De man in de schaduw; Heinrich Bullinger en zijn Tweede Helvetische Confessie - pagina 30
1. Het ontstaan van de confessie...2. De auteur van de belijdenis ...3. Invloed van de Tweede Helvetische Confessie...4. Inhoud en betekenis van het document...5. De Tweede Helvetische Confessie - vertaling.....
050172 WdZ binnenw 05-01.qxp
06-06-2005
10:03
Pagina 29
De belijdenis van Damasus uit deel 2 van de werken van de heilige Hieronymus
Wij geloven in één God, de almachtige Vader, en in één Zoon van God, onze Here Jezus Christus, en in de Heilige Geest. Wij vereren en belijden God, niet drie goden; nee, Vader, Zoon en Heilige Geest: één God. Niet zo dat deze ene God als het ware eenzaam zou zijn, en ook niet zo dat Hij die voor Zich Vader is, tegelijk ook de Zoon zou zijn. Nee, zo dat er een Vader is die voortgebracht heeft, en een Zoon die voortgebracht is. De Heilige Geest echter is niet voortgebracht, maar evenmin niet-voortgebracht; Hij is niet geschapen of gemaakt, maar Hij gaat uit van de Vader en de Zoon, mede-eeuwig met de Vader en de Zoon, aan Hen gelijk en met Hen meewerkend. Want er staat geschreven: Door het Woord van de Here (dat wil zeggen door Gods Zoon) zijn de hemelen gemaakt en door de Geest15 van zijn mond al hun kracht16. En op een andere plaats: Zendt Gij Uw Geest uit, dan worden zij geschapen, en Gij vernieuwt het aangezicht van de aarde17. En daarom belijden wij in de Naam van de Vader, en van de Zoon en van de Heilige Geest één God. Dat is een naam die zijn macht uitdrukt, het is niet zijn eigennaam. De eigennaam van de Vader is Vader, de eigennaam van de Zoon is Zoon, en de eigennaam van de Heilige Geest is Heilige Geest. In deze drie-eenheid vereren wij de ene God. Want wat uit de ene Vader is, heeft dezelfde natuur als de Vader, hetzelfde wezen en dezelfde macht. De Vader heeft de Zoon voortgebracht, niet omdat Hij dat wilde of omdat Hij dat moest maar van nature. De Zoon is aan het eind van de tijd, om ons te verlossen en de Schriften te vervullen, van de Vader neergedaald. Toch hield Hij nooit op bij de Vader te zijn. En Hij is ontvangen vanuit de Heilige Geest en geboren uit een maagd. Hij heeft vlees, ziel en bewustzijn, dat wil zeggen een complete menselijke natuur aangenomen. Toch verloor Hij niet wat Hij was, maar begon Hij te zijn wat Hij niet was. Alleen dan wel zo, dat Hij volmaakt is in zijn eigen natuur en echt in de onze. Want Hij die God was, is als mens geboren; en Hij die als mens geboren is, verricht daden als God; en Hij die daden verricht als God, sterft als een mens; en Hij die sterft als een mens, staat weer op als God. Na de heerschappij van de dood te hebben overwonnen, voer Hij met het lichaam waarmee Hij geboren was, geleden had, gestorven was en opstond, naar de Vader op. En met dat lichaam zit Hij nu aan zijn rechterhand in die heerlijkheid, die Hij altijd had en nu nog bezit.
29
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 maart 2005
Reformatorische stemmen | 74 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 maart 2005
Reformatorische stemmen | 74 Pagina's