Anthony Brummelkamp; Een terugblik op de Afscheiding - pagina 26

Maar d a a r d o o r h e e n m e n g d e zich een onzalige machtsstrijd, voornamelijk tussen Scholte en Van Velzen. Van streven naar m a c h t m a g m e n De Cock niet verdenken o f s c h o o n Scholte h e m teg e m o e t trad als s m e e d d e hij d e s n o o d s t e p l a n n e n . Wie zou Van Velzen of ook Scholte van p u r e heerszucht willen betichten? Misschien liet het s t a n d p u n t en ook het karakter van d e laatste er n o g d e m e e s t e r u i m t e voor. Een feit is echter dat niet alleen d e kerk van A m s t e r d a m , m a a r heel d e afgescheiden g e m e e n s c h a p er d o o r werd geteisterd. B r u m m e l k a m p kreeg m e t d e kwestie te m a k e n , vooral o m d a t hij als b e m i d d e l a a r wilde o p t r e d e n . Maar wat viel er te b e m i d d e l e n in een conflict waarin persoonlijke motieven zo sterk aanwezig waren? Scholte was in A m s t e r d a m b e r o e p e n , m a a r b e d a n k t e o m d a t de m e e r d e r h e i d die achter dit b e r o e p stond, h e m te krap was. Van Velzen, d a a r o p b e r o e p e n , b e d a n k t e niet. Wél wilde hij een deel van d e verantwoordelijkheid voor het werk in Friesland blijven dragen. O o k Scholte h a d slechts geopteerd voor een niet-volledige plaats in A m s t e r d a m . N u Van Velzen dit deed m i s h a a g d e het een groot deel van d e kerkeraad en d e gemeente. Van Velzen kwam en n a m met stevige h a n d d e leiding. T o e n zocht Scholte h e m op zijn stugge preken in d e g e m e e n t e te breken: Van Velzen had slechts een d o r geraamte, waaraan geest en leven ontbrak, hij preekte een d o o d geloof, een d o d e J e z u s etc. De b r a n d was z o d o e n d e niet zo m a a r te blussen. B r u m m e l k a m p m e n g d e zich er in, o m d e partijen te verzoenen. Men m o c h t d a n al klagen over d e d o r r e preken van Van Velzen, over gebrek aan leven kreeg m e n niet te klagen. B r u m m e l k a m p s initiatief bracht o p 6 en 7 m a a r t 1840 een vergadering bijeen waar behalve a m b t s d r a g e r s en leden van d e Amsterd a m s e g e m e e n t e 28 p r e d i k a n t e n en ouderlingen uit het gehele land bijeen waren. Men maakte er wel een officiële bijeenkomst van. B r u m m e l k a m p leidde de vergadering. Van Raalte en De Cock waren scribae. Scholte liet het grootste deel van d e vergadering verstek gaan hetgeen h e m niet in d a n k werd a f g e n o m e n . H e t verslag van het g e b e u r e n zou B r u m m e l k a m p verzorgen. Hij schreef op 29 april 1840 aan Scholte wat d e uitkomst van het overleg was: 'Ik h o o p dat Gij h e r d e n k e n d e wat Gij mij vroeger d i e n a a n g a a n d e geschreven hebt, e r k e n n e n wilt, hetgeen waarheid is en o p d a t ik dit m o g e k u n n e n gebruiken bij het in d r u k geven van het verslag der A m s t e r d a m s c h e vergadering, mij eene verklaring zenden: 1. dat gij U op eene onregtmatige wijs b e m o e i d hebt met het aan-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen