Zegen ons met Uw licht - pagina 26
Gezegend en tot zegen. Liturgische beweging - rituelen - bijbels-theologische lijnen - Bileamsgeschiedenis - priesterzegen - zegenen van kinderen - zegenen in het dagelijkse leven - zegen als liturgische handeling - casualia - doop - uitvaart - ambt en charisma
We worden herinnerd aan de joodse gewoonte of beter gezegd het gebod om God te prijzen en te danken voor al zijn gaven. Zoals de joodse huisvader doet in het tafelgebed, zo spreekt Jezus voor en na de maaltijd een zegenspreuk (vgl. Mark. 6:41 par.; 8:7 par.; 14:22 par.; 24:30). Het bijzondere aan het Laatste Avondmaal is dan echter, dat Jezus hierbij vervolgens uitspreekt: ‘Dit is mijn lichaam, dat voor u gegeven wordt; doet dit tot mijn gedachtenis’. Na de maaltijd, als Jezus de derde beker wijn opheft, zegt Hij: ‘Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed, die voor u uitgegoten wordt’ (Luc. 22:20). Zo stelt Jezus het Avondmaal in, dat later met het woord ‘eucharistie’ (dankzegging) wordt aangeduid. Maar het zegenen van God blijft ook in deze maaltijd aanwezig. ‘Is niet de beker der dankzegging, waarover wij de dankzegging uitspreken, een gemeenschap met het bloed van Christus?’, zo herinnert Paulus de Korintiërs (1 Kor. 10:16, waar de apostel eigenlijk tweemaal een vorm van het woord ‘zegenen’ gebruikt). Let wel: niet de beker wordt gezegend, maar de gaven van brood en wijn worden in dank ontvangen. Het maken van een zegenend gebaar boven de opgeheven beker hoort in de viering van het Avondmaal dan ook niet thuis. Zegenende groet Het groetkarakter van de zegen komen we tegen wanneer de evangelist ons vertelt van Jezus’ uitzending van zijn discipelen (Mat. 10:1-16 par.). Naast andere vermaningen geeft Jezus hun de opdracht: ‘Als gij het huis (waar zij binnengelaten worden) binnentreedt, geeft het de vredegroet; en indien het huis het waard is, zo komen uw vrede daarover; doch indien niet, zo kere uw vrede tot u terug’ (10:12-13). Het is duidelijk, dat met ‘huis’ de leden van de familie worden bedoeld. Met de heilsroep ‘gezegend!’ wordt Jezus begroet (Mark. 11:9 par.; Mat. 23:39 par.). De aan Psalm 118:26 ontleende woorden hebben een messiaanse kleur; de komende heerschappij die God met de komst van de Messias doet aanbreken, wordt met een zegenende groet verwelkomd (vgl. Luc. 1:42, waar Elisabeth Maria begroet met: ‘Gezegend zijt gij onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw schoot’). Hier treffen we reeds aan, dat de zegen verbonden wordt met de komst van Christus. Met de zegengroet ‘vrede zij u’ begroet de opgestane Heer zijn discipelen (Luc. 24:36; Joh. 20:19,26). Zegenende groetwoorden klinken ook aan het begin en afsluiting in verschillende nieuwtestamentische brieven. De drieledige zegengroet van 2 Kor. 13:13 is in het kerkelijk spraakgebruik bekend geworden als ‘apostolische
25
100011 W.deZwijger vd Meulen.indd
25
woensdag03-maart-2010
11:51
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 2010
Reformatorische stemmen | 54 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 2010
Reformatorische stemmen | 54 Pagina's