Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Reformatorische Stemmen; Verleden en Heden - pagina 226

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Reformatorische Stemmen; Verleden en Heden - pagina 226

1. Christelijk belijden in en met het oog op onze tijd: een moeilijke en een blijde taak! - ds. D.H. Borgers...2. De val van Antwerpen (1585), Marnix van Sint Aldegonde en de nieuwere geschiedschrijving - dr. R.H. Bremmer...3. Om de waarheid van het Evangelie. Galaten 2:11-14 in de uitleg van Luther en Calvijn - dr. A. Noordegraaf...4. Calvijn over de vervulling van de oudtestamentische beloften - drs. K. Exalto...5. De kinderdoop bij Calvijn - ds. D. Rietdijk...6. Ethiek bij Calvijn - prof. dr. W.H. Velema...

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Edinburgh 1986, 122-175; op 180-187 komen ter sprake verbond en verkiezing. Institutie III, 7, 3 (O.S. IV, 154). Institutie III, 7,4 (O.S. IV, 154). Institutie III, 7, 5 (O.S. IV, 155). Institutie, t.a.p. Institutie III, 7, 7 (O.S. IV, 157). Institutie III, 7, 8 (O.S. IV, 158). Institutie III, 7, 10 (O.S IV, 161). W. Niesel, a.w., 143; W. Kolfhaus, a.w.. 178. Institutie II, 8, 1-3 (O.S. IV, 161-163). Institutie IU,9,1 (O.S. IV, 170 v.)en ook 3 e n 4 ( 0 . 5 . IV, 173 v.),evenzo III, 10,4(0.5. IV, 179). 93) Institutie III, 9, 4 (O.S. IV, 174). 94) Institutie III, 9, 4 (O. S. IV, 174) en III, 1 0 , 6 ( 0 . 5 . IV, 181). Overeen zekere reis wordt gesproken in III, 10, 1 ( 0 . 5 IV, 177). 95) Zie hiervoor mijn: Ethiek en pelgrimage. Over de bijbelse vreemdelingschap, Amsterdam 1974,34 v. Zie ook J. D o u m a , Algemene genade. Uiteenzetting, vergelijking en beoordeling van de opvattingen van A. Kuyper, K. Schilder en Joh. Calvijn over 'algemene genade', Goes 19742, 235-257. Men zie ook S. van der Linde, Calvijn en de geschapen werkelijkheid, in: Opgang en voortgang der Reformatie. Een keuze van lezingen en artikelen, Amsterdam 1976, 59-73. 96) Institutie III, 9, 3 ( 0 . 5 . IV, 173). 97) Institutie III, 10, 5 ( 0 . 5 . IV, 180). 98) Institutie III, 1 0 , 6 ( 0 . 5 . IV, 181). 99) Institutie III, 19, 1 ( 0 . 5 . IV, 282). 100)Institutie, t.a.p. 101) Men zie hierover J. van Genderen, Het practisch Syllogisme. De sluitrede des geloofs. Alphen aan den Rijn, 1954. Met veel literatuur, met name wordt verwezen naar Niesel, a.w., 172-182. Van Genderen kon nog niet naar de tweede druk verwijzen. C. Graafland, Van Syllogismus practicus naar syllogismus mysticus, in: Wegen en gestalten in het Gereformeerd Protestantisme. Een bundel studies over de geschiedenis van het gereformeerd Protestantisme aangeboden aan Prof. Dr. S. van der Linde bij zijn afscheid als gewoon hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te Utrecht, Amsterdam 1976, 105-123. Graafland meent dat we te ver gaan als wij zeggen dat bij Calvijn de syllogismus practicus wordt gevonden. In andere woorden zegt K. Exalto hetzelfde van antwoord 86 van de Catechismus, De enige Troost. Inleiding tot de Heidelbergse Catechismus, Kampen z.j. (1979), 92. W. van 't Spijker, a.art. (noot 41), maakt op blz. 90, noot 124 ook melding van het probleem, onder het gezichtspunt van heilszekerheid.. 83) 84) 85) 86) 87) 88) 89) 90) 91) 92)

102)Institutie III, 3, 20 ( 0 . 5 . IV, 78). In III, 3, 2 ( 0 . 5 . IV, 57) wordt gezegd dat de boetvaardigheid over het hele leven moet worden uitgestrekt. 103)Institutie II, 8, 6-7 ( 0 . 5 . III, 348 v.). Hier wordt Christus de beste uitlegger van de wet genoemd. 104)Institutie II, 8, 7 ( 0 . 5 . III, 350). 105)Institutie II, 8, 8-9 ( 0 . 5 III, 350 v.). 106)Institutie II, 8, 10 ( 0 . 5 . III, 351). Bij W. de Greef, Calvijn en het Oude Testament. Amsterdam 1984, 246 vinden we dit punt wel erg summier weergegeven. 107)Institutie II, 8, 11 en ook 12 (O.S. III, 352-354). 108) 1 Timotheüs 1:5 ( C . 0 . 52, 253). We gebruiken de vertaling van H. Schroten, Kampen 1966. Wij zouden ook kunnen wijzen op een concretisering van de wet in 1 Timotheüs 5:20 ( C . 0 . 51,20), 1 Timotheüs 5:23 ( C O . 51,320), 1 Timotheüs 6:3 ( C O . 51,323 v.). 109)Zie commentaar op 1 Timotheüs 4:8 (C.O. 52, 299 v.). 110)Commentaar op Filippenzen 1:11 (C.O. 52, 13). Wij gebruiken de vertaling van A.M. Donner in de uitgave van De Groot Goudriaan, 19722. Zie ook commentaar op Colossenzen 1:9-11 (C.O. 80-82). Voor Calvijns hermeneutiek is belangrijk D. Schellong, Das evangelische Gesetz in der Auslegung Calvins, München 1968; D. Schellong,

Dit artikel werd u aangeboden door: Willem de Zwijgerstichting

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

Reformatorische stemmen | 238 Pagina's

Reformatorische Stemmen; Verleden en Heden - pagina 226

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

Reformatorische stemmen | 238 Pagina's