Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

SCHOOLBEGELEIDINGSDIENSTEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

SCHOOLBEGELEIDINGSDIENSTEN

Knipselrubriek

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de eerste BGS-katern kunt u lezen dat er gewerkt wordt aan de oprichting van een reformatorische schoolbegeleidingsdienst. Dat zich, vooral wat deze belangrijke zaak betreft, donkere wolken samenpakken boven onze onderwijswereld, moge blijken uit recente publicaties van staatssecretaris Hermes, Drs. B. de Haan, W. v. Dongen en J.M. Triesscheyn, terwijl een uitspraak van de Raad van State (waar Drs. B. de Haan op reageert) ons niet onbekend mag blijven.

In de strijd voor een gesubsidieerde SBD naar (reformatorische) richting staan we aan het begin. Tot nu toe worden alleen SBD's gesubsidieerd, waarin de levensbeschouwelijke richtingen met elkaar "samenwerken".

De uitspraken van staatssecretaris Hermes zijn genomen uit het WPRO-blad 5e jaargang, nr. 4 (WPRO = Werkverband van Plaatselijke en Regionale Onderwijsadviescentra), evenals het interview van J.M. Triesscheyn met WPRO voorzitter Mr J.B.M. Veenhuys. Het artikel van Drs. B. de Haan stond in Inkom 2e jaargang nr. 11 en PCO-magazine, 21 maart 1979. Ook het artikel van Dhr. W. van Dongen stond afgedrukt in dit PCOmagazine.

De uitspraak van de Raad van State was opgenomen in het artikel van Drs. B. de Haan in Inkom 2e jaargang nr. 11. Waar een verbinding wordt gelegd tussen de samenwerkings-school en de samenwerkingsschoolbegeleidingsdienst is gebruik gemaakt van de brochure: Bijdrage tot bezinning op de problematiek van de openbare school, door C. v. Duin.

Schoolbegeleiding noodzaak

Om de noodzaak van schoolbegeleiding aan te geven citeren we onze staatssecretaris Hermes (speech ter gelegenheid 25-jarig bestaan Ped. Centrum Enschede, opgenomen in WPRO-blad).

"Ik durf de stelling aan dat voor goed onderwijs, onderwijsverzorging in het algemeen en schoolbegeleiding in het bijzonder, zeker wanneer het gaat om kleuter en lager onderwijs, noodzakelijk is." "Deze stelling heeft wel consequenties; het betekent namelijk dat een dergelijke ondersteuning gewaarborgd moet zijn ".

Taak schoolbegeleidingsdienst! Staatssecretaris Hermes:

"... de schoolbegeleiding moet (o.a.) gezien worden als een aanvulling op de deskundigheid binnen de school..." "Bij de deskundigheidsbevordering op de scholen zie ik ook een duidelijke taak voor de opleidingsinstituten ..."

De SBD staat dus niet opzichzelf. Elk opleidingsinstituut zou een schoolbegeleidingsdienst bij zich moeten hebben. En wat zegt Mr Veenhuys (in het interview vanwege zijn bemiddeling inzake Centraal Nederland en de niet prot. chr. scholen op de Veluwe) over de taak van de begeleiding?

"De begeleiding wordt immers steeds belangrijker. Zowel in het kader van het innovatieproces (vernieuwing), de activeringsscholen en het hele ontwikkelingsproces in het onderwijs. In veel van die gevallen wordt een relatie met een schoolbegeleidingsdienst zeer wenselijk geacht. Ik vrees zoals de zaken er nu bij liggen op de Veluwe, dat de ontwikkeling van het onderwijs in bepaalde opzichten wordt belemmerd."

Vrijheid van onderwijs

Als het over opleidingsinstituten gaat, heeft het ministerie geen enkele moeite met het subsidiëren van instituten naar richting. Dit geldt ook voor het kleuter-, lager- en voortgezet onderwijs. Al deze onderwijsinstellingen hebben op grond van artikel 208 van de grondwet recht op subsidie. Echter de instantie die noodzakelijk is voor goed onderwijs, valt buiten deze regeling aldus de Raad van State in haar uitspraak van vorig jaar.

Houdt de vrijheid van richting en inrichting van het onderwijs dan op bij de verzorginsstructuur? Drs. B. de Haan:

"De afdeling rechtspraak van de Raad van State heeft kort geleden een beroep van twee (gereformeerde) schoolverenigingen afgewezen, waarbij gevraagd werd de weigering van de gemeentebesturen om de betreffende scholen te subsidiëren voor de begeleiding die zij ontvangen van het Gereformeerd Pedagogisch Centrum in Zwolle, ongedaan te maken. De beide schoolbesturen wensten om principiële redenen geen gebruik te maken van de bestaande schoolbegeleidingsdiensten . . .

In haar uitspraak stelt evenwel de afdeling van de Raad van State dat de bestreden weigering niet strijdig is met art. 208 van de grondwet. Door de weigering van de gemeenten wordt immers de oprichting en instandhouding noch van scholen, noch van begeleidingsdiensten belemmerd."

