Geding om God; Een reactie op de rede van dr. H.S. Versnel - pagina 15

Voorlopige evaluatie Ik heb Versnels betoog wat breed weergegeven. Toch heb ik de lezer van mijn nog boekje enkele treffende formuleringen, zinswendingen en beelden onthouden. Je kunt nu eenmaal niet heel het betoog overschrijven. De tamelijke uitgebreidheid leek me zinvol om iets van de sfeer van de betoogtrant te laten proeven. Ik maak daarbij drie kanttekeningen: 1. Het betoog van Versnel bedient zich van emotioneel geladen termen. Er is sprake van emoties van de schrijver zelf en emoties naar de besproken auteurs. Deze emoties passen, lijkt mij, bij de uiteenzetting. In een wetenschappelijk betoog - zie boven - zouden ze ook bij Versnel geen plaats kunnen of mogen hebben. 2. Het blijkt, dat Versnel wel onderscheid maakt tussen de besproken auteurs. Toch lopen de lijnen door elkaar. Het komt erop neer, dat alle drie de besproken standpunten door twee hoofdbezwaren worden gedrukt: inconsistentie en contradictie enerzijds, willekeur en selectiviteit anderzijds. 1 " Deze vier termen zijn 'zonden' waaraan het streng wetenschappelijk denken zich niet schuldig maakt. Dat is niet inconsistent en niet willekeurig. Dat vermijdt selectiviteit en bestrijdt juist contradicties. De redenering moet kloppen. Zo moet de zaak ook kloppen. 3. Dit hele betoog beweegt zich bewust onder het niveau van de wetenschap. Dat hangt samen met het feit dat er wetenschappelijk niet over (geloof in) God gesproken kan worden. Wie dus wel over Hem spreekt, kan niet wetenschappelijk bezig zijn. Hiermee staan we voor een bijzonder merkwaardig punt in het betoog van Versnel. Hij werkt op twee niveaus. Dat van de wetenschap èn dat van wat niet-wetenschappelijk, maar niettemin wel werkelijk is. Het opmerkelijke van Versnel is, dat hij op dit tweede niveau voor de werkelijkheid van de goddelijke openbaring en van geloof nog wel een plaats ziet. Alleen, je kunt daarover niet met voor ieder geldende stelligheid spreken. Daarom zijn deze werkelijkheden via de taal niet communicabel (niet mededeelbaar). Ik zal op deze grondstelling, die als een axioma aan het hele betoog ten grondslag ligt, nog nader terugkomen. We stellen haar nu slechts vast. Communicabiliteit is er alleen in zaken van wetenschap. Wat er verder ervaren, genoten en gepropageerd wordt, valt buiten de wetenschap. Dat geldt ook van God en het geloof in Hem. Tegelijk met de mogelijkheid van een wetenschappelijke bewijsvoering omtrent God, vervalt ook het bestaan van God. Het tweede niveau, dat van de niet-wetenschap, blijkt wel als wer-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen