Hoeden tot het heil; Gisbertus Voetius en het pastoraat - pagina 17
1. Voetius: een praktische theoloog...2. Korte schets van de ontwikkeling van het pastoraat in de tijd van de Reformatie tot aan de tijd van Voetius...3. Eigen positie van Voetius in de gereformeerde traditie...4. Overzicht van het pastoraat bij Voetius. - Ambtsdragers en de gemeente - Het doel van pastoraat - De inhoud van het pastoraat - Verschillende soorten pastorale bezoeken.....
van d e gelovigen, waardoor de g e m e e n t e het recht heeft te oordelen over de verkondigde leer en de kerkelijke regering d o o r de ambten. Aan de andere kant wijst Voetius o p de noodzakelijkheid van de ambten, die hij primair herleidt tot de instelling en het bevel van God. Daarnaast noemt hij ook de noodzaak van het werk dat de ambtsdragers verrichten. 1 5 In overeenstemming met d e aandacht voor de positie van de gelovigen en van d e ambten, ziet Voetius in het pastoraat een taak voor zowel gemeenteleden als ambtsdragers. Als hij schrijft over de praktijk der godzaligheid, geeft Voetius breedvoerig aandacht aan het christelijk huisbezoek (visitatio christiana). Hij bedoelt daarmee d e o m g a n g van de gelovigen o n d e r elkaar en het contact van christenen met niet-christenen. Deze vorm van onderlinge betrokkenheid en o o g voor elkaar is n o d i g omdat 1. G o d het heeft o p g e d r a g e n (met verwijzing naar Hebr. 10, 24), 2. Christus Zelf het voorbeeld heeft gegeven, 3. ' Z o ' n vertrouwelijke o m g a n g en geestelijke gemeenschap is niet alleen betamelijk, zoals reeds aangetoond is, maar ook nuttig, aangenaam, j a nodig. Nuttig is zij, omdat zij de wederzijdse g e n e g e n h e i d versterkt en opwekt; aangenaam, omdat zij een voorspel is van het eeuwige leven en de gemeenschap in de hemel, en nodig, omdat zij het middel is om verzoekingen van de satan en ons eigen vlees, aanvallen van zwaarmoedigheid, de druk van moeilijkheden en al te zeer voortwoekerende d r o e f h e i d tegen te g a a n ' , 1 6 4. als deze vorm van onderling contact ontbreekt, dan vergroot dit het lijden en vormt dit aanleiding tot vele verzoekingen. De pastorale toonzetting van het onderling bezoek van de gelovigen is onmiskenbaar. G e m e e n t e l e d e n k u n n e n ook o p grond van minder geestelijke en meer sociale motieven met elkaar omgaan: men laat zijn gezicht eens zien om te voldoen aan de regels en verwachtingen die in het sociaal-maatschappelijk verkeer gelden. Dat hoeft o p zich niet verkeerd te zijn, maar Voetius wil het onderling contact in de g e m e e n t e stellen in het licht van de praktijk van de godzaligheid. Daarom wil hij dat de o m g a n g van de gemeenteleden o n d e r elkaar geestelijk van aard zal zijn, weloverwogen en met beleid zal plaatsvinden, dat zij voortkomt uit oprechte liefde (en niet uit nieuwsgierigheid of andere kwalijke motieven) en zal strekken tot bevordering en vermeerdering van de godzaligheid, wijsheid, d e u g d en christelijke liefde en vriendschap. 1 7 Niet alleen in het verband van de gemeente, maar ook in gezin en familie worden de gelovigen o p g e r o e p e n zich in te zetten voor de geestelijke opbouw van elkaar. Dit geldt in het bijzonder voor de ouders ten opzichte van hun kinderen. De d o o p is teken en zegel van het genade-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2000
Reformatorische stemmen | 52 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2000
Reformatorische stemmen | 52 Pagina's