Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een nieuwe doelstelling voor opvoeding en onderwijs?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een nieuwe doelstelling voor opvoeding en onderwijs?

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De schrijver van dit artikel is de heer E. Hofman, leraar Nederlands aan het Christelijk Lyceum te Gouda. Zijn geboorteplaats heet Krabbendijke. In deze plaats volgde hij de onderwijzersopleiding aan De Driestar, toentertijd nog daar gevestigd.Daarna behaalde hij de akte MO-B Nederlandse taal en letterkunde.Van de hand van deze 42-jarige scribent verschenen reeds diverse artikelen o. a. in Wapen veld, Levende talen. Maatstaf.

door E. Hofman,

Begin februari werd vanuit de kringen van het christelijk onderwijs onder dekking van een goed voorbereide campagne een nieuwe doelstelling voor opvoeding en onderwijs onder de aandacht van het publiek gebracht, waarin geformuleerd wordt, waarnaar het christelijk onderwijs in onze dagen dient te streven.

Om te beginnen werd deze doelstelling in een aantal verschillende bladen gepubliceerd. Vervolgens werd ze in een televisieuitzending van de NCRV op 22 februari herhaald, een programmanummer waarin tevens gediskussieerd werd over de vraag: Wat bedoelen we eigenlijk met christelijk onderwijs? Het grote gesprek over de doelstelling had plaats op 25 februari in de NCRV-studio. Het werd van acht tot tien uur 's avonds uitgezonden. Allereerst gaf de opsteller van de nieuwe formule. Dr. F. Boerwinkel, nog eens een korte toelichting op zijn doelstelling. Daarna gaven andere pedagogen en theologen hun meningen ten beste, die onderling nogal sterk uiteen liepen.

DE GEPONEERDE DOELSTELLING

Voor degenen die de doelstelling niet meer bij de hand hebben, neem ik deze nog even in z'n geheel over:

"Het doel van de opvoeding is: de jonge mens zo te begeleiden en te stimuleren op zijn weg naar de volwassenheid, dat hij steeds beter in staat en bereid is te bepalen, waar hij zijn krachten wil inzetten om de algemene kultuuropdracht van de mens (deze aarde te bewerken en te bewaren in samenwerking met en ten bate van alle mensen) op persoonlijke wijze gestalte te geven;

daarbij zijn kritische zin ten aanzien van

wat echt of onecht, waar of onwaar, recht of onrecht is te scherpen; en hem bereid te maken op te komen voor de verdrukten en ontrechten, aan welke kant die zich ook bevinden.

Van essentieel belang bij deze opvoeding is: dat de jonge mens is opgenomen in een gemeenschap, waarin ouderen en jongeren elkaar steunen, stimuleren en korrigeren, om vanuit de verwachting van Gods Rijk van liefde, gerechtigheid en vrede samen al op een "geheel andere" wijze in deze wereld te leven. "

ACHTERGROND ONMISBAAR

Het is in onze tijd van zich wijzigende inzichten een loffelijk streven zich opnieuw te bezinnen op de doelstelling van onderwijs en opvoeding. De kans is dan groter dat er meer duidelijkheid komt in een verwarrende hoeveelheid oudere en nieuwere opvattingen. Bezinning is in onze situatie eenvoudig noodzakelijk. Het is daarom dubbel jammer dat deze bijdrage van christelijke zijde eigenlijk teleurstelt. Het begint al met de formulering. Deze is weinig homogeen. Ze is samengesteld uit een aantal delen die de indruk wekken naast elkaar te staan, zonder dat ze op elkaar betrokken zijn. De rededelen vormen geen innerlijke eenheid, waardoor de zin weinig inspireert. Ik vind dat Dr. Boerwinkels radiolezing "Opvoeden in een veranderende wereld - kunnen we dat? " (Inkom, februari 1973, blz. 31) eigenlijk onmisbaar is om de achtergronden van de hier gepubliceerde doelstelling te kunnen doorzien. Wat moeten we nu eigenlijk met zulke volzinnen aan? Ze zijn op verschillende punten onduidelijk of onvolledig. Misschien was het beter geweest met een wat uitvoeriger omschrijving te komen, waardoor de kans kleiner geworden zou zijn om bedoelingen mis te verstaan.

ENKELE KRITISCHE OPMERKINGEN

Bij de hier geboden basisformule voor opvoeding en onderwijs wil ik de volgende kritische opmerkingen maken.

1. De definitie spreekt ervan "de jonge mens te begeleiden en te stimuleren op weg naar de volwassenheid".

Dit blijft allemaal zo abstrakt. Wie is "de jonge mens"? Ik ga liever van een andere onderwijssituatie uit: dat in een christelijke gemeenschap ouderen en jongeren gelijkelijk op weg zijn naar het "land" dat God ons gewezen heeft. Opvoeden is een zaak die de hele christelijke gemeenschap aangaat. Wij zijn allen onderweg en moeten er naar streven dat de jongere generaties de reis voort kunnen zetten, wanneer de oudere wegvallen. En dat stelt in elke tijd weer andere eisen aan de christelijke opvoeding.

2. "hij (de jonge mens) moet steeds beter bereid en in staat zijn de algemene kultuuropdracht van de mens (deze aarde te bewerken en te bewaren in samenwerking met en ten bate van alle mensen) op persoonlijke wijze gestalte te geven. Welke kant moeten we met deze zinssnede uit?

Gaat het hier weer, met de bekende tekst uit Genesis als uitgangspunt, om de optimistische gedachte dat "de mens" een aardeomspannende kultuuropdracht heeft, teneinde onze planeet steeds te vervolmaken? Dit optimisme zou nog nauwelijks gerechtvaardigd zijn, sedert de tijd dat twee wereldoorlogen ons eerder van het tegengestelde overtuigd hebben.

Dat hier inderdaad een misverstand mogelijk is, bleek wel uit de diskussie over de doelstelling op 25 februari. Toen werd duidelijk dat de "algemene 5

kultuuropdracht" voor de opsteller vooral betekent: een verantwoord milieubeleid voeren en een rechtvaardige verdeling van de welvaart na te streven, ook voor de onderontwikkelde landen. In feite wordt hier het totale opvoedingsdoel versmald tot enkele brandende problemen waar onze tijd mee gekonfronteerd wordt.

3. "En daarbij zijn kritische zin ten aanzien van wat echt of onecht, waar of onwaar, recht of onrecht is te scherpen. "

Eerder gegeven omschrijvingen van opvoedingsdoelen spelen hier doorheen. Vanouds hebben we geleerd, dat men in de opvoeding eerbied moet bijbrengen voor het ware, het echte etc. De vroegere omschrijvingen waren echter vollediger. Waarom wordt hier niet gevraagd de kritische zin te scherpen voor wat goed of kwaad is? Waarom is hier geen plaats ingeruimd voor een verantwoorde ontwikkeling van de kreativiteit? Deze passage in Boerwinkels definitie behoeft dringend aanvulling.

4. "en hem bereid maken op te komen voor de verdrukten en ontrechten, aan welke kant die zich ook bevinden".

De eenzijdigheid in deze doelstelling spitst zich steeds verder toe. Sprak het vorige lid van de doelstelling er nog van de kritische zin te scherpen voor drie dingen: echt - onecht, waar - onwaar, recht - onrecht, op te komen behoeft men alleen maar voor de ontrechten. Men zou toch minstens verwachten, dat men zich eveneens zou moeten inzetten voor wat waar en echt is, laat dan nog staan voor wat goed en verantwoord kreatief is. Het is echter alleen om de ontrechten begonnen. Het is duidelijk dat hier de definitie uitmondt in de politieke aktualiteit. De onbegrijpelijke eenzijdigheid van de doelstelling is blijkbaar ingegeven door eenzijdige politieke stellingname.

Wat men bij opmerking twee al kon vermoeden, treedt hier duidelijk naar voren. Opvoeden volgens deze doelstelling is hoofdzakelijk participeren in de grote hedendaagse politieke problemen. Er moet het een en ander gedaan worden. Men moet het milieu beheren, ontwikkelingshulp bieden en opkomen voor de ontrechten. Vanuit Genesis komt Boerwinkel hier in een politiek aktivisme terecht, dat eigenlijk niets speciaal christelijks meer heeft. Bijna iedereen, welke soort van onderwijs men ook voorstaat, zal er de noodzaak van willen inzien om de hier aanwezige problemen tot een oplossing te brengen. Het is dan echter tevens duidelijk, dat we in een kleurloos horizontalisme terecht gekomen zijn, waarin van de identiteit van de christelijke opvoeding niet veel meer overblijft. Deze definitie is kenmerkend voor deze tijd, waarin tussen kerk en wereld vrij verkeer mogelijk is. Vanuit een bijbels uitgangspunt komt men gemakkelijk in de wereld terecht. De vraag is of men - eenmaal hier aangeland - de weg naar Gods Woord nog wel ooit terug kan vinden. Ik vrees dat we hier getuige zijn van een onomkeerbaar proces van verwereldlijking, dat alleen maar schadelijk kan zijn voor het eigen karakter van de christelijke school.

5. "De jonge mens moet vanuit de verwachting van Gods Rijk van liefde, gerechtigheid en vrede leren om nu al "op geheel andere" wijze in de wereld te leven."

Dit "geheel anders" zullen we toch moeten zien, zoals de bijbel dat doet: Gij geheel anders, gij hebt Christus leren kennen.

Dat betekent dat de christelijke levenswijze ingrijpend verschilt met die van de heidenen. Wanneer Dr. Boerwlnkel dit "geheel anders" op deze wijze wil vullen, dan kom ik weer in konflikt met de eerder gedane uitspraak: "in samenwerking met en ten bate van alle mensen". Het is mij niet duidelijk hoe men het hier schuilende kontrast in leefbare vormen kan oplossen.

6. Er is nog een algemeen bezwaar. In de diskussie bleek herhaaldelijk dat de opsteller zijn uiterste best gedaan heeft om geijkte formuleringen te vermijden. Op zichzelf volkomen terecht. We zouden er allen voortdurend naar moeten streven afgesleten taalmateriaal eindelijk met rust te laten. De angst voor geijkte gedachten mag er ons echter niet toe brengen de toevlucht te nemen tot onduidelijkheid. Daarmee bereikt men immers evenmin zijn doel. Onduidelijkheid is ook geen originaliteit. Men kan beter oude termen gebruiken die nog steeds bij velen overkomen, dan dat men gebruik maakt van kryptische uitspraken, die de achtergronden niet bloot leggen.

HET UITGANGSPUNT

Juist omdat deze doelstelling uit het christelijke kamp afkomstig is, zou men terecht kunnen verwachten, dat ze duidelijk als christelijk herkenbaar zou zijn. Met de konkretisering van deze doelstelling kan men zo ongeveer alle kanten op. Het wordt dan maar al te duidelijk, dat hedendaags christelijk onderwijs zich nog nauwelijks in iets onderscheidt van niet-christelijk.

Ik mis in deze doelstelling dus een duidelijk reformatorisch standpunt. Er diende op de een of andere wijze duidelijk gesteld te worden, dat wij in de hedendaagse opvoeding de weg naar de toekomst met de Bijbel in de hand moeten zoeken. Het oriëntatiepunt in de definitie van Boerwinkel is de toestand op de wereld. Wanneer wij ons hierdoor in de eerste plaats laten leiden, wordt het gevaar groot, dat we onze christelijke signatuur verliezen.

Tenslotte: Dr. Boerwinkel legt er in de toelichting op zijn omschrijving de nadruk op, dat wij op aarde de weg moeten bereiden voor de Heer. De Heer komt tot ons. Hij komt tot ons om Zijn Rijk tot volle openbaring te brengen. Laten wij daarbij echter vooral niet vergeten, dat wij naar de Heere toe moeten. Hij heeft een weg bereid naar Hem toe (waarop dwazen niet zullen dwalen en die de verstandlgen naar boven leidt) • Wij moeten op aarde de weg voor de Heere banen; maar zelf reizen we ondertussen naar God toe. Hoogstwaarschijnlijk staan wij, mensen van beperkte duur, eerder voor God, dan dat Zijn Rijk in z'n volle openbaring tot ons komt. En de konsekwenties daaruit moeten in opvoeding en onderwijs duidelijk getrokken worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 1973

De Reformatorische School | 40 Pagina's

Een nieuwe doelstelling voor opvoeding en onderwijs?

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 1973

De Reformatorische School | 40 Pagina's