Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

knipsel rubriek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

knipsel rubriek

afdeling hoger beroepsonderwijs

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

• DE HOOFDAKTE-STUDIE EN HET HOOFDAKTE-EXAMEN

Zowel de P.A. als de O.K. (opleiding voor kleuterleidsters) kenden vroeger de hoofdakte als part-time opleiding na de dagkursus. Bij de P.A. is de hoofdakte reeds jaren een dagopleiding en staat sinds enkele jaren niet meer als een apart deel van de opleiding: de opleiding is tegenwoordig ongedeeld.

Dit in tegenstelling tot de O.K. : daar vormt de hoofdakte-kursus nog een apart onderdeel na afloop van de driejarige opleiding, meestal gegeven op woensdagmiddag en - avond.

In een artikel in "De wereld van het jonge kind" probeert Mej. A.J.Vreugdenhil - oud-direktrice van de Chr. Opleidingsschool voor kleuterleidsters "De Voorpost" te Rotterdam - een beeld te geven van de hoofdaktestudie en het hoofdakte-examen te schatten op hun waarde en tevens een beeld te geven van studie en examen, gewenst voor het diploma van hoofdleidster in de toekomst.

Zij begint het artikel met een blik in het verleden:

Wanneer we de kursus 1957-1958 in de herinnering roeppen en we vergelijken deze met die van het Jaar 1973-1974, dan is er een grote verbetering te konstateren. In die tweejarige kursus werd nl. dertien uur per week les gegeven in de avonduren en op de woensdagmiddag. Het aantal vakken was groot. De hoofdakte-kursus was een voortzetting van de (dag)opleiding voor kleuterleidster. De toenmalige kursus was min of meer te typeren als een lessenfabriek: navraagbare kennis beheerste lessen en examen. Zcfwel de examenkandidate als de examinator onderwierpen zich zonder meer aan de eis: reproduceerbare weetjes kunnen reproduceren.

Dit veranderde vanzelf, toen aan de kursus werd deelgenomen door kursisten die als afgestudeerde kleuterleidsters van de dagopleiding kwamen. Dezen waren gewend aan zelf te denken, zelf te oordelen en veel te diskussieren. Ze waren dank zij hun genoten opleiding veel, soms erg veel van het geloof verloren in het woordelijk weergeven van te boek gestelde definities.

Het vakkenpakket veranderde met de nieuwe opzet van de hoofdaktekursus:

De omzetting van de tweejarige dagopleiding in een driejarige, had tot gevolg, dat de twee Jaar durende hoofdakte-kursus een eenjarige werd. daarenboven werd het aantal vakken sterk verminderd: het studie-en examenprogramma vermeldde en vermeldt: pedagogiek en psychologie, methodiek en didaktiek en het vak Nederlands.

Wat de vakken pedagogie/psychologie en methodiek/diddktiek betreft hleef het vrijwel rustig aan het front. Dit in tegenstelling met het vak Nederlands, dat de gemoederen nogal in beweging bracht. De eis Was namelijk: Kennis en inzicht in de kinderliteratuur.

De docenten Nederlands stonden aanvankelijk met de handen in het haar. Tereaht werd de vraag gesteld: Wie is expert op het gebied van de kinderliteratuur? De vraag was des te klemmender^ omdat de verplichte studie voor de akte Nederlands M.O. geen steun gaf. Een tweede vraag was: Kinderliteratuur sec of in verband met - deliteratuur?

Het was de eerste jaren zoeken en nog eens zoeken om de juiste inhoud te vinden voor het vak Nederlands op de hoofdakte-kursus.

Nog noodzakelijker werd dit, toen men oog kreeg voor de taalarmoede die veroorzaakt werd door bepaalde milieufouten. Via taalarmoed& en de op de markt verschijnende kompensatieprogramma 's werd de aandacht gevestigd op de taalontwikkeling. Niet, dat deze vroeger niet in de belangstelling stond. Integendeel. Toch werkte men toen meer vanuit de pedagogisch-didaktisohe doelstelling. Men zocht meer naar wegen en middelen om de taalontwikkeling te stimuleren, dan op de gegevens van de taalontwikkeling zelf te letten. Toen men ertoe overging deze wel te bestuderen rees er nog een vraag: op het terrein van welk vak hoort dit onderwerpl Bij de ontwikkelingspsychologie? Moeten de kursisten inzicht krijgen in de juiste pedagogische en didaktisahe begeleiding? Ligt de taalontwikkeling op het terrein van het vak Nederlands?

Er deed zich echter ook een nieuw probleem voor namelijk de integratie van k. o. - ba. o.

Deze veronderstelt de ononderbroken pedagogisch-didaktisohe begeleiding van het kind in de leeftijdsfase van 4-8 jaar en niet langer de onderbroken begeleiding van het kind in de leeftijd van 4-6 jaar en die van 6-8 jaar.

Door een ononderbroken begeleiding van het kind in de leeftijdsfase als de meest waardevolle te stellen, kwamen de vragen naar voren of men

1. het traditionele kleuteronderwijs zoals dit gegeven werd aan kleuters van 4-6 jaar voortgezet moest worden tot het achtste levensjaar?

2. het traditionele lager onderwijs zoals dit gegeven werd aan zesjarige kinderen nu ook aan jongere kinderen moest geven?

2. moet het karakter van het onderwijs-geven veranderen: niet meer vóór alles gericht op het doorwerken van leerstof, maar op de individuele en sociale ontwikkeling van het jonge kind?

Bij de beantwoording van de vraag naar de werkwijze op de basisschool van de toekomst had en heeft men de keuze tussen twee mogelijkheden:

moet de ontwikkeling passief afgewacht worden door in alle vrijheid het jonge kind te laten spelen met het traditionele materiaal van de kleuterschool? of

moet geprobeerd worden de ontwikkeling te betnvloeden, door aan-

bieding van anderssoortige materialen en gerichte opdrachten met traditioneel en nieuw materiaal?

Het spreekt vanzelf, dat er in de praktijk geprobeerd werd in de gestelde keuze een juiste beslissing te nemen.

Door al deze problemen zou het karakter van de hoofdakte-kursus moeten wijzigen. Hoewel men bij de O.K. een ongedeelde dagopleiding blijft claimen, verdient het volgens Mej. Vreugdenhil geen aanbeveling de leidsters in het bezit van de volledige bevoegdheid zonder meer te laten afzwaaien.

De pas-beginnende kleuterleidster stuit in haar werk in de kleuterschool op allerlei onverwachte moeilijkheden: de organisatie, een moeilijk kind, het aanbieden van materiaal, het geven van opdrachten, de ouders, collega's, enz.

Zij kan deze problemen op de hoofdakte-kursus ter sprake brengen in de kring van haar medekursisten en dooent(e). Ze wordt meestal wel over het dode punt heen geholpen.

De hoofdakte-kursus zou moeten blijven bestaan als in-sevioetraining.

Dit leidt tot een nieuwe programmering van de hoofdakte-kursus, waarbij de doorgaande begeleiding van het kind van 4-8 jaar ons als toekomstbeeld voor ogen staat. Ook kulturele vaardigheden als rekenen en lezen dienen dan aan de orde te komen en het dient aan de kleuterleidster duidelijk gemaakt te worden, hoe rekenen en taal hun plaats in de huidige kleuterschool kan hebben.

Om misverstanden te voorkomen volgt een waarschuwing:

Misschien ontstaat er door de aumniere behandeling van het rekenen op de kleuterschool enig misverstand: Sommige leidsters geloven nog stellig, dat rekenen op de kleuterschool inhoudt: - het vastleggen van de associatie tussen hoeveelheid en cijfer - en het maken van eenvoudige of gemakkelijke sommetjes, zoals 2 + 1 = 3; 2 + 1=4; 2 + 2 = 4.

Het ware voor henzelf en voor de kleuters te hopen, dat ze dit geloof zonder meer verliezen. Want de hier gegeven voorbeelden tonen, dat alleen aan de kultuuroverdraaht waarde wordt toegekend en dat rekenen beschouwd wordt als een proces waarin kennisvev'werving nummer één is.

In onze opvatting berust rekenen, het omgaan met (hoe)veelheden, op waarnemen en denken.

Het jonge kind moet de (hoe)veelheid kunnen waarnemen, zien, kunnen onderscheiden van andere (hoe)veelheden. Wanneer dat het geval is, is het ogenblik gekomen, dat er - kultuuroverdracht-moet plaats vinden: de ene hoeveelheid noemen we - veel-de andere - een beetje-of - reinig-, o o wordt 2 genoemd.

Na nog het een en ander gezegd te hebben over de samenhang tussen rekenen en lezen en de aard van de bijscholing resumeert Mej. Vreugdenhil:

We kunnen zeggen, dat de hoofdakte-studie, wat betreft de vakken pedagogiek/psychologie en methodiek/didaktiek, het kennen en han-

teren van de ontwikkelingspsyahologisohe gegevens van het jonge kind in sijn wereld en in de wereld, als basis noodzakelijk aaht. De hoofdakte-studie richt zich op: funktie-ontwikkeling en wereldverkenning.

Zij beëindigt het artikel met enkele opmerkingen over het hoofdakteexamen:

Het examen is een afsluitend gesprek, met de nadruk op afsluitend. Het gesprek zelf liep van het begin der kursus tot het examen en berust op kennis van theoretische gegevens en praktische ervaring. Een volledig bevoegd kleuterleidster behoort te kunnen beoordelen. Vandaar dat ze bij elk der drie examenvakken zich geplaatst ziet in een situatie, waarin gegevens beoordeeld moeten worden. Intuïtie alleen is niet voldoende voor de juiste beoordeling. Kennis en inzicht zijn onmisbaar in het gesprek. Op het examen wordt geprobeerd uit te vinden wat

- kennis en inzicht voor de kandidate betekenen,

- of eigen ervaringen meegeholpen hebben in het proces, waarin dje pas-beginnende kleuterleidster zich ontwikkelt tot een volledigbevoegd leidster.

Op deze wijze werkend, proberen we j9p een toch wel discriminerende kursus op positieve wijze de kursisten aan hun trekken en het kleuteronderwijs in een veranderende onderwijswereld tot zijn recht te laten komen,

Waddinxveen

G. v. d. Gaarden.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

De Reformatorische School | 48 Pagina's

knipsel rubriek

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

De Reformatorische School | 48 Pagina's