Hoeden tot het heil; Gisbertus Voetius en het pastoraat - pagina 46

NOTEN Opmerking: Latijnse cilalen en uitdrukkingen zijn in de hoofdtekst tot een minimum beperkt. In de noten worden ze wel gebruikt, maar dan is in de hoofdtekst over het algemeen een vertaling te vinden of een wat vrijere weergave. 1. Voor gedetailleerde biografische gegevens verwijs ik naar: A.C. Duker, Gisbertus Voetius, 3 delen, Leiden 1897-1915, D. Nauta, G. Voetius, in: D. Nauta e.a. (red.), Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het nederlands protestantisme, Kampen 1978 e.V., deel 2, p. 443-449, Voor e e n schetsmatig overzicht van de tijd waarin Voetius leefde: W.J. van Asselt en E. Dekker (red.), De scholastieke Voetius. Een luisteroefening aan de hand van Vod/ws'Disputationes Selectae, Zoetermeer 1995, p. 6-9, W.J. van Asselt, P. L. Rouwendal e.a., Inleiding in de gereformeerde scholastiek, Z o e t e r m e e r 1998, p. 127-130. 2. Zie: A. d e Groot, Gisbertus Voetius, Oratio inauguralis depietate cum scientia coniungenda, Kampen 1978. 3. A.C. Duker, a.w., deel III, p. 103-114. 4. Zie C.A. de Niet, Gisbertus Voetius, De praktijk der godzaligheid, TA AZKHTIKA sive Exercitia pietatis - 1664. Tekstuitgave met inleiding, vertaling en commentaar, Utrecht 1996; deel I, p. LVIII noot 192. Verder afgekort tot De Praktijk. 5. Gisbertus Voetius, Exercitia et bibliotheca studiosi theologiae, Utrecht 1644. Idem, TA AZKHTIKA sive Exercitia pietatis in usum juventutis academicae nunc edita. Addita est, ob materiae affinitatem, Oratio depietate cum scientia conjungenda, habita anno 1634. Gorichemi anno 1664. Idem, Selectarum Disputationum Theologicarum, pars prima, Utrecht 1648; - Pars secunda, Utrecht 1655; - Pars tertia, Utrecht 1659; - Pars quarta, Amsterdam 1667; - Pars quinta, Utrecht 1669. Idem, Politicae ecclesiasticae partis primae libri duo priores, Amsterdam 1663; Partis primae libri duo posteriores, Amsterdam 1666; Pars secunda, Amsterdam 1669; Pars tertia, Amsterdam 1676. 6. Zie: Ph.J. Huijser, Biecht en private zondebelijdenis. Een onderwerp uit de christelijke zielszorg, Kampen 1980, p. 126-164. 7. Zie Confessio Augustana, art. 6 en 11 en de Schmalkaldische Artikelen, deel III art. 8.

8. Chr. Möller, Geschichte der Seelsorge in Einzelporträts, Band 2, Göttingen 1995, S. 10. 9. Opnieuw versehenen als: M. Bucer, Over de ware zielzorg, vertaling H.J. Selderhuis, Kampen 1991. 10. Vgl. A. van Ginkel, De ouderling, Amsterdam 1975, p. 119-124. 11. Cf. Chr. Möller, a.a.O., S. 11, P. Biesterveid, Het huisbezoek, Kampen 1923 3 , p. 8091. 12. ZieJ. W. van Pelt, Pastoraat in trinitarisch perspectief. De s a m e n h a n g van trinitarische en antropologische aspecten in het pastoraat, Heerenveen 1999, p. 169 e.v.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen