Een pastorale gemeente - pagina 10

is typerend voor Bucer. Zijn levenlang is h i j een m a n van bemiddel i n g en verzoening geweest. D o o r g a a n s zonder e n i g succes. In het klooster k o n Bucer in deze tijd het niet meer u i t h o u d e n . H i j vroeg en kreeg, o p 29 a p r i l 1521,' p a u s e l i j k e dispensatie, en werd d u s van zijn kloostergelofte o n t h e v e n . Voortaan was h i j wereldlijk priester. Maar weldra trad h i j in het h u w e l i j k . Zijn vrouw, een v o o r m a l i g e n o n , heette Elisabeth Silbereisen. Steeds heeft Bucer het opgen o m e n voor het ' p r i e s t e r h u w e l i j k ' . H i j heeft eerlijk erkend een v r o u w n o d i g te hebben. 1 4 In W e i s s e n b u r g , w a a r h i j een p o o s j e werkzaam was, moest h i j hals over k o p in de n a c h t de stad verlaten. De i n q u i s i t i e was hem o p het spoor. 23 Mei 1523 k w a m h i j in Straatsburg, vermoeid en berooid. S t r a a t s b u r g was een vrije stad. Binnen het geheel van het d u i t s e r i j k een b e l a n g r i j k e stad. Al sinds l a n g had de magistraat er de m a c h t van de geestelijkheid t e r u g g e d r o n g e n . 1 5 T o c h was m e n er allesbehalve i n g e n o m e n met de k o m s t van Bucer. Was h i j niet die get r o u w d e priester, die al door de b i s s c h o p van Spiers in de b a n was gedaan? T o c h heeft Bucer zich weten te h a n d h a v e n . In m a a r t 1524 koos het gilde van de gaardeniers h e m tot h a a r p r e d i k a n t . Een h a l f j a a r later werd dit b e r o e p door de stadsraad bekrachtigd. Vanaf dat o g e n b l i k was Bucer predikant van Straatsburg. Met grote liefde en veel energie n a m hij zijn werk ter h a n d . O n g e l o f e l i j k is het wat Bucer in deze j a r e n , tot 1549, w a n t toen moest h i j de stad verlaten, gepresteerd heeft. Bucer m o e t o n d e r andere een grote d r a n g tot schrijven in zich h e b b e n gehad. Het ene c o m m e n t a a r o p een bijbelboek n a het andere, en tal van andere geschriften verschenen van zijn h a n d . Het b e g o n al in 1523, toen h i j uitgaf zijn boek Dat niemand voor zichzelf, maar wij allen voor anderen moeten levend De titel is w i j d l o p i g . Bucer was vaak w i j d l o p i g . Maar de titel is tevens een p r o g r a m . Wij zijn niet geboren voor onszelf, m a a r voor G o d , voor de kerk, voor het vaderland, voor de naaste. H i e r heeft Bucer zelf zich aan g e h o u d e n . T o t d a t er werkelijk geen kracht meer in h e m was. N o g in een van zijn laatste boeken heeft h i j het thema van zijn eerste boek nader uitgewerkt. De titel ervan is Over het rijk van Christus (De regno Christi). 1 7 Bucer was toen o u d en ziek, de dood nabij. Bij p r e k e n , college geven en boeken schrijven heeft Bucer het niet gelaten. Heel de h e r v o r m i n g van de stad S t r a a t s b u r g n a m h i j met kracht ter h a n d . D a a r i n bijgestaan door drie collega's, W o l f g a n g C a p i t o , C a s p a r H e d i o e n MattiasZell. A a n v a n k e l i j k h a d C a p i t o d e

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen