De nieuwe aarde en de herschepping van alle dingen - pagina 18

een nieuw fysiek bestaan in een nieuwgemaakte wereld”42. De lichamelijke opstanding van de gelovigen in een nieuwe aarde is nauw gerelateerd aan de lichamelijke opstanding van Christus43. Door zijn lijden en opstanding heeft Christus alle vijanden overwonnen en zal Hij ook alle vijanden onder zijn voeten leggen, overwinnen (vers 25). De laatste vijand die overwonnen zal worden is de dood. Het einddoel is dat “God zij alles en in allen”(vers 28). Deze uitdrukking betekent dat God over alles en allen zal regeren. “Er komt en dag waarop alle opstandige krachten verslagen zullen zijn, en de schepping in vrijheid en met vreugde zal antwoorden op de liefde van haar Schepper en God haar van zichzelf zal volmaken”44. De wijze van opstanding maakt Paulus duidelijk met het beeld van een zaad dat gezaaid wordt. Tegenover het huidige aardse staat het toekomende, de wereld die geheel door Gods Geest vernieuwd en geregeerd wordt. Uiteindelijk zal de dood verslonden worden tot overwinning. Op de nieuwe aarde zal de dood niet meer zijn. Vanuit Pasen en de lichamelijke opstanding lopen zo de lijnen naar het herstel van de hele kosmos. De opstanding van Christus is reden voor dankbaarheid. “Maar Gode zij dank, Die ons de overwinning geeft door onzen Heere Jezus Christus.” (1 Kor. 15:57). In Romeinen 8 gaat Paulus dieper in op de verlossing van de totale schepping uit de macht van de zonde. De lichamelijke opstanding van Christus is het beginsel en de garantie van de materiële herstelling en transformatie tot een hernieuwde kosmos. Romeinen 8:18-25 Paulus handelt in deze brief over de rechtvaardigheid Gods. De vrijsprekende gerechtigheid is in het Evangelie geopenbaard. Door het geloof in Christus verkrijgen zondaren deel aan Christus en daarmee aan de verlossing. De verlossing en de vernieuwing van zondaren is het resultaat van het heilswerk van Christus. De verloste zondaar wordt door Gods Geest geleid (Rom. 8:14). Als vanzelf dringt zich de vraag op hoe deze verlossing zich verhoudt tot het totaal van de geschapen werkelijkheid. Daarover gaat het in Rom. 8:18-25. Paulus wijst erop dat het schepsel de ijdelheid onderworpen is (Rom. 8:20). Met schepsel wordt hier gedoeld op de ‘onpersoonlijke geschapen wereld’45. Het schepsel zucht onder de ‘dienstbaarheid der verderfenis’ (Rom. 8:21), de slavernij van de zonde. De gelovigen weten van de gebrokenheid in de schepping door de zonde (vers 22). Er is echter hoop dat het schepsel zal worden vrijgemaakt van deze last. Versteeg

ii bijbelse lijnen

110317 Najaar ds WVisser BW.indd 17

26-10-11 12:41

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen