Christus; Een weg of de Weg - pagina 39

Wie de ' m e n s e l i j k e ' v e r p a k k i n g van het W o o r d G o d s zo sterk b e n a d r u k t h o u d t een b a z u i n over, die een onzeker g e l u i d geeft. Dit t h e m a k a n e i n d e l o o s w o r d e n gevarieerd. M a a r w a t d a a r v o o r karakteristiek is, b l i j f t a l t i j d h e r k e n b a a r : de m e n s beslist over w a t in de Bijbel het W o o r d van G o d is. D a n wekt het geen v e r w o n d e r i n g dat K r a a n schrijft: ' H e t waardevolle van Den Heyer's artikel is dat we o n o n t k o o m b a a r voor de v r a a g gesteld w o r d e n of b e p a a l d e bijbelteksten of zelfs de s t r e k k i n g van hele Bijbelboeken de d i a l o o g met a n d e r s g e l o v i g e n in de weg staan' 1 7 . De a u t e u r spreekt heel bewust over 'andersgelovigen'. Kraan vermijdt de term 'niet-Christenen' w a n t d a n zou h i j een waardeoordeel uitspreken. Maar leg je ook niet al je p a p i e r e n o p tafel als je spreekt over 'anders-gelovigen'? In dat w o o r d proef je: ze geloven ook, alleen anders! Maar geloven ze d a n niet in een andere G o d d a n de G o d van het Woord? Kraan vindt dat dit k e n n e l i j k niet het geval is. Een van de voorbeelden, die h i j gebruikt, is het verhaal over C o r n e l i u s ( H a n d . 10). Dit zou ons leren dat 'de a n d e r e n ' er ook bij k u n n e n h o r e n . De a u t e u r schrijft: 'Moslims lijken o p de g r o e p godvrezenden w a a r v a n Cornelius deel uitmaakte. Wat C o r n e l i u s als godvrezende heiden g e d a a n heeft, wordt door G o d a a n v a a r d alsof het door een geboren J o o d g e d a a n werd. G o d accepteert C o r n e l i u s als een k i n d van het verbond'. Dat m a g allemaal waar zijn, n a a r C o r n e l i u s wordt wel door de p r e d i k i n g van Petrus tot bekering en geloof in Christus gebracht. Dat was een 'must'. Christus heeft de o p d r a c h t achter gelaten; 'Predik het Evangelie'. In C h r i s t u s k o m t de zegen van de verzoening over al de volken. H e t centrale t h e m a van de Schriften luidt: de verzoening met G o d door Christus. Kraan betoogt dat de a a n d a c h t en zorg van Boeddhisten voor de h o n g e r i g e en naakte een m a n i e r kan zijn o m C h r i s t u s te dienen. Zonder dat ze dat zelf weten. Goed, m a a r de Heere Jezus roept de rijke j o n g e l i n g o p tot volledige overgave aan H e m ; al z'n goede vruchten k u n n e n h e m niet redden. Het begrip 'heil' heeft bij Kraan de zin van: heelheid, gaafheid, welzijn in a l o m v a t t e n d e zin. N a t u u r l i j k is dat niet o n b e l a n g r i j k . De uitspraak van P a u l u s in R o m . 2:14 rekent met de reële mogelijkheid, dat de heidenen, die de wet van Mozes niet k e n n e n , toch doen wat door de wet is geboden. We zouden o p p e r v l a k k i g te werk g a a n w a n n e e r we zouden o n t k e n n e n een stuk moraal dat Christenen en niet-Christenen gemeen hebben. Maar dat rust o p Gods s c h e p p i n g s o p e n b a r i n g , die de mens des te meer in staat van b e s c h u l d i g i n g stelt (Rom. 1:19-20). Alleen wie Christus ingelijfd is, kan H e m navolgen (2 Kor. 5:17), heeft de goede intentie tot de dagelijkse v e r n i e u w i n g van het leven. De verzoening in

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen