Islam; Beeldvorming en positiebepaling - pagina 18

ongelovigen: van de polytheïsten tot en met de Schriftbezitters, joden en christenen. Men spreekt dan van een "kleine djihad". Voor hen, die sterven 'op Gods weg' wordt het vooruitzicht op het paradijs geopend ( soera 9,111). We kunnen uit de koran een aantal criteria afleiden, waaraan de 'kleine djihad' of de 'djihad van het zwaard moet voldoen. Eén van de belangrijkste voorwaarden is dat er sprake moet zijn van zelfverdediging. Verder dient het gewelddadige antwoord in verhouding te staan tot de ernst van de aanval- het beginsel van proportionaliteit: probeer slachtoffers onder vrouwen en kinderen te voorkomen. Tenslotte moet de djihad worden gestaakt als de vijand aangeeft dat hij verzoening zoekt.

De praktijk staat echter heel ver van de normen in de koran af.

M O D E R N E INTERPRETATIES In het begin van zijn optreden verspreidde Mohammed de islam door middel van onderricht, preek en discussie. Nooit nam hij zijn toevlucht tot geweld in de periode van 610- 622 in Mekka. Na de verdrijving van de "profeet" en zijn aanhangers naar Medina vond de ontwikkeling van het begrip djihad plaats. Na aanvankelijk nog in soera 2, 256 genoteerd te hebben "Er is geen dwang in de godsdienst" (een uiterste poging om de joden aan zijn kant te krijgen) werd de islam steeds meer gezien als een eenheid waarin godsdienst en politiek samenvallen. Theologie en politiek zijn in die optiek niet te scheiden. De wereld werd daarbij in tweeën verdeeld: de "daar al islam" (de islamitische wereld) en de "daar al harb" (de buitenwereld of het oorlogsgebied). Zodra de "daar al islam" wordt aangevallen door de "daar al harb" heeft elke moslim de plicht te vechten om zijn wereld te beschermen. Een tijdelijke wapenstilstand van hoogstens tien jaar hoort tot de mogelijkheden. Zo'n "hoedna" sloot Mohammed met een joodse stam. De strijd kan worden hervat zodra dat in het belang is van de islam. Mohammed deed dit toen hij zich weer sterk genoeg voelde. Dit is nu precies waar Israël vandaag voor vreest. Al in de begintijd van de islam, in de zevende eeuw, werd de oproep tot de djihad offensief opgevat: de hele wereld brengen onder het oppergezag van de islam. Aan een vreedzame djihad was geen behoefte en binnen honderd jaar hadden de moslims een gebied van Pakistan tot Portugal in handen. Het werd de plicht van een rechtmatige islamitische heerser om zo mogelijk tenminste één keer per jaar op oorlogstocht in het gebied van de daar-al-harb te gaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen