Met het oor waarneembare voetstappen Gods. Dr. O. Noordmans en prof.dr. G. van der Leeuw over het orgel en de organist - pagina 8
G. van der Leeuw – O. Noordmans – gemeentezang – liturgische beweging – liturgie – organist – heilsbemiddeling – Woord en Geest
onder meer: ‘Is niet het orgel, waar het als middel en voertuig dient der bevleugelde en Godverrijkende gedachten, en het gemeenschappelijke gezang ondersteunt en leidt, uitnemend geschikt, om de stichting der Gemeente, als het ware doel der Godsvereering te bevorderen? – Stemt het niet onwillekeurig tot eerbied? Schijnen niet alle wulpsche en dartele toonen op zijne gewijde klavieren misplaatst? Verwekt het, als het zachtkens speelt, of, gelijk de zee in hare volheid, de stroom zijner diepste en zwaarste klanken laat bruisen, geene heilige en plegtige gewaarwording in de ziel? (…) Gewis! gelijk zang en toonkunst in hare edelste bestemming goddelijk mogen heeten, zóó wijst het Orgel het meest, als onovertroffen voortbrengsel der menschelijke kunst, die hemelsche bestemming aan. Vrij mogen dan zijne bezielende toonen door dit heiligdom ruischen, zoo dikwerf onze lofzang den hoogverheven Koning prijst!’4 De Liturgische Beweging Pas in de twintigste eeuw werd fundamenteel over het kerkelijke orgelspel en de functie van de organist nagedacht. In dit verband moeten vooral de Liturgische Beweging in de Nederlandse Hervormde Kerk, de Koninklijke Nederlandse Organistenvereniging en de Prof.dr. G. van der Leeuwstichting genoemd worden. Die bezinning heeft zeker na 1945 vruchten afgeworpen. Dit boekje gaat over de bijdrage die twee belangrijke theologen uit de vorige eeuw aan de bezinning op het orgel en de organist geleverd hebben: dr. O. Noordmans en prof.dr. G. van der Leeuw. Ze hadden allebei iets met ‘de koningin der instrumenten’5 en haar bespeler. Dat ze daar gelijk over dachten, kan niet gezegd worden. Dat was ook niet te verwachten: Noordmans en Van der Leeuw waren niet minder dan elkaars opponenten. Noordmans had grote moeite met de denkbeelden die vanaf de jaren ’30 binnen de Liturgische Beweging, waarvan Van der Leeuw de voorman was, heersten.6 Dat er sprake was van een controverse tussen de beide heren komt vooral aan het licht wanneer we hun beider visie op de positie van de organist onder de loep nemen. Vooraf zij vermeld wat M. Barnard in algemene zin over de woordenwisseling tussen de beide theologen heeft geschreven: ‘(…) er werd gedebatteerd, om niet te zeggen geduelleerd, op het scherp van de snede: fel, scherp, vinnig, venijnig, maar steeds met respect en niet boosaardig.’7 Er was en bleef zelfs sprake van vriendschap tussen Noordmans en Van der Leeuw.8
i inleiding 7
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 2012
Reformatorische stemmen | 50 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 2012
Reformatorische stemmen | 50 Pagina's