Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Informatie voor schoolbesturen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Informatie voor schoolbesturen

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

door J. J.Verhage,

• LEEFTIJD VAN KLEUTERS VOOR TOELATING TOT KLEUTERSCHOOL

Oorspronkelijk luidde artikel 15, Ie lid, der Kleuteronderwljswet - zonder uitzondering - dat om tot een kleuterschool te worden toegelaten de kinderen de leeftijd van vier jaar moeten hebben bereikt.

Enige tijd geleden is deze wet op dit punt gewijzigd in die zin, dat in de maanden augustus en september bovendien mogen worden toegelaten kleuters, die vóór 1 oktober daaraanvolgend vier jaar worden. De bedoeling hiervan is te bewerkstelligen, dat alle kleuters de gelegenheid krijgen twee jaren kleuteronderwijs te volgen alvorens zij - twee jaren later - tot de lagere school mogen worden toegelaten.

De betreffende wetswijziging is in werking getreden per 1 augustus 1976. Deze regeling kon derhalve m.i.v. laatstgenoemde datum voor het eerst worden toegepast.

Een bericht van deze strekking is reeds geplaatst in 'T)e Reformatorische School" van augustus 1976. Het blijkt echter, dat deze toch wel belangrijke wetswijziging nog geen voldoende bekendheid geniet. Derhalve acht ik het zinvol hierop nog eens de aandacht te vestigen.

• TOEKENNING EXTRA LEERKRACHTEN BIJ HET GEWOON LAGER ONDERWIJS

Bij circulaire dd. 29 april 1977 heeft de minister van onderwijs en wetenschappen de schoolbesturen o.a. medegedeeld, dat ten aanzien van de toekenning van extra leerkrachten ingevolge artikel 56, 2e lid, der Lageronderwijswet 1920 de normen voor het splitsen en combineren van klassen, zoals deze gelden voor het schooljaar 1976/1977, vooralsnog onveranderd van kracht blijven.

Dit betekent, dat indien ook het aantal leerlingen daartoe aanleiding geeft, in het algemeen rijksvergoeding voor een extra leerkracht zal worden verleend indien:

a. een klas van het eerste leerjaar noodzakelijkerwijs meer dan 35 leerlingen telt;

b. een klas, gevormd door een combinatie van leerlingen van het eerste leerjaar met leerlingen van een of meer volgende leerjaren, noodzakelijkerwijs meer dan 29 leerlingen telt;

c. een klas van één van de leerjaren twee tot en met zes meer dan 37 leerlingen telt, tenzij een onderlinge combinatie van deze leerjaren mogelijk is en zulk een combinatie niet meer dan 35 leerlingen omvat.

Bij het vormen van combinaties mag het aantal leerlingen van een afgesplitst leerjaar, dat aan een hoger of lager leerjaar wordt toegevoegd, niet minder dan vijf bedragen.

Voor een spoedige afdoening van het verzoek is het noodzakelijk, dat een

afschrift daarvan rechtsteeks wordt gezonden aan de inspecteur van het lager onderwijs binnen wiens inspectie de school is gelegen. Een zodanig verzoek moet tenminste de volgende gegevens bevatten:

a. naam, volledig adres (met vermelding van gemeente) en administratienummer der school;

b. het aantal aanwezige leerkrachten, gesplitst in wettelijk verplichte en extra leerkrachten, ten laste van het Rijk op de datum van aanvrage;

c. het aantal leerlingen per leerjaar op de datum van aanvrage;

d. het tijdvak, waarover een extra leerkracht wordt gevraagd;

e. het (vermoedelijk) aantal leerlingen per leerjaar op de datum van de aanvang van het onder d. genoemde tijdvak;

f. het totaal aantal leerkrachten, waarvoor rijksvergoeding wordt gevraagd;

g. het gemiddeld aantal leerlingen van het voorafgaande schooljaar;

h. het aantal leerlingen per leerjaar op de verstreken teldata van het lopende schooljaar.

Vanzelfsprekend moet op de schriftelijke ministeriële beschikking op het verzoek worden gewacht, alvorens een boventallige leerkracht wordt aangesteld.

De minister kan aan zijn beschikking, inhoudende de toezegging tot vergoeding van het salaris van een boventallige leerkracht door het rijk, voorwaarden verbinden. Indien deze voorwaarden niet worden nageleefd kan het bestuur de definitieve rijksvergoeding worden onthouden.

Tegen een afwijzende beslissing kan geen beroep worden ingesteld. Wel kan een verzoek worden herhaald indien bepaalde omstandigheden zijn gewijzigd.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juni 1977

De Reformatorische School | 36 Pagina's

Informatie voor schoolbesturen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juni 1977

De Reformatorische School | 36 Pagina's