Het staat de schoolbesturen vrij gebruik te maken van de bestaande SBD in de regio . . .

Dit geldt alleen als het een samenwerkingsdienst is. Wanneer in de regio een prot. chr. SBD functioneert, waar niet prot-chr. scholen geen gebruik van wensen te maken wordt aldus Mr Veenhuys de ontwikkeling van het onderwijs in bepaalde opzichten belemmerd. Wanneer gereformeerde scholen geen gebruik wensen te maken van een samenwerkingsdienst worden ze afgescheept met het antwoord: u bent vrij al of niet gebruik te maken van de SBD in de regio. Er wordt dan ineens wél voorbij gegaan aan het feit dat het ontbreken van schoolbegeleiding het onderwijs in bepaalde opzichten belemmert. Dat schoolbegeleiding noodzakelijk is voor goed onderwijs geeft Dhr. Hermes graag toe.

Ik vraag mij af of het dan reëel is om de verzorgingsstructuur, die er bij de wet van 1920 niet in de huidige verschijningsvorm was, niet parallel te laten lopen met het onderwijs, dus: openbare scholen hebben openbare schoolbegeleidingsdiensten, bijzondere scholen hebben bijzondere schoolbegeleidingsdiensten. Zo ook voor reformatorische scholen moet er een reformatorische schoolbegeleidingsdienst komen.

Op grond van de maatschappelijke ontwikkelingen lijkt mij een aanpassing van de wet van 1920 op z'n minst gewenst. Zeker als het aankomt op het bewaren van de vrijheid van onderwijs. Daarop vestigt ook Drs. B. de Haan de aandacht:

"De grondwettelijke vrijheid van onderwijs en de daarop gebaseerde financiële gelijkstelling dient naar onze mening ook voor de schoolbegeleiding. (. . . ) Wat de afdeling rechtspraak van de Raad van State over het hoofd ziet is dat schoolbegeleiding geen "neutrale" aangelegenheid is. Schoolbegeleiding heeft wel degelijk te maken met de inrichting en derhalve met het levensbeschouwelijk karakter van het onderwijs. ( . . . ) De grondwet garandeert vrijheid van richting, de Raad van State mag niet beoordelen of een school van een bepaalde richting wel of geen gebruik kan maken van een algemene (= samenwerkings T.S.) dienst."

Dat dit artikel een felle reactie opriep van Dhr. W. v. Dongen laat zien welke twee uitersten men in prot. chr. gelederen kan tegenkomen. We moeten dan weten: a. Dhr. W. v. Dongen is directeur van de samenwerkingsdienst Midden Holland/Rijnstreek; b. Dhr. W. v. Dongen is voorzitter van de sectie dienstverlening en inspectie van de PCO.

Dhr. W. V. Dongen laat er geen misverstand over bestaan: diensten naar richting moeten zichzelf bedruipen; samenwerkingsdiensten moeten door de overheid gesubsidieerd worden (ook met de belastinggelden die betaald worden door de voorstanders van de schoolbegeleidingsdiensten naar richting!).

"... de meeste samenwerkingsdiensten hebben statuten, waarbij recht gedaan wordt aan de levensbeschouwelijke richtingen in ons land.

Is de heer de Haan daarvan niet op de hoogte of wil hij dat niet? Wil hij lonken naar die twee scholen in Zeeland, naar het Gereformeerd Pedagogisch Centrum in Zwolle en die besturenorganisatie, die nu nog niet binnen de besturenraad wil en dat vermoedelijk ook nooit zal willen, op grond van haar specifieke godsdienstige opvattingen? In ons land is dat (het hebben van een dienst naar richting, T.S.) natuurlijk het goed recht, maar ze zullen er financieel veel voor over moeten hebben.

Verzuilde diensten = diensten naar richting; zijn zij gewenst?

In het WPRO-blad stond de aanbeveling van de provinciale werkgroep onderwijsbegeleidingsdiensten, die een discussienota onderwijsbegeleiding heeft aangeboden aan G.S. van Noord- Brabant. Als aanbeveling nummer 1 staat te lezen:

"Verzuiling in de onderwijsbegeleiding dient als ongewenst te worden gezien. Gestreefd dient te worden naar een dienst per regio."

Mogen we ook aan het feit dat deze aanbeveling als nummer 1 is geplaatst nog een conclusie verbinden . . . ? Dat de staatsecretaris van harte instemt met deze aanbeveling is uit het volgende op te maken:

"Het landelijk net-werk van schoolbegeleidingsdiensten nadert zijn voltooiing. Mijn streven is erop gericht dat netwerk sluitend te maken. Dat betekent dat een aantal diensten hun regionale functie moeten gaan waarmaken en dus daadwerkelijk moeten gaan regionaliseren. Het betekent ook dat met name in Midden-Nederland en langs de IJsselmeerkust nog een aantal witte plekken moeten worden ingevuld. Ik heb goede hoop dat bij het volgende lustrum van dit Pedagogisch Centrum (te Enschede, T.S.) in ieder geval alle basisscholen in Nederland, die dat wensen, gebruik maken van de diensten van hun eigen regionale SBD."

