De nieuwe aarde en de herschepping van alle dingen - pagina 30

uit te zien. “Stel u deze heerlijkheid voor als uw enig doel”76. Met deze toekomst voor ogen is de aarde het oord van de vreemdelingschap. Er kan aanvechting en twijfel zijn, maar de gelovigen zullen deze heerlijkheid echter zeker ontvangen. De goddelozen gaan echter in de eeuwige pijn. Sterk benadrukt Brakel de strijd van de gelovigen op aarde. Wel mag er wat haast zijn om het werk op aarde af te maken. “Nu dan, gelovigen, zo’n heerlijkheid hebt u te wachten, en dat binnenkort. Haast u dan om uw werk af te maken. … Maak deze heerlijkheid en de weg daarheen aan anderen bekend en neem hen mee naar de zaligheid, opdat u met de Heere Jezus mag zeggen: “Ik heb U verheerlijkt op de aarde; Ik heb voleindigd het werk, dat Gij Mij gegeven hebt om te doen; … Ik heb Uw Naam geopenbaard den mensen, die Gij Mij uit de wereld gegeven hebt. Zij waren Uw, en Gij hebt Mij dezelve gegeven; en zij hebben Uw woord bewaard.” (Joh. 17:4-6)”77. Pastoraal en met gevoel voor concrete vragen en noden van mensen gingen de mannen van de Nadere Reformatie met deze dingen om. Herman Bavinck (1854-1921) Herman Bavinck behoort ongetwijfeld tot een van de grote theologen aan het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw. Zijn vierdelige dogmatiek wordt tot op de dag van vandaag gedrukt en gelezen. Zijn invloed is niet alleen beperkt gebleven tot zijn neocalvinistische omgeving. Velen zijn door zijn werk beïnvloed. Zijn dogmatisch werk treft vooral door de Bijbelse belijndheid, dogmenhistorische oriëntatie, afweging, actualiteit en synthese. De laatste paragrafen (577-580) van zijn dogmatiek gaan over de voleinding der wereld. Bavinck onderstreept het belovend spreken van God. Hij wijst de gedachte van een geheel nieuwe schepping af maar ziet de voleinding als een “herschepping van het bestaande”78. Het gaat bij de toekomende eeuw om stoffelijke en lichamelijke realiteiten. Alle spiritualisme wijst hij radicaal van de hand. Vrij uitvoerig typeert Bavinck de aard van de nieuw hemel en aarde. De schepping zal worden verlost van de dienstbaarheid der zonde (Rom. 8:21) en gerechtigheid en heerlijkheid zal het kenmerk zijn van de nieuwe aarde (2 Petr. 3:13, Openb 21:1). De herschapen werkelijkheid zal “stralend in onverwelkelijke pracht en bloeiend in de lente eener eeuwige jeugd”79 tevoorschijn komen. De zegeningen voor de gelovigen zullen geestelijk en stoffelijk van aard zijn, hoewel de geestelijke zegeningen (gemeenschap met God en uitverkorenen) de voornaamste zullen zijn. Gemeenschap zal het leven

iii enkele kerkhistorische lijnen

110317 Najaar ds WVisser BW.indd 29

26-10-11 12:41

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen