Calvijn: vluchteling en vreemdeling - pagina 25
Tussen vreemdelingschap en gastvrijheid - van situatie naar reflectie - om de broederschap met de ballingen - vreemdelingschap en vooruitzicht
Speciale aandacht schenkt Calvijn aan een heel persoonlijke vorm van leed die hij als vluchteling ondergaat. Zoals bekend heeft de reformator een diepgeworteld besef dat hij van Godswege geroepen is om het werk van de reformatie in Genève verder gestalte te geven en vanuit Genève bij te dragen tot de reformatie van de kerk in geheel Europa. Om zijn bijzondere roeping tot deze taak te legitimeren, vergelijkt hij zichzelf vaak met profeten in het Oude Testament – inclusief David, die hij met enige voorliefde ‘profeet’ noemt – en apostelen in het Nieuwe Testament. Nu is het in het kader van het onderwerp van deze brochure van belang om na te gaan waar en hoe Calvijn in zijn oeuvre over profeten en apostelen spreekt als ‘vreemdelingen’. Zoals te verwachten valt, gebeurt dat bij Jona. Toen deze profeet zijn boodschap aan de inwoners van Ninevé bracht, viel hij volgens Calvijn niet op ‘door een schitterende titel, maar was hij slechts een buitenlander die gemakkelijk weggestuurd kon worden’40. Ergens anders zegt hij over Jona dat deze profeet ‘een buitenlander was, een onaanzienlijk man, zonder enig gezag (nl. bij de inwoners van Ninevé, AB)’41. Niettemin hoorden de koning en de hele stad naar de woorden van de profeet en verootmoedigden zich, ook al wisten ze niets van de ware religie en hadden ze zich tot dat moment overgegeven aan allerlei goddeloosheid. Wanneer Calvijn deze woorden toepast op zijn lezers, spreekt hij in de ‘wij-vorm’: Christus laat ons die van jongs af met het evangelie vertrouwd zijn, Zijn Woord verkondigen. Als wij ons tegen die boodschap blijven verzetten, klagen de inwoners van Ninevé die zich op de prediking van Jona wel bekeerden ons aan en is er geen enkel excuus voor de hardheid van ons hart!42 Door deze persoonlijke toespitsing op zijn eigen tijd vergelijkt hij in het bijzonder de inwoners van Genève met die van Ninevé en zichzelf met de oudtestamentische profeet. Mijns inziens licht in die laatste vergelijking ook iets op van de wijze waarop Calvijn zichzelf en zijn werk in Genève ziet: ‘Ik ben slechts een onaanzienlijke vreemdeling, zonder gezag. Velen in de stad – en met name de aanzienlijken – luisteren niet naar de boodschap die ik breng!’ 3.4. Bemoediging voor vreemdelingen Calvijn blijft niet staan bij het signaleren van de moeiten en het verdriet van vluchtelingen en vreemdelingen. Hij zoekt hen in zijn geschriften ook te troosten. Dat gebeurt op verschillende manieren. In de eerste plaats noemt hij een aantal voorbeelden van mensen in de Bijbel die ook als vluchtelingen, vreemdelingen en bijwoners leven. Zij kennen uit ervaring alle moeiten die dat met zich meebrengt, maar worden door de Heere ook bijzonder
24
090359 Willem de Zwijger Calvijn.indd 24
maandag19-oktober-2009 11:13
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 september 2009
Reformatorische stemmen | 50 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 september 2009
Reformatorische stemmen | 50 Pagina's