Of dat ook de dienst is die de scholen wensen wordt helemaal niet gevraagd! Een fraai staaltje van selectieve demokratisering? En toch . . ., zo zegt Dhr. Hermes:

"Zoals ik de autonomie van de school een groot goed vind, ligt ook de autonomie van de schoolbegeleidingsdienst mij na aan het hart."

Maar dan alleen regionale samenwerkingsdiensten. De dienst naar richting "Centraal Nederland" heeft dat ondervonden. Bij de bemiddeling door het WPRO stond er maar één doel voor ogen: ook niet-prot. chr. onderwijs moest participeren in de stichting "Centraal Nederland." Mr Veenhuys:

"Bij de uitwerking van een aantal ideëen zijn we natuurlijk toch gestuit op het huidige onderwijsbeleid ten aanzien van de schoolbegeleiding, waarbij je vast zit aan het regioprincipe voor zo'n dienst en ook te maken hebt met het feit dat de overheid geen richtingsdiensten wil subsidiëren. Met die twee gegevens als uitgangspunt hebben we gezocht naar een constructie die voor iedereen aanvaardbaar zou zijn."

"Het ging er natuurlijk om, dat deze schoolbegleidingsdienst het recht zou moeten blijven behouden om de eigen scholen met eigen mensen op basis van een eigen werkplan, gebaseerd op de eigen grondslag te kunnen begeleiden. Nou dat hebben we gewaarborgd!"

Hoe dat eigene van "Centraal Nederland" gewaarborgd zou zijn komt in het interview niet uit de verf.

Samenwerkingsschool / samenwerkingsdienst, elkaars verlengde? Het hiervoor betoogde doet mij denken aan een uitspraak van dhr. C. Duin in zijn brochure: "Bijdrage tot bezinning op de problematiek van de openbare school". Op blz. 18:

"Om aan de deconfessionalisering enige praktische uitwerking te geven zouden vanuit de openbare school daar waar enigszins kans op succes bestaat voorstellen gedaan moeten worden aan het confessionele onderwijs, om te komen tot samenwerkingsscholen ( . .) De samenwerkingsschool is te beschouwen als een variant van de algemene school, met als bijzonderheid enige faciliteiten voor levensbeschouwelijke groeperingen. Als zodanig is de samenwerkingsschool acceptabel, op voorwaarde dat de confessionele partners haar als principieel juist en niet als een noodgebouw zien." Het is juist het deconfessionaliseringsproces, waardoor ook prot. chr. scholen genoegen hebben genomen met gedeconfessionaliseerde begeleiding.

Nu begrijpen we ook waarom de voorstanders van schoolbegeleidingsdiensten naar richting zo fel gekant zijn tegen het alleen-recht van de samenwerkingsdienst. Zij wensen het deconfessionaliseringsproces niet te stimuleren. Daarom is een samenwerkingsdienst voor hen principieel onjuist. Zij is tevens voor het confessioneel onderwijs niet acceptabel, omdat haar idealen het geesteskind van de Verlichting zijn. Dhr. C. Duin schrijft over het ideaal van de openbare school (lees algemene of samenwerkingsschool):

"De 18de eeuwse Verlichtingsdenkers beoogden met de openbare school de realisering van het ideaal der demokratie. Het begrip demokratie vatten zij echter niet op in zijn formele betekenis, zoals wij dat kennen: de meerderheid beslist, maar in de inhoudelijke betekenis van het woord: vrijheid en rechten voor iedereen. In de leuze "vrijheid, gelijkheid en broederschap", werd dit demokratiebegrip gepopulariseerd. (•.. )

Je kunt de demokratische samenleving natuurlijk wel vergeten wanneer je naast de openbare school, (. . . ) andere scholen zou moeten accepteren, als - per dietinitie- even zovele bolwerken van oude kerkelijke aiachtposities, die met de demokratie op gespannen voet staan."

Hoe tolerant de openbare school of algemene school of haar variant de samenwerkingsschool is? Dhr. C. Duin:

"De openbare school tolereert wel elke mens en zijn ideeën, maar dat betekent niet dat voor haar alle ideeën evenveel waard zijn. De school accepteert die ideeën, die haar toets van vrijheid, gelijkheid en broederschap kunnen doorstaan en maakt die tot de hare."

Kunnen wij als reformatorische scholen nu met een samenwerkingsdienst in zee gaan?

Het is een retorische vraag. Zij vraagt toch een krachtig antwoord van alle reformatorische scholen. Dat zo'n antwoord mag gegeven worden in biddend opzien tot de HEERE, Die de weg gebaand heeft voor reformatorisch onderwijs. Hij is machtig ook een weg te banen voor reformatorische onderwijsbegeleiding.

T. Sterk

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 september 1979

De Reformatorische School | 56 Pagina's

SCHOOLBEGELEIDINGSDIENSTEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 september 1979

De Reformatorische School | 56 Pagina's