Beeldenstorm als wettig bewijs gelden voor het in gebreke blijven o p het gebied van d e kunst, ja, d e kunstvijandigheid van het Calvinisme. De poging o m staande te h o u d e n , dat in het oeuvre van o n z e grote zeventiende eeuwse schilders het calvinisme tot uiting komt, is wel mislukt te n o e m e n . Het was al veelzeggend dat d e veelzijdige neocalvinist, die in 1888 het rectoraat van d e Vrije Universiteit neerlegde met een rede over het calvinisme en d e kunst, R e m b r a n d t en J a n Steen niet voor zijn geloof kon opeisen z o n d e r o p d e vingers getikt te worden. I m m e r s R e m b r a n d t was veeleer doopsgezind dan calvinist en J a n Steen was katholiek, wat ook zijn werk hier en daar uitwijst. 4 E n n o van Gelder heeft het religieuze en het culturele m o m e n t van de Reformatie zodanig onderscheiden dat het religieuze weliswaar een cultuuraspect kan zijn, zelfs een belangrijk cultuuraspect, maar niet in staat o m een culturele drijfkracht te ontwikkelen. De relatie tussen geloof, levens- en wereldbeschouwing en b e e l d e n d e kunst, alsook d e mogelijkheid van enige beïnvloeding wederzijds worden d o o r h e m eenvoudig ontkend, in ieder geval als niet relevant genegeerd. 5 Een van de meest o n d u b b e l z i n n i g e uitspraken in dit verband is afkomstig van dr. G. P. M. Knuvelder die in zijn omvangrijke Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde verklaart, dat niemand de grote invloed van het calvinisme en zijn puritanisme o p ons volksleven zal miskennen, maar . . . niet Gomarus, maar veeleer Erasmus en diens geestelijke nazaten, waartoe Coornhert, een De Groot, een Vondel en een H o o f t behoren, h e b b e n Nederlands geestesmerk beslissend gestempeld. De vooroordelen jegens het Calvinisme zijn diep geworteld en zijn doorgaans bepalend voor de visie o p d e geestelijke oorsprongen van o n z e cultuur. Typerend is dat het Calvinisme als hoog en steil wordt gezien, dat de toorn Gods kenmerkend is voor dit 'pessimistische systeem' waarbij d e mens van nature verdorven en niet tot enig goeds in staat is. Gisbertus
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1982
Reformatorische stemmen | 68 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1982
Reformatorische stemmen | 68 Pagina's