Reformatie en tolerantie - pagina 36
1. Willem van Oranje..2. Het zoeken naar nieuwe verhoudingen in de 16de eeuw..3. Luther en Calvijn..4. John Locke en de Verlichting..5. Tolerantie, revolutie en democratie..6. Wat moei de staat verdragen?.
haar geeft, waar de overheden zelf aan de wetten o n d e r w o r p e n zijn'. 2 3 Het is bekend dat Calvijn, evenals Luther, tegenover tirannieke vorsten aan individuele burgers niet een recht o p verzet heeft willen toekennen. Wel a a n v a a r d d e Calvijn het recht van de lagere overheden zich te verzetten tegen een tirannieke vorsi. In zijn Institutie gaat hij n o g iets verder door te spreken over 'enige volksmagistraten die zijn aangesteld om de willekeur der k o n i n g e n te bedwingen'. 2 4 H i j noemt daarbij enkele voorbeelden uit het verleden en voor zijn tijd wijst h i j o p de macht die de drie standen in ieder k o n i n k r i j k bekleden 'wanneer ze h u n voornaamste vergaderingen h o u d e n ' . Skinner wijst er in zijn bespreking van deze passage o p dat Calvijn zich er goed bewust van moet zijn geweest dat voor het bijeenroepen van deze vergaderingen verkiezingen vereist waren. 2 5 Er is dan ook weinig twijfel over mogelijk dat Calvijn met deze laatste suggestie het recht om tirannieke regeerders te weerstaan wettig geeft aan magistraten, die verkozen zijn door het volk, dat volk als h u n afgevaardigden dienen en tegenover wie ze verantwoordelijk blijven. Calvijn had daarmee een constitutioneel element gebracht in de discussie over het politieke gezag. O p grond van deze analyse en de gegeven citaten van Calvijn zelf k u n n e n wij dan ook instemmen met de conclusie van Mekkes die Calvijn een voorstander n o e m t van een constitutionele staatsinrichting. 'Een vrijheid onder de wetten, regering vanwege door het volk zelf gekozen m a n n e n , in o n d e r w o r p e n h e i d aan de absolute souvereiniteit Gods, dat is de politieke vrijheid bij Calvijn', aldus Mekkes. 26 Skinner wijst er ook o p dat het deze constitutionele theorie is geweest die van beslissende betekenis was in de rechtvaardiging van het verzet van de calvinisten in de Nederlanden tegen de tirannie van P h i l i p s II. 27 Het is dan ook de door Calvijn geïnspireerde constitutionele theorie die doorklinkt in de bekende passage uit het P l a k k a a t van Verlatinge van 26 juli 1581, waarin de Staten-Generaal P h i l i p s II als h u n wettig vorst afzweren: 'Ende dat d'ondersaten niet en zijn van G o d t gheschapen tot behoef van den Prince om hem in alles, wat hy beveelt, weder het goddelic oft ongoddelick, recht oft onrecht is, o n d e r d a n i c h te wesen ende als slaven te dienen, maer den Prince om d'ondersaten wille, sonder de welcke hy egheen Prince en is'. Het Oude Testament Het is voorts opvallend dat de calvinisten c.q. h u g e n o t e n voor h u n verdieping en rechtvaardiging van de constitutionele theorie te rade zijn gegaan bij het O u d e Testament. In een recente publikatie
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985
Reformatorische stemmen | 86 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985
Reformatorische stemmen | 86 Pagina's